Afsluitende quiz
1 / 10
Lesduur is: 15 minIntroductie
Wat heb jij geleerd over het onderwerp? Test je kennis in de quiz!
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
..
.
.
Heb jij de tekst goed begrepen? Test je kennis!
Nieuwe omroepen ontstaan door een verschijnsel dat in het begin van de 20e eeuw in opkomst is in Nederland. Welk verschijnsel is dit?
A
de omroep
B
de uitzending
C
de verzuiling
D
de polarisatie
Slide 2 - Quizvraag
Is de uitspraak hieronder WAAR of NIET WAAR?
Heb jij het goed begrepen? Test je kennis!
WAAR
NIET WAAR
De eerste televisie had een afstandsbediening.
Slide 3 - Sleepvraag
.
Hoe kan het dat je in sommige woonkamers zoveel mensen tegelijk samen naar de televisie zag kijken?
Heb jij de tekst goed begrepen? Test je kennis!
Slide 4 - Open vraag
..
.
.
Heb jij de tekst goed begrepen? Test je kennis!
In welk jaar kwam de eerste kleuren-tv?
A
1951
B
1956
C
1967
D
1976
Slide 5 - Quizvraag
..
.
.
Heb jij de tekst goed begrepen? Test je kennis!
De regisseur van een programma zet op papier wat er precies gebeurt en wat iemand zegt. Hoe heet dit?
A
een script
B
een draaibundel
C
een programma
D
een uitzending
Slide 6 - Quizvraag
.
Wat gebeurt er precies bij de montage?
Heb jij de tekst goed begrepen? Test je kennis!
Slide 7 - Open vraag
..
.
.
Heb jij de tekst goed begrepen? Test je kennis!
In 1958 wordt er in Nederland voor het eerst geëxperimenteerd met televisie. In welke stad zijn deze eerste uitzendingen te ontvangen?
A
Hilversum
B
Amsterdam
C
Den Haag
D
Eindhoven
Slide 8 - Quizvraag
..
.
.
Heb jij de tekst goed begrepen? Test je kennis!
Welke naam is geen ander woord voor de televisie?
A
de beeldbuis
B
de kijkbuis
C
de omroepkijker
D
het televisietoestel