H6.3 - Klimaat en kustbescherming

1 / 31
suivant
Slide 1: Vidéo
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Waardoor stijgt de zeespiegel niet?
A
Door het smelten van landijs
B
Door het smelten van zee-ijs
C
Doordat warmwater uitzet.
D
De zeespiegel stijgt door al deze voorbeelden.

Slide 4 - Quiz

Gevolgen van klimaatverandering (B147)
  • De zeespiegel stijgt
    ➡ landijs of zeeijs?
    ➡ warm water zet uit
  • Het klimaat wordt extremer.
     - natter: wateroverlast.
     - droger: watertekorten.
     - opschuiven landbouw- en landschapszones.
  • Het vrijkomen van methaan uit permafrost ➡ extra broeikasgas 

Slide 5 - Diapositive

H6.3  Klimaat en kustbescherming

Slide 6 - Diapositive

Wat moet je kennen en kunnen?



  • waarom er altijd gevaar voor een overstroming van zee is
  • waardoor de relatieve zeespiegel stijgt
  • hoe Nederland zich beschermt tegen de zeespiegelstijging
  • hoe de kust wordt versterkt (klimaatadaptatie)

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

In Nederland altijd gevaar van overstromingen door de zee. Oorzaak: lage ligging Nederland. 

1/4e deel Nederland onder de zeespiegel
- Bescherming door dijken en duinen.
- Land door dijken omringd = polder

Slide 9 - Diapositive

Oude verdedigingswerken: 

- 1953: Watersnoodramp in 
Zuidwest-Nederland (noord-
westerstorm, opstuwing in zee-
gaten) =  Deltawerken

- 1933; Afsluitdijk; waterkering tussen Noord-Holland en Friesland die het IJsselmeer afsluit van de Waddenzee. 

Slide 10 - Diapositive

Wat moet je kennen en kunnen?



  • waarom er altijd gevaar voor een overstroming van zee is
  • waardoor de relatieve zeespiegel stijgt
  • hoe Nederland zich beschermt tegen de zeespiegelstijging
  • hoe de kust wordt versterkt (klimaatadaptatie)

Slide 11 - Diapositive

Steeds verder onder de zeespiegel 
De zeespiegel stijgt door klimaatverandering (§1 en §2) : 
Laag-Nederland steeds verder onder de zeespiegel.  
Door bodemdaling komt het land nog verder onder de zeespiegel te liggen. 

Relatieve zeespiegelstijging
echte zeespiegelstijging +
daling van de bodem.

Slide 12 - Diapositive

Hoe komt het dat de bodem daalt?

In de laatste ijstijd -> dikke laag ijs drukte de aardkorst in -> ijs verdween en Scandinavië wipte op ->Noord-Nederland daalde

Door wegpompen grondwater in polders van Laag-Nederland-> inzakken bodem-> sterkst bij veen

Door winning delfstoffen -> aardgas in Groningen

Slide 13 - Diapositive

Wat moet je kennen en kunnen?



  • waarom er altijd gevaar voor een overstroming van zee is
  • waardoor de relatieve zeespiegel stijgt
  • hoe Nederland zich beschermt tegen de zeespiegelstijging
  • hoe de kust wordt versterkt (klimaatadaptatie)

Slide 14 - Diapositive


 Relatieve zeespiegelstijging

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

De zee bouwt op
  • De Nederlandse kust is een aanslibbingskust. Er ontstaan strandwallen. 
  • Als deze droog staan neemt de wind dit zand mee. 
  • Hierdoor ontstaan kustduinen. 

Slide 18 - Diapositive

Aan de kust
Duinen
Op het stand waait het regelmatig flink. Het zand wordt meegenomen door de wind. Wanneer het zand, achter een stukje hout, gras of aangespoelde rommel, blijft hangen ontstaat daar langzaam aan een duin.
Strand
De zee spoelt het strand op. In het zeewater zit zand. 
Elke keer, wanneer het zeewater het strand op spoelt, laat zee de weer een laagje zand achter --> aanslibben.
Zandbanken
De stroming van de zee neemt af waardoor zand sedimenteerd, hierdoor onstaan zandbanken.
aanslibbingskust
Een aanslibbingskust, is een kust die elke keer, wanneer de zee zand neerlegt (sedimentatie), een stukje groter wordt. Nederland heeft een aanslibbingskust, dit kun je zien aan de brede stranden

Slide 19 - Diapositive

De zee breekt af
  • De kusten van Frankrijk en Groot-Brittannië breken juist af. 
  • Dit is een afbraak- of klifkust. 
  • Het bestaat uit zacht gesteente. 
  • Het harde gesteente blijft staan, waardoor de kust uit gaat steken op bepaalde plekken. 

Slide 20 - Diapositive

In Nederland wordt zandsuppletie toegepast. Waarom?
A
Om daar waar de bodem in Nederland daalt, de bodem op te hogen.
B
Om dijken langs de rivieren te versterken.
C
Om de stukken land tussen de winterdijken en de rivieren op te hogen.
D
Om stranden en duinen langs de kust te versterken.

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Diapositive

Waarom is Dijkring 14 zo belangrijk?
A
Den Haag met de regering ligt erin.
B
Schiphol ligt erin
C
De 4 grote steden liggen erin
D
A, B en C zijn alledrie goed

Slide 23 - Quiz

Wat is relatieve zeespiegelstijging?
A
De absolute zeespiegelstijging ten opzicht van NAP
B
De zeespiegelstijging ten opzichte van de dijkhoogte
C
De absolute zeespiegelstijging én de bodemdaling
D
De bodemdaling gecompenseerd door temperatuurverhoging

Slide 24 - Quiz

In Nederland is de relatieve zeespiegelstijging groter dan de absolute zeespiegelstijging
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quiz

Bereken de relatieve zeespiegelstijging
timer
0:20
A
C = 4,5 meter
B
C = 2,3 meter
C
C = 2,2 meter
D
C = 6,8 meter

Slide 26 - Quiz

Hoe komt het dat de bodem daalt?

In de laatste ijstijd -> dikke laag ijs drukte de aardkorst in -> ijs verdween en Scandinavië wipte op ->Noord-Nederland daalde

Door wegpompen grondwater in polders van Laag-Nederland-> inzakken bodem-> sterkst bij veen

Door winning delfstoffen -> aardgas in Groningen

Slide 27 - Diapositive

Wat is een polder?
timer
0:20
A
Een stuk land omringd door dijken waarbinnen de waterstand geregeld wordt
B
Een polder is een lager gelegen gebied in hoog Nederland
C
Een polder is een stuk 'wad' in zee die soms droog komt te liggen bij eb
D
Een polder is een hoger gelegen land dan de omgeving

Slide 28 - Quiz

Wat moet je kennen en kunnen?



  • waarom er altijd gevaar voor een overstroming van zee is
  • waardoor de relatieve zeespiegel stijgt
  • hoe Nederland zich beschermt tegen de zeespiegelstijging
  • hoe de kust wordt versterkt (klimaatadaptatie)

Slide 29 - Diapositive

Maakwerk
  • Maken opdrachten §6.2 en §6.3
  • Lezen §6.1 en voorbereiden daltontaak

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Vidéo