Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Hoofdstuk 2
Geld genoeg?
2.1 Budgetteren kun je leren
2.2 Geld moet rollen
2.3 Ga je sparen of beleggen?
2.4 Wie leent, maakt schulden
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen van vandaag
Na deze les kun je...
verschillende soorten uitgaven beschrijven.
een begroting maken.
een reservering berekenen
Slide 2 - Diapositive
Waar staat het NIBUD voor?
Slide 3 - Diapositive
Nibud
Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting
Geeft voorlichting over verstandig budgetteren
Hulpmiddel hierbij is een begroting
Overzicht van je inkomsten en uitgaven
Jongeren => zakgeld
Slide 4 - Diapositive
Noem is minstens 10 dingen waar jij de afgelopen maand geld aan uit gegeven hebben.
Slide 5 - Diapositive
Soorten uitgaven
Dagelijkste uitgaven (huishoudelijke): alledaagse uitgaven zoals boodschappen, persoonlijke verzorging, cadeautjes maar ook benzine voor in de auto
Vaste lasten: uitgaven die je op vaststaande momenten moet betalen zoals huur maar ook de autoverzekering en wegenbelasting.
Incidentele uitgaven: grote uitgaven die je niet zo vaak doet zoals een vakantie of een nieuwe bank maar ook een andere auto of een grote reparatie aan de auto.
Slide 6 - Diapositive
Soorten uitgaven
Dagelijkse uitgaven Vaste lasten Incidentele uitgaven
... ... ...
... ... ...
... ... ...
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Vidéo
Begroting of Budgetplan
Budgetteren;
het op elkaar afstemmen van je inkomsten en uitgaven
een overzicht maken van je verwachte inkomsten en uitgaven in een budgetplan of begroting.
Slide 9 - Diapositive
Wat heb je liever?
€ 7,50 zakgeld per week of
€ 30 zakgeld per maand?
Slide 10 - Diapositive
Omrekenen van maand naar week
Als je gaat omrekenen van maand naar week deel dan NOOIT door 4!!!
Hoe dan wel??
Je gaat een tussenstap maken
Bereken eerst om naar één jaar
1 jaar heeft 12 maanden, 52 weken en 365 dagen
Slide 11 - Diapositive
Reserveren
Joey gaat met vier vrienden twee weken kamperen.
Ze huren een tent voor 5-8 personen.
Over 5 maanden moet Joey betalen.
Hoeveel moet hij vanaf nu per maand reserveren?
€ 130
per week
Slide 12 - Diapositive
Hoe bereken je dit?
Benodigd bedrag?
Twee weken is 2 x € 130,00 = € 260,00
Hoeveel moet je dan reserveren?
€ 260,00 : 5 = € 52,00
Slide 13 - Diapositive
Aan de slag
Maak de opdrachten van 2.1 en de plusopdrachten
Klaar? Nakijken
Slide 14 - Diapositive
Leerdoelen van vandaag
Ik kan verschillende soorten uitgaven beschrijven.
Ik kan een budgetplan opstellen.
Ik kan een reservering berekenen.
Ik kan gevolgen noemen die mijn bestedingen voor anderen kunnen hebben.