Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
doel-middel, vergelijking, voorwaarde
Tekstverbanden en signaalwoorden
1 / 45
suivant
Slide 1:
Diapositive
LessonUp
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
45 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Tekstverbanden en signaalwoorden
Slide 1 - Diapositive
Dit weet je al:
Slide 2 - Diapositive
doel-middel, argument en conclusie
Slide 3 - Diapositive
Je leert:
In een tekst herkennen:
doel-middel
vergelijking
voorwaarde
Slide 4 - Diapositive
bldz. 35
Slide 5 - Diapositive
Type hier een titel
doel- middel
verband
* geeft aan
welk middel
wordt gebruikt om een bepaald
doel te bereiken
.
* signaalwoorden:
opdat, zodat, om te, door middel van,
met behulp van
Slide 6 - Diapositive
Type hier een titel
doel-middel
Slide 7 - Diapositive
Type hier een titel
Voorbeelden doel-middel
Ik heb mijn wekker gezet,
opdat
ik op tijd op school ben.
Ze beantwoordde de vragen
met behulp van
het woordenboek.
Slide 8 - Diapositive
Type hier een titel
Voorbeelden doel-middel
Ik heb mijn wekker gezet,
opdat
ik op tijd op school ben.
doel
: op tijd op school
middel
: wekker zetten
Slide 9 - Diapositive
Type hier een titel
Voorbeelden doel-middel
Ze beantwoordde de vragen
met behulp van
het woordenboek.
doel
: vragen beantwoorden
middel
: het woordenboek
Slide 10 - Diapositive
Type hier een titel
vergelijking/vergelijkend
verband
* Laat een
verschil
of een
overeenkomst
zien.
* signaalwoorden:
in vergelijking met, (net) als, evenals, zoals-
ook de vergrotende trap:
meer/groter/beter enz. dan
Slide 11 - Diapositive
Type hier een titel
vergelijking
Je vergelijkt: wat hebben ze gelijk of waarin verschillen ze?
Slide 12 - Diapositive
Type hier een titel
voorbeelden vergelijkend
verband
In vergelijking met
vorig jaar is het weer nu veel koeler.
vergelijking:
vorig jaar en nu
wat wordt vergeleken:
het weer
Slide 13 - Diapositive
Type hier een titel
voorbeelden vergelijkend
verband
Mijn broertje houdt
net als
ik van voetbal.
vergelijking:
broertje en ik
wat wordt vergeleken:
voetbal
Slide 14 - Diapositive
Type hier een titel
voorbeelden vergelijkend
verband
Mijn broertje houdt
net als
ik van voetbal.
vergelijking:
broertje en ik
wat wordt vergeleken:
voetbal
Slide 15 - Diapositive
Type hier een titel
voorwaarde/voorwaardelijk
verband
* Maakt duidelijk onder welke
voorwaarden
iets gebeurt.
* signaalwoorden:
als (...dan), indien, tenzij, wanneer, mits
Slide 16 - Diapositive
Type hier een titel
voorwaarde/voorwaardelijk
verband
Slide 17 - Diapositive
Type hier een titel
voorbeelden voorwaardelijk
verband
Je mag uit de klas
tenzij
je de opdrachten af hebt.
voorwaarde:
opdrachten zijn af
gevolg:
je mag uit de klas
Slide 18 - Diapositive
Type hier een titel
voorbeelden voorwaardelijk
verband
Je mag de toets herkansen mits je het aanvraagformulier invult.
voorwaarde:
aanvraagformulier invullen
gevolg:
je mag de toets herkansen
Slide 19 - Diapositive
Wie heeft een vraag?
Slide 20 - Question ouverte
timer
0:20
doel-middel
vergelijking
voorwaarde
Geeft aan welk middel er wordt gebruikt om een bepaald doel te bereiken.
Laat een verschil of een overeenkomst zien.
Maakt duidelijk onder welke voorwaarden iets gebeurt.
Slide 21 - Question de remorquage
Zij is net zo creatief als haar moeder.
Welke tekstverband?
A
doel-middel
B
vergelijking
C
voorwaarde
Slide 22 - Quiz
Zij is net zo creatief als haar moeder.
Welk signaalwoord?
A
net
B
net als
C
zo
Slide 23 - Quiz
Type hier een titel
vergelijkend
verband
Ze is
net
zo creatief
als
haar moeder.
vergelijking:
ze - haar moeder
wat wordt vergeleken:
creativiteit
Slide 24 - Diapositive
"Ik oefen elke dag gitaar, zodat ik beter kan worden in muziek."
Welke tekstverband?
A
doel-middel
B
vergelijking
C
voorwaarde
Slide 25 - Quiz
"Ik oefen elke dag gitaar, zodat ik beter kan worden in muziek."
Wat is het signaalwoord?
A
oefen
B
elke dag
C
zodat
Slide 26 - Quiz
"Ik oefen elke dag gitaar, zodat ik beter kan worden in muziek."
Wat is het doel?
A
elke dag oefenen
B
beter worden in muziek
C
gitaar
Slide 27 - Quiz
"Ik oefen elke dag gitaar, zodat ik beter kan worden in muziek."
Wat is het middel?
A
elke dag oefenen
B
beter worden in muziek
C
elke dag gitaar oefenen
Slide 28 - Quiz
Type hier een titel
doel-middel
verband
Ik oefen elke dag gitaar, zodat ik beter word in muziek.
doel:
beter worden in muziek
middel (hoe):
elke dag gitaar oefenen
Slide 29 - Diapositive
Indien je de woorden goed leert, zal je de woordenschattoets goed maken.
Welke tekstverband?
A
doel-middel
B
vergelijking
C
voorwaarde
Slide 30 - Quiz
Indien je de woorden goed leert, zal je de woordenschattoets goed maken.
Welk signaalwoord?
A
indien
B
goed
C
woordenschat
Slide 31 - Quiz
Type hier een titel
voorwaardelijk
verband
Indien je de woorden goed leert, zal je de woordenschattoets goed maken.
voorwaarde:
woorden goed leren
gevolg:
woordenschattoets goed maken
Slide 32 - Diapositive
Wie heeft een vraag?
This is an open question
Slide 33 - Question ouverte
Maken: opdr. 1-bldz 35
timer
10:00
Slide 34 - Diapositive
antw. opdracht 1 bldz. 35
timer
5:00
Slide 35 - Diapositive
Maken: opdr. 2-bldz 36
timer
10:00
Slide 36 - Diapositive
antw. opdracht 2 bldz. 36
timer
5:00
Slide 37 - Diapositive
Maken: opdr. 2-bldz 36
timer
10:00
Slide 38 - Diapositive
Slide 39 - Diapositive
Kan je doel-middelverband, vergelijking en voorwaarden herkennen in een tekst?
Ja
Nee
Slide 40 - Sondage
Wie worden vergeleken?
Slide 41 - Diapositive
Write down three things you
have learned this lesson
This is an open question
Slide 42 - Question ouverte
Ask a question about something you
haven't understood very well yet
This is an open question
Slide 43 - Question ouverte
Type hier een titel
How to copy a slide
This lesson is complete! But how can you add similar slides to upcoming lessons?
1. Open this lesson.
2. Checkmark the slides you want to copy in the left side of your screen.
3. Click on
Copy
.
4. Navigate to the lesson you want to copy the slides to and click:
Copy here
.
Slide 44 - Diapositive
Type hier een titel
How to change the colour of a slide
Do you want to add another colour to these slides? Here's how it works:
1. Navigate to the slide of which you want to change the colour.
2. Changing the background colour:
Select the
Droplet
at the top of the slide.
3. Changing the text colour:
Select the text and click on
Text colour
.
4. Choose the colour you like.
Slide 45 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
3M Tekstverbanden
Septembre 2022
- Leçon avec
44 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Leesvaardigheid
Avril 2017
- Leçon avec
12 diapositives
par
www.lessonup.io
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Examentraining
Tekstverbanden en signaalwoorden
Décembre 2024
- Leçon avec
39 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 3
Tekstverbanden en signaalwoorden
Février 2025
- Leçon avec
41 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 3
Tekstverbanden en signaalwoorden
Novembre 2024
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
BSR 9/1 2(a)ha Lezen §3 Tekstverbanden en signaalwoorden
Janvier 2025
- Leçon avec
32 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Leesvaardigheid VWO 3
Octobre 2018
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
26 oktober 2W
Octobre 2023
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2