Geschiedenisleraar.nl
Dé link tussen verleden en heden

Spanning in de Nederlanden

Een nieuwe tijd

Spanning in de Nederlanden
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo, mavo, havoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Introductie

Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen waarom in de Nederlanden een opstand ontstond.

Onderdelen in deze les

Een nieuwe tijd

Spanning in de Nederlanden

Slide 1 - Tekstslide

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen waarom in de Nederlanden een opstand ontstond.

Slide 3 - Tekstslide

De Nederlanden

  • Nederland als één land bestond nog niet in de Middeleeuwen

  • Er waren veel kleine gebieden, die bij elkaar 'De Nederlanden' heetten.

  • In die gebieden was een heer de baas

  • Rond 1500 waren al deze gebieden in handen van de Habsburgers
De Nederlanden maakten deel uit van het Rooms-Duitse Rijk. De graven en hertogen in Nederland waren officieel leenmannen van de Duitse keizer, maar die had meestal niet meer veel macht over zijn leenmannen. In 1018 werden de legers van de Duitse keizer zelfs verslagen door te troepen van de graaf van Holland.

Slide 4 - Tekstslide


Karel V
1500-1558



  • Karel van Habsburg erft het bestuur over de Nederlandse gewesten (1506), Spanje (1516) en het Rooms-Duitse Rijk (1519)
  • Door huwelijken, veroveringen en erfenissen is zijn rijk enorm geworden
  • Hoewel hij koning van Spanje en Keizer van het Rooms-Duitse Rijk is, wordt hij geen koning, maar 'Heer van de Nederlanden'
De aanspreektitel van Karel?

Karel, bij de gratie Gods, Heilig Rooms keizer, Semper Augustus, Koning van Duitsland, Koning van Italië, Koning van heel Spanje, Castilië, Aragón, León, Navarra, Granada, Toledo, Valencia, Galicië, Mallorca, Secillia, Córdoba, Murcia, Jaén, Algarve, Algeciras, Gibraltar, de Canarische eilanden, Koning van de Beide Siciliën, Sardinië, Corsica, Koning van Jerusalem, Koning van de Westelijke en Oostelijke Indiën, Heer van de Eilanden en de Grote Oceaan, Aartshertog van Oostenrijk, Hertog van Bourgondië, Brabant, Lotharingen, Stiermarken, Karinthië, Krain, Limburg, Luxemburg, Gelderland, Neopatrië, Württemberg, Landgraaf van de Elzas, Prins van Zwaben, Graaf van Vlaanderen, Habsburg, Tirol, Gorizia, Barcelona, Artesië, Franche Comté, Henegouwen, Holland, Zeeland, Ferrette, Kyburg, Namen, Roussillon, Cerdagne, Drenthe, Zutphen, Markgraaf van het Heilig Roomse Rijk, Burgau, Oristano en Gociano, Heer van Friesland, het Wendland, Pordenone, Biskaye, Molin, Salins, Tripoli en Mechelen.

Slide 5 - Tekstslide

Vrienden van Karel V
Gebieden in Zuid-Amerika die zijn veroverd sinds de ontdekking van Amerika door Columbus.
Gebieden die Karel erfde na de dood van zijn vader in 1506
Gebieden die Karel erfde na de dood van zijn vader in 1506
Gebieden die Karel tijdens zijn regeerperiode veroverde.
De uitbreiding van het Ottomaanse Rijk bleef een voortdurende bedreiging voor het rijk van Karel V. Daarnaast was in de Middeleeuwen het christendom de belangrijkste godsdienst in Europa, en de Islam was een grote bedreiging. Karel voelt zich, als koning van Jeruzalem, verplicht om een kruistocht tegen de islam te voeren.
Vrienden van Karel V
Gebieden die Karel tijdens zijn regeerperiode veroverde.
Door de Spaanse veroveringen in Zuid-Amerika wordt hij heerser over een rijk waar de zon nooit ondergaat.
Hoewel Karel officieel keizer van het Rooms-Duitse Rijk was (zwart omlijnd op de kaart), waren veel van de vorsten in dit rijk niet gehoorzaam aan Karel.
Karel had zeer regelmatig oorlog met Frankrijk, tussen: 1521-1526, 1526-1529, 1535-1538, 1542-1544 en 1552-1559. Dit had vooral te maken met de ligging van beide landen, maar ook met macht en invloed in andere landen.

Slide 6 - Tekstslide


Heer van de Nederlanden



  • De Nederlanden bestonden uit 17 gewesten.
  • In al deze gewesten was Karel de baas (graaf of hertog), maar hij kon natuurlijk niet overal tegelijk zijn.
  • Daarom had hij in elk gewest een plaatsvervanger: de stadhouder
  • Karel was heel vaak in de Nederlanden: hij vond het hier prettig

Slide 7 - Tekstslide


Filips II volgt zijn vader op




  • Karel heeft veel bereikt, maar moet toezien dat de protestantse kerk in zijn gebied veel aanhangers heeft gekregen.
  • Als oude man treedt hij af en zijn zoon Filips II volgt hem op in Spanje (1556), Zuid-Amerika (1556) en de Nederlanden (1555), niet in het Rooms-Duitse Rijk.
  • Filips zal dingen heel anders doen dan zijn vader...

Slide 8 - Tekstslide


Veranderingen 
in de Nederlanden




  • Filips wilde zo snel mogelijk weg uit de Nederlanden, en zijn rijk centraal vanuit Madrid (Spanje) besturen. Dat gebeurde vanaf 1559.
  • Hij liet zijn halfzus Margaretha van Parma, als landvoogdes, de Nederlanden besturen. Zij volgde zijn bevelen uit Spanje op...
  • ...en de stadhouders moesten die bevelen, met tegenzin, weer uitvoeren.

Slide 9 - Tekstslide


Filips en de Nederlanden


  • Filips wilde een eenheid maken van zijn rijk: regels en wetten moesten overal hetzelfde zijn. Oude rechten van de gewesten zouden niet meer gelden.
  • Het bestuur zou niet door de Nederlandse edelen worden uitgevoerd, maar door Spaanse ambtenaren. De edelen waren daardoor minder machtig.
  • Iedereen moest katholiek zijn: ketters (protestanten) moesten zwaar worden gestraft. De Nederlandse edelen moesten hiervoor zorgen.
Het Escorial was het klooster-paleis van Filips II in Madrid. In tegenstelling tot zijn vader was Filips niet graag in de Nederlanden: het was er te koud en dat hielp niet bij zijn reuma.

Filips was opgevoed in Spanje door monniken. Hij was erg godsdienstig, bijna op het waanzinnige af. Zijn manier van regeren werd dan ook sterk bepaald door het katholieke geloof: de strijd tegen andere godsdiensten.

Toen er in 1559 vrede met Frankrijk kwam, kon hij eindelijk terug naar Spanje. In de Nederlanden hebben ze hem sindsdien niet meer gezien.

Slide 10 - Tekstslide


De spanningen nemen toe...


  • Veel Nederlandse edelen voelden er niets voor om protestanten zo hard aan te pakken: het zou alleen maar voor opstanden zorgen
  • In 1566 bood een groep edelen een smeekschrift aan aan Margaretha van Parma om niet zo hard tegen de protestanten op te treden.
  • Margaretha gaf toe: er zouden voorlopig geen protestanten meer worden vervolgd.

Slide 11 - Tekstslide


De Beeldenstorm
1566



  • De onrust wordt tijdelijk minder, maar in augustus 1566 gaat het mis
  • Na een oproep, van protestantse predikanten, om de beelden in de kerken te verwijderen, worden honderden kerken vernield en geplunderd.
  • Deze Beeldenstorm werd overigens niet alleen gedaan door fanatieke protestanten, maar ook door arme en hongerige katholieken en relschoppers.

Slide 12 - Tekstslide


Filips is woedend!



  • Filips stuurt zijn beste generaal, Alva, met 10.000 soldaten, om af te rekenen met de Beeldenstorm
  • Iedereen die schuldig is, zal zwaar worden gestraft, óók de edelen die de Beeldenstorm niet hebben voorkomen.
  • Margaretha van Parma treedt in 1567 af, en Alva volgt haar als landvoogd op.
  • Sommige edelen, zoals Willem van Oranje, vluchtten uit de Nederlanden.
Fernando Álvarez de Toledo y Pimentel, hertog van Alva, was één van de succesvolste generaals van Karel V en Filips II. Voor hen had hij al veel belangrijke veldtochten gewonnen.

Hij was al 60 jaar, voor die tijd een hoge leeftijd, toen hij landvoogd van de Nederlanden werd.

Slide 13 - Tekstslide

Begrippen uit deze les

  • gewesten
  • stadhouder
  • landvoogd(es)
  • ketters
  • Beeldenstorm

Slide 14 - Tekstslide

Personen uit deze les

  • Karel V
  • Filips II
  • Margaretha van Parma
  • Hertog van Alva

Slide 15 - Tekstslide

Jaartallen uit deze les

  • 1506-1555: Karel V is Heer van de Nederlanden
  • 1555: Filips II volgt Karel V op
  • 1566: Het Smeekschrift
  • 1566: Beeldenstorm

Slide 16 - Tekstslide


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 17 - Open vraag


Stel 1 vraag over iets dat je deze
les nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 18 - Open vraag