hoofdstuk 13

Hoofdstuk 13 les 1
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 13 les 1

Slide 1 - Diapositive

Welke lengtematen ken je al?

Slide 2 - Carte mentale

13.1 Lengtematen
Leerdoelen:
  • Ik kan de juiste eenheid van een voorwerp aangeven
  • Ik kan lengtes aflezen uit een figuur
  • Ik kan lengtes omrekenen naar een andere eenheid
  • Ik kan een getal splitsen in twee gehele getallen met verschillende eenheden

Slide 3 - Diapositive

Lengtematen
Afstanden worden aangegeven in lengte. Hierin geef je de lengte tussen bijvoorbeeld 2 plaatsen of voorwerpen aan. 

Ook diepte, hoogte en breedte worden aangegeven in een bepaalde lengte.

Slide 4 - Diapositive

Lengtematen
- Kilometer is de grootste lengtemaat.
- Millimeter is de kleinste lengtemaat.

De afstand van school naar huis is bijvoorbeeld geen 1 mm, maar kan bijvoorbeeld wel 1 km zijn.

Slide 5 - Diapositive

Kies uit km, m, cm, mm:
De afstand van je huis naar school is 5 ....
A
km
B
cm
C
m
D
mm

Slide 6 - Quiz

Kies uit km, m, cm, mm:
De lengte van een brood is 30 ....
A
km
B
cm
C
m
D
mm

Slide 7 - Quiz

Kies uit km, m, cm, mm:
De hoogte van een tafel is 75 ....

Slide 8 - Question ouverte

Kies uit km, m, cm, mm:
De dikte van een munt is 2 ....

Slide 9 - Question ouverte

Lengtematen omrekenen
1 stapje naar rechts = x 10
1 stapje naar links = : 10

2 stapjes naar rechts is NIET    x 20 maar x 100

Slide 10 - Diapositive

Lengtematen omrekenen
Bijvoorbeeld:

1 km = 10 hm
1 m = 100 cm
20 mm = 2 cm
4500 dam = 45 km

Slide 11 - Diapositive

Vul in: 34 dam = .... dm
A
340
B
3,4
C
3400
D
0,34

Slide 12 - Quiz

Vul in: 50 dm = .... m
A
500
B
5
C
0,5
D
50

Slide 13 - Quiz

Vul in: 200 mm = .... dm

Slide 14 - Question ouverte

Vul in: 4 hm = .... dam

Slide 15 - Question ouverte

De breedte van een tafel is 75 cm. Wat is de lengte in mm en dm?

Slide 16 - Question ouverte

Geef aan hoe goed je dit snapt
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Sondage

Huiswerk
Hoofdstuk 13:
Maak opgaven 1 t/m 11
Vanaf blz. 28

Succes!

Slide 18 - Diapositive

Hoofdstuk 13 les 2

Slide 19 - Diapositive

Herhaling: Lengtematen omrekenen

1 stapje naar rechts = x 10
1 stapje naar links = : 10

Bijvoorbeeld 1 km is 10 hm

Slide 20 - Diapositive

Vul in: 35 dam = .... dm

Slide 21 - Question ouverte

Vul in: 12000 mm = .... m

Slide 22 - Question ouverte

Meten en omtrek
Leerdoelen:
  • Ik kan de lengte van een voorwerp of figuur meten.
  • Ik kan de omtrek van een figuur berekenen.

Slide 23 - Diapositive

Met wat voor instrumenten kun je meten?

Slide 24 - Carte mentale

Meetinstrumenten
Om de lengte van een figuur of voorwerp te meten heb je verschillende meetinstrumenten.

Bijvoorbeeld een liniaal, geodriehoek of rolmaat.

Slide 25 - Diapositive

Waarvoor zou je een rolmaat kunnen gebruiken?

Slide 26 - Question ouverte

Geodriehoek
Tijdens de lessen maken wij gebruik van een geodriehoek voor het meten van figuren en voorwerpen.

Slide 27 - Diapositive

Hoe meet je met een geodriehoek?
Een geodriehoek heeft een lengte van 14 cm. Hij werkt hetzelfde als een liniaal. De kleine streepjes zijn millimeters.

Slide 28 - Diapositive

Hoe meet je met een geodriehoek?
De lengte van dit pootlood gaat van 7 cm tot 4 cm. 

Dat betekent dat het potlood een lengte heeft van 7 + 4 cm. 

Dus het potlood is 11 cm (110 mm).

Slide 29 - Diapositive

Pak iets uit je etui en meet dit op met je geodriehoek.
Schrijf op hoelang dit voorwerp is in mm.

Slide 30 - Question ouverte

Slide 31 - Vidéo

Omtrek
Elk figuur heeft een omtrek. De omtrek is de totale lengte van de buitenrand van het figuur.

De omtrek van het figuur is rood gekleurd.

Slide 32 - Diapositive

Omtrek
Als je ergens een touwtje omheen trekt, dan is de lengte van dat touwtje de omtrek.

De lengte van dit touw is dus 
7 + 7 + 4 + 4 = 22 cm

De omtrek van het blauwe figuur is dus 22 cm.

Slide 33 - Diapositive

Wat is de omtrek van dit figuur?

A
35 m
B
20 m
C
55 m
D
70 m

Slide 34 - Quiz

Wat is de omtrek van dit figuur?
A
30 m
B
39 m
C
60 m
D
59 m

Slide 35 - Quiz

Bereken de omtrek van dit figuur.
Schrijf je berekening op.
(De lengtes zijn in cm)

Slide 36 - Question ouverte

Bereken de omtrek van dit figuur.
Schrijf je berekening op.

Slide 37 - Question ouverte

Geef aan hoe goed je dit snapt
😒🙁😐🙂😃

Slide 38 - Sondage

Huiswerk
Hoofdstuk 13:
Maak opgaven 12 t/m 20
Vanaf blz. 37

Succes!

Slide 39 - Diapositive