Ik verzamel argumenten bij verschillende standpunten.
Ik beschouw mijn opvattingen en stel deze eventueel bij.
Ik luister actief naar de standpunten van een ander.
Gespreksregel:
Mijn lijf laat zien dat ik luister. (Ik geef non-verbaal aan dat ik luister naar de ander.)