Geluid

Geluid
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
WoordenschatBegrijpend lezen+5BasisschoolGroep 5,6

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Introductie

We maken elke dag geluid. Dankzij geluid kunnen we met elkaar praten, muziek luisteren en naar elkaar toeteren. Maar wat is geluid eigenlijk? En hoe kan het dat we het niet kunnen zien, maar wel horen? Of kunnen we het tóch zien?

Onderdelen in deze les

Geluid

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan als je denkt aan ...
Wat weet jij al over geluid? Waar moet je aan denken?
Schrijf het in een woordveld.

Bespreek je woordveld met je schoudermaatje. Hebben jullie nieuwe dingen van elkaar geleerd?
timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wereldoriëntatie

Na deze les:
  • weet ik hoe geluid zich verplaatst.
  • kan ik een aantal belangrijke onderdelen van het oor noemen die nodig zijn om geluid te kunnen horen.
  • kan ik het verschil uitleggen tussen hoge en lage tonen.
Dit ga je leren
Woordenschat

Na deze les: 
  • begrijp ik de belangrijke woorden uit de tekst.
Taal

Na deze les:
  • kan ik aan de hand van een instructievideo aan andere kinderen uitleggen hoe zij een proefje kunnen uitvoeren.  


Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Vragenmuur 
Wat zou je willen weten over geluid?  Schrijf jouw vragen op en plak ze op de vragenmuur!

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verdiepende tekst

Arceer de woorden die je nog niet goed begrijpt. Arceer in ieder geval: 

  • de trilling
  • het trommelvlies
  • het slakkenhuis
  • versterken
  • de toon

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

het trommelvlies
Vlies in je oor dat trilt als je geluid hoort.

Door het lawaai had Jan pijn aan zijn trommelvlies.
Woordenschat
het geluid
de trilling
Een snelle, op en neer gaande beweging.

Geluid verplaatst zich door trillingen in de lucht.
Hulpkaart
het slakkenhuis
Deel van het binnenoor, gevuld met vloeistof. Het ontvangt geluidstrillingen van de gehoorbeentjes en zet deze om in elektrische signalen. Zintuigcellen in het slakkenhuis geven de signaaltjes door aan de gehoorzenuw.

Het slakkenhuis is een belangrijk onderdeel van ons oor. 
versterken
Iets sterker/harder maken. 

Zijn stem werd versterkt door de microfoon.
de toon
Klank met een bepaalde hoogte. 

Hij kon die hoge tonen niet halen met zijn lage stem.

Slide 6 - Tekstslide

Woordenschat
Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.
Woordenschat
eten
het ontbijt
de lunch
het diner
Ga met behulp van de hulpkaart op zoek naar de betekenis van de woorden die jij hebt gearceerd. 
Wist je de betekenis nog niet? Schrijf de betekenis voor jezelf op. Horen er woorden bij elkaar? Maak dan een woordparaplu, -kast of -trap.
groot
klein
muis
olifant
Hulpkaart
woordparaplu
woordtrap
woordkast
timer
5:00

Slide 7 - Tekstslide

Woordenschat
Bespreek de belangrijke woorden met uw leerlingen. De hulpkaart kan helpen om achter de betekenis van de woorden te komen. In hun logboek noteren de leerlingen de betekenis van de woorden die ze nog niet kenden.
..
.
Heb jij het  goed begrepen? Test je kennis!
WAAR of NIET WAAR?
Geluid bestaat uit trillingen.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar zie je wat?
Slepen maar!
Heb jij het goed begrepen? Test je kennis!
slakkenhuis
trommelvlies

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

..
.
Heb jij het goed begrepen? Test je kennis!
Wat zit NIET in onze oren?
Let op: meerdere antwoorden zijn goed. 
A
trommelvlies
B
drumvlies
C
oorschild
D
slakkenhuis

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke volgorde ontvang jij het geluid?
Slepen maar!
Heb jij het goed begrepen? Test je kennis!
trommelvlies
oor
slakkenhuis

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

..
.
Heb jij het goed begrepen? Test je kennis!
Wat doet je trommelvlies?
A
Het versterkt het geluid voor het naar je slakkenhuis gaat.
B
Het zorgt ervoor dat het geluid een beetje gedempt wordt voor het naar je hersenen gaat.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

..
.
Heb jij het goed begrepen? Test je kennis!
Hoe komt het dat je je eigen stem anders hoort dan dat andere mensen jouw stem horen?
A
Je hoort je eigen stem alleen inwendig via je schedel en niet uitwendig via je oren.
B
Je hoort je eigen stem uitwendig en inwendig, maar anderen horen jouw stem alleen uitwendig.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

..
.
Heb jij het goed begrepen? Test je kennis!
Bekijk het proefje uit de tekst en voer het uit. 
Welk onderdeel van je oor moet het folie uit het proefje voorstellen?
A
oorschelp
B
geluid
C
trommelvlies
D
slakkenhuis

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

..
.
Heb jij het goed begrepen? Test je kennis!
WAAR of NIET WAAR?
Hoge tonen laten de lucht langzamer trillen dan lage tonen. 
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

..
.
Heb jij het goed begrepen? Test je kennis!
WAAR of NIET WAAR?
Geluid kan materialen laten trillen. 
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

.
Heb jij het goed begrepen? Test je kennis!
Heb jij weleens gevoeld dat iets ging trillen door een geluid? Zo ja, wat gebeurde er en wat hoorde je en voelde je?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verwerkingsopdracht
Je gaat straks een instructievideo maken over een proefje met geluid. Maar uh, hoe doe je dat eigenlijk? Geen paniek, ik help je er stap voor stap doorheen!

Slide 19 - Tekstslide

Verwerkingsopdracht
Voorbeelden bekijken
Bekijk de twee voorbeelden van instructieve teksten hiernaast. 
Voorbeelden van instructieve teksten
Klik op de afbeelding om in te zoomen.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

.
Wat valt je op aan de instructieve teksten?
Wat maakt deze teksten zo anders dan bijvoorbeeld een verhaal of een informatieve tekst?
Heb jij het goed begrepen? Test je kennis!

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden bekijken
Bekijk de twee voorbeelden van instructievideo's hiernaast.
Voorbeelden van instructievideo's


Een mango snijden. Dat kan soms best lastig zijn. Je kunt natuurlijk niet door de pit heensnijden.
Dit filmpje helpt je!
 

Je hebt er misschien nog nooit van gehoord, maar je kunt een echt 'boekgedicht' maken. Hoe? Dat wordt in dit filmpje uitgelegd.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

.
Wat valt je op aan de instructievideo's?
Wat maakt dit een ander soort filmpje dan bijvoorbeeld een tekenfilmpje op televisie?
Heb jij het goed begrepen? Test je kennis!

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Conclusie
In instructieve teksten en in instructievideo's ...

  • ... wordt uitgelegd hoe je iets kunt doen.
  • ... worden de stappen die je moet doen stap voor stap besproken. 
  • ... is de volgorde van de stappen belangrijk.
  • ... worden woorden als eerst, daarna, nu, straks en vervolgens gebruikt om een volgorde aan te geven.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De opdracht
Proefje kiezen
Kies een proefje uit waarover jij een instructietekst en een instructievideo gaat maken. Kijk bijvoorbeeld op proefjes.nl voor verschillende proefjes met geluid.

TIP!  Zorg ervoor dat je alle materialen die ervoor nodig zijn tot je beschikking hebt!

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Schrijf een instructieve tekst waarin je stap voor stap uitlegt je het door jou gekozen proefje moet uitvoeren.

Van instructieve tekst naar instructievideo

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwerkingsopdracht
Neem de instructievideo op.
In de instructievideo vertel je stap voor stap hoe je het proefje moet uitvoeren.
De instructievideo
wordt uitgelegd hoe de kijker het proefje moet uitvoeren.
wordt duidelijk benoemd welke materialen er nodig zijn voor het proefje. 
is het duidelijk welke stappen er genomen moeten worden en in welke volgorde dit moet gebeuren.
worden woorden gebruikt die een volgorde aangeven (zoals eerst, daarna, dan, nu, straks en vervolgens).

In de instructievideo ... 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feedback & Publiceren
Laat de instructievideo zien aan de leerlingen in groep 4, 5 of 6. Kunnen zij aan de hand van jullie video het proefje uitvoeren? Wat ging al heel goed? Wat kun je de volgende keer nog beter oefenen? Schrijf tips en tops in je projectschrift. 

Slide 28 - Tekstslide

Verwerkingsopdracht
Reflectie
Draai aan het rad en bespreek de vraag!

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wereldoriëntatie

  • Ik weet hoe geluid zich verplaatst.
  • Ik kan een aantal belangrijke onderdelen van het oor noemen die nodig zijn om geluid te kunnen horen.
  • Ik kan het verschil uitleggen tussen hoge en lage tonen.
Terugkoppeling lesdoelen
Woordenschat

  • Ik weet wat
    de belangrijke woorden uit de tekst betekenen. 
Taal

  • Ik kan aan de hand van een instructievideo aan andere kinderen uitleggen hoe zij een proefje kunnen uitvoeren.  
Schrijf in je projectschrift wat jij hebt geleerd!

Slide 30 - Tekstslide

Terugkoppeling lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen. Hebben zij de lesdoelen behaald?
Vragenmuur & Weetmuur
  • Op welke vragen hebben jullie deze les antwoord gekregen? 
  • Welke vragen zijn nog onbeantwoord? 
  • Hoe kun je ervoor zorgen dat je toch achter het antwoord op deze vragen komt?

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

              Tot de volgende keer!

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies