In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Introductie
We zien bijna elke dag vogels, vlinders en bijen in de lucht voorbij vliegen. Maar ook op en onder de grond leven heel veel dieren, wel meer dan tienduizend soorten! Die worden bodemdieren genoemd.
Sommige leiden een stiekem bestaan en komen alleen ’s nachts tevoorschijn. Wil jij weten welke? Trek je jas aan en ga op safari in je eigen buurt.
Onderdelen in deze les
Bodemdieren
Ga mee op bodemdierensafari!
Slide 1 - Tekstslide
Wat weet jij al over bodemdieren?
Verdeel een vel papier zoals op de afbeelding hiernaast. Schrijf in 1 minuut alles op wat jij weet over bodemdieren.
Is de tijd voorbij? Overleg met elkaar wat jullie hebben opgeschreven.
Wat weten jullie samen al over bodemdieren? Dat schrijf je op in het middelste vak!
Met je tafelgroepje
timer
1:00
Slide 2 - Tekstslide
Wat wil jij graag leren of weten over bodemdieren?
Schrijf je vragen op en plak ze op de vragenmuur!
Slide 3 - Tekstslide
Dit ga je leren!
Aan het eind van de les:
weet ik wat bodemdieren zijn.
weet ik welke tien hoofdgroepen van bodemdieren er zijn.
weet ik waarom bodemdieren belangrijk zijn.
kan ik minstens 5 bodemdieren noemen.
kan ik een manier bedenken om de leefomstandigheden van bodemdieren te verbeteren.
kan ik een paspoort maken van een bodemdier naar keuze.
Slide 4 - Tekstslide
Lezen & Woordenschat
Arceer de woorden die jij nog niet goed begrijpt.
Arceer in ieder geval:
het bodemdier
tevoorschijn komen
recyclen
het bestrijdingsmiddel
vergelijken
de wetenschap
Slide 5 - Tekstslide
tevoorschijn komen
Je laten zien of zichtbaar worden.
Sommige bodemdiertjes komen alleen ’s nachts tevoorschijn.
het bodemdier
recyclen
Stoffen halen uit afval en die opnieuw gebruiken.
Plastic afval wordt ingezameld om het te recyclen.
het bodemdier
Dier dat op of onder de grond leeft.
Een worm is eenbodemdier.
het bestrijdingsmiddel
Gif om onkruid en insecten mee dood te maken. Sommige boeren gebruiken bestrijdingsmiddelen om hun gewassen te beschermen.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Bodemdiertjes!
de regenworm kleine tunnels onder de grond graaft, waardoor water zich makkelijker door de bodem verspreidt. Hierdoor kunnen planten makkelijker water opnemen en nog beter groeien!
Ze zijn onder te verdelen in 10 hoofdgroepen:
de regenworm, naaktslak, huisjesslak, spinachtigen, pissebed, miljoenenpoot, duizendpoot, kever, mier en de mol.
Bodemdieren houden de bodem gezond. Ze eten resten op van dode planten en dieren en zorgen voor voedsel voor planten.
Het gewoel in de bodem zorgt voor gaatjes waar regenwater in kan, zo blijft de bodem gezond en luchtig.
Door een gezonde bodem kunnen planten lekker groeien en kunnen we de grond goed gebruiken om voedsel op te verbouwen.
Die kriebelige bodemdiertjes zijn dus hartstikke onmisbaar!
Slide 8 - Tekstslide
Klikplaat
Even voorstellen ...
De regenworm graaft kleine tunnels onder de grond, waardoor water zich makkelijker door de bodem verspreidt, de bodem luchtig is en de aarde wordt gemengd. Hierdoor kunnen planten makkelijker water opnemen en nog beter groeien!
De slak is vooral op vochtige plaatsen zoals bossen en tuinen te vinden. Ze verplaatsen zich door middel van een slijmspoor en gebruiken hun rasptong om bijvoorbeeld plantenresten, zwammen en uitwerpselen te eten.
De pissebed bestaat uit harde, overlappende platen met op de kop twee grote voelsprieten. Ze leven vooral op vochtige en donkere plaatsen, zoals onder stenen, in spleten van boomschors of tussen bladeren.
Een spin is ongeveer 1 uur bezig met het maken van een web. De rest van de dag is de spin bezig met het herstellen van kapotte stukken.
Spinnen zijn misschien klein, maar ze kunnen heel veel eten. Een spin kan per dag ongeveer 15 procent van zijn eigen lichaamsgewicht verorberen!
De zwaarste insecten zijn kevers. Er zijn wel 370.000 soorten! Van super kleine kevertjes zoals de Ptiliidae tot grote zoals de Herculeskever (tot 19 cm). Hun stevige voorvleugels bieden een goede bescherming. Kevers eten zowel dierlijk als plantaardig voedsel.
Slide 9 - Tekstslide
Wat zijn bodemdieren?
Slide 10 - Open vraag
Teken een bodemdier. Kan je schoudermaatje raden welk bodemdiertje jij hebt getekend?
Slide 11 - Open vraag
Welke uitspraak over bodemdieren is juist?
A
Bodemdieren zorgen voor voedsel voor planten.
B
Hoe slechter het met de bodemdieren gaat, hoe slechter het ook voor ons mensen is.
C
Bodemdieren kunnen wateroverlast voorkomen.
D
Alle antwoorden zijn juist.
Slide 12 - Quizvraag
Waarom zijn bodemdiertjes zo belangrijk? Slepen maar!
Ik zorg voor gaatjes in de grond
Regenwater kan daardoor goed de grond in en houdt de bodem gezond.
Planten en bomen kunnen goed groeien en zorgen weer voor zuurstof voor de mens
Slide 13 - Sleepvraag
WAAR of NIET WAAR?
Alle bodemdieren zijn insecten.
A
B
Slide 14 - Quizvraag
Waarom gaat het op sommige plekken niet zo goed met de bodemdieren?
Slide 15 - Open vraag
Vind jij het belangrijk dat er onderzoek wordt gedaan naar bodemdieren? Waarom wel of niet? Bespreek het met je schoudermaatje.
Slide 16 - Open vraag
Bedenk samen met je schoudermaatje een manier om de leefomstandigheden van bodemdiertjes te verbeteren. Jullie mogen je plan tekenen of opschrijven.
Slide 17 - Open vraag
Verwerking
Maak een dierenpaspoort van een bodemdier naar keuze!
Om welk dier gaat het?
Wat doet het dier?
Hoe ziet het dier eruit?
Wat maakt het dier bijzonder?
Welk leuk weetje kan je over het dier vertellen?
In een paspoort zijn allerlei belangrijke gegevens te zien en lezen.
Slide 18 - Tekstslide
Naar buiten!
Werk samen in een groepje van vier.
Verzamel jullie paspoortjes bij elkaar en ga naar buiten, op zoek naar bodemdiertjes!
Hebben jullie een bodemdiertje gevonden?
Lees en bekijk dan op de paspoortjes of het één van jullie bodemdieren is. Van welk bodemdiertje hebben jullie het meest gevonden?
Zelf een dagje onderzoeker zijn? Van 24 september 2021 tot en met 6 oktober 2021 zijn de Bodemdierendagen. In heel Nederland zoeken mensen naar bodemdieren in hun omgeving. Doe jij ook mee? Op basis van jouw onderzoek kunnen wetenschappers zien hoe het gaat met het bodemleven in ons land.
Dus: duik je tuin in of speur op het schoolplein, in het bos, op een groen dak of balkon naar bodemdieren en tel hoeveel het er zijn!