Lesplan met
5 lessenDe koloniale relatie tussen Indonesië en Nederland
Tijd van Regenten en VorstenTijd van Burgers en StoommachinesTijd van Wereldoorlogen
Met de komst van de eerste Nederlandse schepen, die van Cornelis de Houtman in 1596, begon een meestal moeizame en ongelijke relatie tussen Nederland en de Indonesische archipel. Een lange periode van bijna 400 jaar, waarvan met name Nederlanders nogal eens de neiging om daar met weemoed en enige trots over te praten. Een typerend voorbeeld daarvan is de uitspraak van minister-president Balkenende tijdens de Algemene Beschouwingen van 2006, waarin hij opriep om meer trots te zijn op de economische opleving: “Laten we zeggen: Nederland kan het weer! Die VOC-mentaliteit, over grenzen heen kijken, dynamiek! Toch?”. Ongetwijfeld goed bedoeld, maar wellicht als vergelijking wat ongelukkig gekozen. De Nederlandse overheersing die begon met de VOC was niet meer dan een ordinaire en langdurige roof- en plundertocht. En: tot het allerlaatste moment. Ook een term als tempo doeloe, de tijd van vroeger of de goede oude tijd, is een eurocentrische benadering die leefde bij de plantagefamilies en zeker niet bij de arbeiders.Wat leerlingen zich wel moeten realiseren is dat het modern imperialisme dat wij zagen in Nederlands-Indië, geheel past binnen de zeitgeist van de negentiende- en twintigste eeuw. De wijze waarop Nederland zich manifesteerde in Nederlands-Indië is terug te vinden bij vrijwel alle Europese landen: Groot-Brittannië in India, Frankrijk in Indochina en België in Congo.In deze serie zullen de leerlingen zien dat de koloniale relatie tussen Indonesië en Nederland beide landen in meerdere opzichten dramatisch veranderde: economisch en politiek.
Strikt gezien begint de VOC-tijd natuurlijk niet in 1596 maar in 1602 met de oprichting van de onderneming. Maar als je gaat kijken naar de eerste contacten tussen Nederland en Indonesië, dan kan je eigenlijk niet anders dan beginnen met de aankomst van Cornelis de Houtman in het eerst genoemde jaar.De meeste leerlingen hebben vanuit de onderbouw meegenomen: VOC en de handel in specerijen. Dat is maar deels waar. De VOC verdiende uiteindelijk veel geld in de lucratieve Indische Buitenhandel: een Aziatisch handelsnetwerk waarvan een deel van de opbrengst werd gebruikt voor de inkoop van de specerijen. Deze les gaat, naast de motieven om tot de oprichting van de onderneming te komen, vooral in op de handelswijze van de VOC: van wurgcontracten tot de hongitochten van Jan Pieterszoon Coen. Hiermee wordt het beeld van de VOC bij de meeste leerlingen iets meer genuanceerd ten opzichte van de onderbouw.De video’s die hieronder zijn opgenomen zijn niet geschikt voor in de les. Ze zijn puur bedoeld om extra inzichten en informatie te bieden die kan worden verwerkt tot bruikbaar lesmateriaal.Onderwerpen:de Europese handel met Aziëde werkwijze van de VOC: van wurgcontracten tot de hongitochtende opkomst en ondergang van de VOCPersonen:Vasco da GamaCornelis de HoutmanJan Huygen van LinschotenJan Pieterszoon CoenVideo's: