Formuleren - Foutieve samentrekking

FORMULEREN les 8
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

FORMULEREN les 8

Slide 1 - Diapositive

LESDOELEN
  • Je kunt uitleggen wat een samentrekking is;
  • Je kent de regels voor de samentrekking;
  • Je kunt een foutieve samentrekking herkennen;
  • Je kunt een foutieve samentrekking verbeteren.

Slide 2 - Diapositive

Huiswerkcheck (opdr. 9, Formuleren 2)
timer
5:00

Slide 3 - Diapositive

Lekker in de hangmat liggend, dronk hij een koud biertje.
A
Beknopte bijzin
B
Foutieve beknopte bijzin

Slide 4 - Quiz

Kijkend uit het raam, viel plotseling een dakpan naar beneden.
A
Beknopte bijzin
B
Foutieve beknopte bijzin

Slide 5 - Quiz

Samentrekking
Samentrekking betekent weglating. Het komt voor:

  • bij woorddelen -> voor- en nadelen
  • bij woorden -> korte (...) en lange broeken
  • bij zinsdelen -> Jan koopt een cd en Piet (...) een iPod

Slide 6 - Diapositive

Samentrekking
  • Komt voor bij samengestelde nevenschikkende zinnen
    (en, maar, want, dus, of)

Truus ging naar de stad en Truus kocht twee paar schoenen.

Truus ging naar de stad en kocht twee paar schoenen.
Weggelaten: Truus

Slide 7 - Diapositive

Regels voor samentrekking
Je mag alleen woorden weglaten, als:

1) De grammaticale functie hetzelfde is (zinsdelen,  
                                                                                    woordsoorten)
2) Het getal hetzelfde is (enkelvoud, meervoud)
3) De betekenis hetzelfde is

Slide 8 - Diapositive

Foutieve samentrekking
Samentrekking (weglating) mag alleen als de woorden die je weglaat in beide zinnen: 

1. De grammaticale functie hetzelfde is -> zelfde zinsdeel (bv. onderwerp, lijdend voorwerp)

De spelcomputer was afgeprijsd en heb ik toen gekocht.
Weggelaten: de spelcomputer

Eerste deel: spelcomputer = onderwerp
Tweede deel: spelcomputer = lijdend voorwerp     -> dus: foutieve samentrekking!

Verbetering: De spelcomputer was afgeprijsd en die heb ik toen gekocht.

Slide 9 - Diapositive

Herhaling zinsdelen

Slide 10 - Diapositive

Foutieve samentrekking
Samentrekking (weglating) mag alleen als de woorden die je weglaat in beide zinnen: 

1. De grammaticale functie hetzelfde is -> woordsoorten (bv. kww / hww / bw etc.)

Stefan heeft griep en daardoor het schoolfeest gemist.
Weggelaten: Stefan, heeft

Eerste deel: Stefan = znw / heeft = kww
Tweede deel: Stefan = znw  / heeft = hww  -> dus: foutieve samentrekking!

Verbetering: Stefan heeft griep en heeft daardoor het schoolfeest gemist.

Slide 11 - Diapositive

Herhaling woordsoorten

Slide 12 - Diapositive

Herhaling woordsoorten - werkwoorden
3 soorten werkwoorden - hulpwerkwoord / koppelwerkwoord / zelfstandig werkwoord

Elke zin heeft 1 belangrijkste werkwoord -> dit is een ZWW óf een KWW
Alle andere werkwoorden zijn automatisch HWW!

KWW -> in deze zin is het onderwerp iets
ZWW -> In deze zin doet het onderwerp iets


Slide 13 - Diapositive

Wat zijn de 6 belangrijkste koppelwerkwoorden?

Slide 14 - Question ouverte

Foutieve samentrekking
Samentrekking (weglating) mag alleen als de woorden die je weglaat in beide zinnen: 

2. Hetzelfde getal heeft -> enkelvoud, meervoud

Hier wordt vaak ingebroken en diverse auto's vernield.
Weggelaten: hier, wordt

Eerste deel: hier - geen getal / wordt = enkelvoud
Tweede deel: hier - geen getal / worden = meervoud  -> dus: foutieve samentrekking!

Verbetering: Hier wordt vaak ingebroken en worden diverse auto's vernield.

Slide 16 - Diapositive

Foutieve samentrekking
Samentrekking (weglating) mag alleen als de woorden die je weglaat in beide zinnen: 

3. Dezelfde betekenis hebben

Mijn oma schonk thee in en daarna aandacht aan ons cadeau.
Weggelaten:mijn oma, schonk

Eerste deel: mijn oma / inschenken
Tweede deel: mijn oma (zelfde betekenis) / aandacht schenken  -> dus: foutieve samentrekking!

Verbetering: Mijn oma schonk thee in en schonk daarna aandacht aan ons cadeau.

Slide 17 - Diapositive

De Eerste Kamer heeft de wet aangenomen en geldt vanaf 1 januari.
A
Goede samentrekking
B
Foutieve samentrekking

Slide 18 - Quiz

De cadeautjes stonden onder de trap en werden later uitgepakt.
A
Goede samentrekking
B
Foutieve samentrekking

Slide 19 - Quiz

Zijn broek kostte tachtig euro, maar vind ik niet mooi.'
A
Goede samentrekking
B
Foutieve samentrekking

Slide 20 - Quiz

Wat zijn de 3 regels voor de samentrekking?

Slide 21 - Question ouverte

Aan de slag!

  • Maak opdr. 10 (blz. 393)
  • Extra uitleg? Bekijk de filmpjes!


Slide 22 - Diapositive