27 lesplannen
Op zoek naar interactief lesmateriaal? Bekijk hier de online lesplannen van Nederlands Openluchtmuseum
Lesplan met 1 les
Jeroen Bosch
Canonvenster Jeroen Bosch Basisonderwijs groep 5,6,7,8 LesdoelenAan het eind van de les weten de leerlingen wie Jeroen Bosch was.De leerlingen leren over het middeleeuwse beroep van schilderDe leerlingen leren over het leven in de middeleeuwse stad.De leerlingen gaan nadenken over de betekenis van de schilderijen van Jeroen Bosch. Inleiding Jeroen Bosch is een beroemde schilder uit de Middeleeuwen. Met zijn schilderijen wilde hij mensen waarschuwen om een goed, gelovig christen te zijn. Anders kon het wel eens slecht met ze aflopen. Op zijn schilderijen liet hij de hel zien, met monsters, duivels en vreemde wezens. Van al zijn werken hangen er nog maar een paar in Nederland, in Museum Boymans Van Beuningen in Rotterdam.Jeroen Bosch Jeroen Bosch woonde en werkte zijn hele leven in ’s-Hertogenbosch, ook wel Den Bosch genoemd. Hij heette eigenlijk Jeroen van Aken, maar noemde zichzelf als schilder Jeroen Bosch. Midden in de stad had hij zijn schildersatelier. Hier maakte hij samen met zijn leerlingen zijn kunstwerken. Leerlingen werkten gewoon mee aan een schilderij. Opbouw opdracht en voorbereiding Deze les is geschikt voor thuisonderwijs of voor in de klas. De leerlingen moeten bedenken wat zij weten over Jeroen Bosch en waarom zij meer over hem gaan leren. Verder denken ze na over de betekenis van de schilderijen van Jeroen Bosch en leren de leerlingen meer over het leven in die tijd. -Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop).-Introduceer de les en vertel de leerlingen wat ze gaan doen vandaag.-Volg de les op het digibord. -Bespreek de quiz-onderdelen zo nodig na. -Herhaal de les en vraag aan de leerlingen om hun mening over de les.
Lesplan met 1 les
Schrijven op een wasplankje
Canonvenster Karel de GroteVoortgezet onderwijs onderbouwLesdoelenAan het eind van de les kunnen leerlingen een verband leggen tussen Karel de Grote en het middeleeuwse karolingische schrift. Aan het eind van de les kennen de leerlingen de betekenis van de begrippen: Karel de Grote, karolingische minuskel, wasplankje.Aan het eind van de les kunnen leerlingen hun eigen handtekening op een wasplankje ontwerpen, wat overeenkomt met de wijze waarop Karel de Grote dit ooit deed. Schrijven op een wasplankje Karel de Grote wilde eenheid in zijn grote rijk: één geloof, één munt en ook één handschrift. Zo kon iedereen hetzelfde lezen en begrijpen. Die nieuwe schrijfletter moest natuurlijk wel geoefend worden. Dat kon je goed doen op een wasplankje. InleidingLang niet iedereen leerde schrijven in de tijd van Karel de Grote. Er waren geen scholen. Alleen in kloosters of aan het hof werd (aan jongens) schrijfles gegeven. Bij dit nieuwe schrift werden voor het eerst hoofdletters en spaties tussen de woorden gebruikt. Dat maakte het lezen een stuk gemakkelijker. Maar het leren schrijven was nog steeds een hele klus. Er was nog geen papier, perkament en inkt waren te kostbaar om te verspillen. Je kon de letters oefenen met een stokje in het zand. Ook gebruikte men een wasplankje. In de was kon je de letters krassen en daarna weer uitvegen om opnieuw te beginnen. Een handige uitvinding van de Romeinen die ook in de tijd van Karel de Grote nog veel gebruikt wordt. Meer over dit onderwerp: zie de onderstaande links. Opbouw opdracht en voorbereiding In deze opdracht gaan de leerlingen aan de slag met het schrijven op een wasplankje. Ze voelen hoe lastig het is om met een houten staafje mooie letters te maken in de was. Ze oefenen letters van het schrift van Karel de Grote en maken zijn handtekening na. Ook maken ze hun eigen ‘Karolingische’ handtekening. Voor deze opdracht zijn wasplankjes nodig. Deze zijn hier kant en klaar te koop. Je kunt ze ook met de leerlingen zelf maken. De les wordt dan natuurlijk wel een stuk langer. Zie hiervoor het werkblad wasplankjes maken, bekijk dit werkblad voor de uitleg. Ook staat er een materialenlijst met wat je allemaal nodig hebt. Bijenwas ervoor is hier te bestellen. -Bestel of maak wasplankjes en schrijfstiftjes.-Zet alle benodigdheden klaar in de klas.-Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop).-Laat de digibordslides zien in de klas; een museumdocent legt hierin met een filmpje iets uit over Karel de Grote, zijn schrift en het wasplankje. -Ga met de kinderen aan de slag. LinksCanon van Nederland - Karel de GroteWasplankjes bestellenBijenwas bestellen
Lesplan met 1 les
Het Caribisch gebied
Canonvenster Het Caribisch gebiedVoortgezet onderwijs onderbouwLesdoelenAan het eind van de les kunnen de leerlingen een verband leggen tussen het koloniale verleden van Nederland en onze huidige multiculturele samenleving en de verscheidenheid aan feesten die in Nederland worden gevierd. Aan het eind van de les kennen de leerlingen de betekenis van de volgende begrippen: kolonie, dekolonisatie, raksha bandhan, laddu.Aan het eind van de les kunnen de leerlingen laddu maken aan de hand van een recept. Een wat? Een Laddu! Een hapje dat Hindoes eten bij het feest Raksha Bandhan. Ontdek snel wat je dan viert en hoe je een Laddu maakt. Lekker zoet!Inleiding In de loop van de twintigste eeuw komen er steeds meer nieuwe Nederlanders uit de hele wereld naar Nederland. Zoals Surinamers zodat zij hun Nederlandse identiteit konden behouden, of Antillianen vanwege de verslechterde economie. Deze mensen nemen ook nieuwe religies en gebruiken mee, en drukken zo hun stempel op het land. Waarschijnlijk zitten er in jouw klas ook kinderen met allerlei verschillende achtergronden en uit verschillende culturen. Dat betekent dat we niet meer alleen de christelijke feesten vieren in Nederland, maar ook allerlei andere feesten die bij die andere culturen horen, zoals: het Suikerfeest, Holi, Keti koti én Raksha Bandhan. Meer over dit onderwerp: zie de onderstaande links. De opdracht In deze opdracht gaan kinderen aan de slag met het maken van een lekker hapje dat veel wordt gegeten tijdens hindoeïstische feesten, zoals Raksha Bandhan. Raksha Bandhan valt op de dag van de volle maan in augustus. Zussen bedanken hun broers op dit feest voor de bescherming die hij hen biedt. Om hem te bedanken binden ze een beschermingskoord om zijn pols én maken ze een lekker hapje voor hem, een Laddu. Boodschappenlijstje Zakje kokosBlikje gecondenseerde melkKleurstof voor etenBonbonpapiertjesLepelBakjeOpbouw opdracht en voorbereidingIn deze opdracht gaan kinderen aan de slag met het maken van een lekker hapje dat hoort bij Raksha Bandhan, een feest dat hindoes vieren in augustus. -Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop). -Download het boodschappenlijstje. -Koop alle ingrediënten. -Zet alle benodigdheden klaar in de klas. -Laat de digibordslides zien in de klas. Een museumdocent legt hierin met een filmpje uit hoe je laddu maakt.-Ga met de kinderen aan de slag en geniet van een heerlijk hapje.LinksCanon van Nederland - Het Caribisch gebied
Lesplan met 1 les
Watersnood! Wat neem jij mee?
Canonvenster de watersnoodBasisonderwijs groep 5-8 LesdoelenAan het eind van de les hebben de leerlingen kennis gemaakt met de gebeurtenis en de gevolgen van de watersnoodramp.Aan het eind van de les kunnen de leerlingen een vertaalslag maken naar de huidige dreiging van het water door te onderzoeken of ze in een risicogebied wonen en te bedenken welke eigendommen van belang zijn tijdens evacuatie. Watersnood! Wat neem jij mee? In februari 1953 breken de dijken en grote delen van zuidwest-Nederland lopen onder water. Een ramp! Wat neem jij mee als jouw straat opeens vol water zou staan? Inleiding De Deltawerken zijn over de hele wereld bekend. Ze zijn gebouwd om een rampnacht als in 1953 te voorkomen. In Zeeland begaven de dijken het toen onder de druk van een grote storm. 1836 mensen kwamen om, tienduizenden raakten dakloos. “Dit nooit weer,” was de reactie in Nederland. En er is daarna heel veel geïnvesteerd in nieuwe dijken en ingenieuze bouwwerken om Nederland te beschermen tegen het water. Meer over dit onderwerp: zie de onderstaande links. Opbouw opdracht en voorbereiding Onze dijken beschermen ons nu tegen een overstroming en hoewel de kans gelukkig klein is, kan het natuurlijk een keer misgaan.. In deze opdracht ontdekken leerlingen hoe hoog het water bij jullie in de klas zou komen als de dijken vandaag zouden breken. Misschien ligt jullie klas wel gunstig en houden jullie droge voeten. Maar misschien staat het wel tot het plafond! En wat zou jij in dat geval meenemen? Wat is belangrijk? Je tablet? Je teddybeer..? Kinderen leven zich in die moeilijke nacht van toen in en praten over hun bezittingen en hun gevoelens. -Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop).-Bekijk de les en video.-Bekijk met de leerlingen deze website en kijk hoe hoog het water bij jullie komt. Als bij jullie het water niet hoog komt, stel je dan voor dat je klas in bijvoorbeeld Den Haag ligt. -Hang een briefje op de muur hoe hoog het water in de klas zou komen. Meet het samen met de leerlingen uit. -Laat de leerlingen individueel een lijstje maken met maximaal vijf dingen die zij mee zouden willen nemen als het water in hun straat opeens hoog zou staan. Doe deze opdracht ook als het water in de klas niet hoog zou staan. Het gaat om het inleven in de geschiedenis. -Laat vijf kinderen hun lijstje voorlezen in de klas. Staan er dingen op die overeenkomen met andere kinderen? Of staan er juist hele andere dingen op? Waarom zijn juist deze dingen belangrijk voor deze leerlingen? -Discussieer erover in de klas. LinksCanon van Nederland - De watersnoodOverstroomik?
Lesplan met 1 les
Wat is dat?!
Vreemde museumstukkenVoortgezet onderwijs bovenbouwLesdoelenAan het eind van de les kennen de leerlingen de betekenis van de begrippen: collectie en conservator.Aan het eind van de les kunnen de leerlingen de herkomst en functie van een voor hen onbekend object met behulp van handvatten onderzoeken en presenteren.Leerlingen maken een presentatie over een onbekend object uit onze geschiedenis. Ze ontdekken niet alleen wat het is, maar bedenken ook een alternatieve uitleg om hun klasgenoten voor de gek te houden. Wie trapt erin? Inleiding In het Nederlands Openluchtmuseum bewaren we heel veel voorwerpen die in onze geschiedenis dagelijks gebruikt werden. Een schep, een fiets, een huis. De voorwerpen zeggen iets over hoe we toen leefden. Ze zijn bijzonder omdat ze inmiddels verdwenen of veranderd zijn. Of ze horen bij een belangrijke gebeurtenis uit ons verleden. Soms zijn er objecten waarvan je geen idee hebt wat het is. Zelfs de experts in het museum weten soms niet waar het voor gebruikt werd. Dat vinden onze conservatoren (de mensen die verantwoordelijk zijn voor het bewaren van de spullen) erg leuk, want dan kunnen ze onderzoek doen en misschien wel iets nieuws leren over onze geschiedenis. In deze opdracht gaan leerlingen zelf een soort ‘conservator’ spelen. Ze gaan in groepjes onderzoek doen naar een object waarvan je niet meteen kunt zien wat het is en waarvoor het gebruikt werd. Alle objecten horen bij een periode uit onze geschiedenis: de Republiek, de VOC of de Tweede Wereldoorlog. Uit welke tijd ze komen, zeggen we er niet bij. Ze moeten zelf, met behulp van een aantal tips, op onze website opzoeken wat het object is, uit welke tijd het komt en waarvoor het gebruikt werd. Daarna mogen ze fantaseren: wat zou het ook geweest kunnen zijn, uit welke tijd en waarvoor zou het gebruikt worden? Ook daar moeten ze een geloofwaardig verhaal van maken. Ze presenteren deze twee uitleggen in de klas. De klas mag kiezen: wat denken zij dat het is? Meer over dit onderwerp: zie de onderstaande links. Opbouw en voorbereiding -Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop).-Introduceer de opdracht met behulp van de digibordles.-Deel de klas op in groepjes. Er zijn in totaal 7 ‘mysterieobjecten’, dus maak maximaal 7 groepjes.-Verdeel de mysterie-objecten onder de groepjes. Ze krijgen alleen een foto van het object en twee tips om op te zoeken wat het is (zie downloads). Zelf kun je in de pdf ‘Antwoorden mysterie objecten docent’ opzoeken wat de voorwerpen zijn.-Laat de leerlingen op de website van het openluchtmuseum opzoeken wat het voorwerp is. -Laat ze daarna een geloofwaardig alternatief bedenken. -Ze maken een korte presentatie van de twee betekenissen met de hoofdstukken: Wat is het? Waar werd het voor gebruikt? Uit welke tijd komt het? -Laat de leerlingen per groepje presenteren. -De andere leerlingen mogen na elke presentatie stemmen welke uitleg zij denken dat de juiste is. Wie heeft de meeste leerlingen voor de gek gehouden? TIP: een goede alternatieve uitleg is natuurlijk net zo goed opgebouwd als de ware uitleg! Ook hiervoor moeten leerlingen onderzoek doen naar de tijd en voorwerpen uit die tijd!LinksCollectie Nederlands Openluchtmuseum
Lesplan met 1 les
Bouwen
Themales bouwenVoortgezet onderwijs onderbouwLesdoelenAan het eind van de les kunnen de leerlingen beredeneren hoe de materiaalkeuze van een woning ontstaat, door voorbeelden in de les te bekijken en door de materiaalkeuze van hun school te onderzoeken.Bouwen Waar is jouw school van gebouwd? Als je naar de geschiedenis kijkt, ontdek je dat mensen met heel veel verschillende materialen huizen hebben gemaakt. Van baksteen, leem, met een riet dak of dakpannen... Waar is jullie school eigenlijk van gemaakt? En waarom juist daarvan? Inleiding De mens bouwt. De belangrijkste reden voor een mens om te bouwen is om beschutting te hebben. Niet alleen voor zichzelf, maar ook voor bijvoorbeeld dieren, karren en in latere tijd machines. Deze beschutting is vooral nodig tegen het weer. Mensen bouwen van alles: schuren, stallen, fabrieken, maar vooral huizen. Hier wonen mensen immers in. In een huis vinden mensen niet alleen beschutting tegen het weer maar ook tegen gevaar; in een huis loop je minder kans overvallen te worden door dieven dan in de openlucht. Mensen vinden bovendien warmte in een huis. Wanneer je een vuurtje aanlegt in huis of de verwarming aanzet, blijft de warmte langer hangen tussen de muren en het dak, dan in de openlucht. Mensen bouwen huizen in de stad en op het platteland. De huizen op het platteland zijn over het algemeen groter dan die in de stad. Dit komt doordat er op het platteland meer ruimte is om een huis te bouwen. In een stad wonen immers meer mensen dichter op elkaar, dus moeten de huizen daar kleiner worden gebouwd. Je huis neem je vaak voor lief. Maar waar je woont bepaalt ook vaak hoé je woont. In warme landen zijn de huizen anders dan in koude, want tegen de kou heb je een andere soort bescherming nodig. Ook bouwden mensen vroeger vaak met materialen uit de buurt. Woonde je bij een bos, dan gebruikte je veel hout. Woonde je in gebieden waar veel leem in de grond zat, dan bouwde je daarmee. Leerlingen ontdekken dat het gebruik van materialen en bouwtechnieken voor huizen afhankelijk was, en in vele delen van de wereld nog is, van verschillende factoren: geografische factoren (bijv. grondsoort, klimaat); aanwezigheid van bouwmaterialen ter plaatse; sociaal-economische omstandigheden van de eigenaar van het huis. Opbouw opdracht en voorbereiding De leerlingen beseffen met deze opdracht dat mensen huizen bouwen en dat ze bepaalde redenen hebben voor het gebruik van specifieke bouwmaterialen. Ook ontdekken ze waar de school van gemaakt is. Ze denken na over waarom de school juist hiervan gemaakt is. -Print het werkblad materialen in mijn school uit – voor alle leerlingen. -Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop).-Introduceer kort het onderwerp ‘bouwen’. -Laat de eerste slides van de digibordmodule zien met het filmpje van de museumdocent en de opdracht. -Geef de leerlingen het werkblad materialen in mijn school. -Laat de leerlingen de hele school doorlopen en alle materialen opschrijven die ze zien. -Vul samen met de leerlingen de checklist in die in de digibordmodule staat. Welke materialen worden gebruikt in jullie school? -Discussieer: waarom denk je dat deze materialen zijn gebruikt? Extra verdiepingsopdracht Voor voortgezet onderwijs: laat de leerlingen kijken hoe de bakstenen muur van school is opgebouwd. Zie hier baksteenformaten en gebruik het werkblad steensverbanden in bakstenen muur.LinksBaksteenformaten
Lesplan met 1 les
Het Wilhelmus
Canonvenster Willem van OranjeVoortget onderwijs onderbouwLesdoelenAan het eind van de les kennen de leerlingen de oorsprong van het Wilhelmus en kunnen zij hierdoor een verband leggen tussen het Wilhelmus en Willem van Oranje.Aan het eind van de les kennen de leerlingen de betekenis van de volgende begrippen en personen: Willem van Oranje, het Wilhelmus, de geuzen.Aan het eind van de les kunnen leerlingen hun mening vormen en hun gevoel uiten over het gebruik van volksliederen. Het Wilhelmus Het Wilhelmus is het Nederlandse volkslied. Het is een loflied over Willem van Oranje. Hij leidde in de 16e eeuw de Nederlandse Opstand tegen de Spanjaarden. Het lied wordt nu heel plechtig gespeeld en gezongen. Maar in het begin klonk het heel anders. Inleiding Het Wilhelmus werd voor het eerst gezongen door de geuzen. De melodie was overgenomen van een bestaande Franse soldatenmars. Het werd een lied dat de geuzen lekker konden zingen bij het marcheren. Alleen al het deuntje was voldoende om Spaanse troepen op stang te jagen. Het strijdlied gaf moed en eeuwenlang is men het blijven zingen. In 1932 maakte koningin Wilhelmina het Wilhelmus tot nationaal volkslied. Meer over dit onderwerp: zie onderstaande links. Opbouw opdracht en voorbereiding Deze les is geschikt voor thuisonderwijs of voor in de klas. De leerlingen moeten onder andere raden wat het oorspronkelijke tempo van het Wilhelmus was. Verder denken ze na over de betekenis van het volkslied. Aan het einde van de les zingen de leerlingen allemaal mee met de Wilhelmus-karaoke. -Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop).-Introduceer het Wilhelmus-Volg de les op het digibord. -Bespreek de quiz-onderdelen zo nodig na. -Zing mee met de Wilhelmus-karaoke en bespreek de gevoelens die dat oproept.LinksCanon van Nederland - Willem van OranjeTekst Wilhelmus
Lesplan met 1 les
Jeroen Bosch
Canonvenster Jeroen Bosch Voortgezet onderwijs klas 1,2,3 LesdoelenAan het eind van de les weten de leerlingen wie Jeroen Bosch was.De leerlingen leren over hoe we weten wie hij was.De leerlingen leren over het leven in een Middeleeuwse stad.De leerlingen gaan nadenken over de betekenis van de schilderijen van Jeroen Bosch.De leerlingen leren over symboliek in de schilderkunst. Inleiding Tegen het eind van de middeleeuwen leeft er in ’s-Hertogenbosch een schilder met een bijzonder creatieve fantasie. Zijn schilderijen en tekeningen waarschuwen voor de gevolgen van de zonden en de dwaasheid van de mensen, zoals gebruikelijk in die tijd. Tegelijkertijd is de beeldtaal van Jeroen Bosch uniek en onvergetelijk.Jeroen Bosch Jeroen Bosch woonde en werkte zijn hele leven in ’s-Hertogenbosch, ook wel Den Bosch genoemd. Hij heette eigenlijk Jeroen van Aken, maar noemde zichzelf als schilder Jeroen Bosch. Midden in de stad had hij zijn schildersatelier. Hier maakte hij samen met zijn leerlingen zijn kunstwerken. Leerlingen werkten gewoon mee aan een schilderij. Met zijn schilderijen wilde hij mensen waarschuwen om een goed, gelovig christen te zijn. Op zijn schilderijen liet hij de hel zien, met monsters, duivels en vreemde wezens. Opbouw opdracht en voorbereiding Deze les is geschikt voor thuisonderwijs of voor in de klas. De leerlingen moeten bedenken wat zij weten over Jeroen Bosch en waarom zij meer over hem gaan leren. Verder denken ze na over de betekenis van de schilderijen van Jeroen Bosch en leren de leerlingen meer over symboliek in de schilderkunst. -Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop).-Introduceer de les en vertel de leerlingen wat ze gaan doen vandaag.-Volg de les op het digibord. -Bespreek de quiz-onderdelen zo nodig na. -Herhaal de les en vraag aan de leerlingen om hun mening over de les.
Lesplan met 1 les
Bouwen
Themales bouwenBasisonderwijs groep 6-8 LesdoelenAan het eind van de les kunnen de leerlingen beredeneren hoe de materiaalkeuze van een woning ontstaat, door voorbeelden in de les te bekijken en door de materiaalkeuze van hun school te onderzoeken.Bouwen Waar is jouw school van gebouwd? Als je naar de geschiedenis kijkt, ontdek je dat mensen met heel veel verschillende materialen huizen hebben gemaakt. Van baksteen, leem, met een riet dak of dakpannen... Waar is jullie school eigenlijk van gemaakt? En waarom juist daarvan? Inleiding De mens bouwt. De belangrijkste reden voor een mens om te bouwen is om beschutting te hebben. Niet alleen voor zichzelf, maar ook voor bijvoorbeeld dieren, karren en in latere tijd machines. Deze beschutting is vooral nodig tegen het weer. Mensen bouwen van alles: schuren, stallen, fabrieken, maar vooral huizen. Hier wonen mensen immers in. In een huis vinden mensen niet alleen beschutting tegen het weer maar ook tegen gevaar; in een huis loop je minder kans overvallen te worden door dieven dan in de openlucht. Mensen vinden bovendien warmte in een huis. Wanneer je een vuurtje aanlegt in huis of de verwarming aanzet, blijft de warmte langer hangen tussen de muren en het dak, dan in de openlucht. Mensen bouwen huizen in de stad en op het platteland. De huizen op het platteland zijn over het algemeen groter dan die in de stad. Dit komt doordat er op het platteland meer ruimte is om een huis te bouwen. In een stad wonen immers meer mensen dichter op elkaar, dus moeten de huizen daar kleiner worden gebouwd. Je huis neem je vaak voor lief. Maar waar je woont bepaalt ook vaak hoé je woont. In warme landen zijn de huizen anders dan in koude, want tegen de kou heb je een andere soort bescherming nodig. Ook bouwden mensen vroeger vaak met materialen uit de buurt. Woonde je bij een bos, dan gebruikte je veel hout. Woonde je in gebieden waar veel leem in de grond zat, dan bouwde je daarmee. Leerlingen ontdekken dat het gebruik van materialen en bouwtechnieken voor huizen afhankelijk was, en in vele delen van de wereld nog is, van verschillende factoren: geografische factoren (bijv. grondsoort, klimaat); aanwezigheid van bouwmaterialen ter plaatse; sociaal-economische omstandigheden van de eigenaar van het huis. Opbouw opdracht en voorbereiding De leerlingen beseffen met deze opdracht dat mensen huizen bouwen en dat ze bepaalde redenen hebben voor het gebruik van specifieke bouwmaterialen. Ook ontdekken ze waar de school van gemaakt is. Ze denken na over waarom de school juist hiervan gemaakt is. -Print het werkblad materialen in mijn school uit – voor alle leerlingen. -Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop).-Introduceer kort het onderwerp ‘bouwen’. -Laat de eerste slides van de digibordmodule zien met het filmpje van de museumdocent en de opdracht. -Geef de leerlingen het werkblad materialen in mijn school. -Laat de leerlingen de hele school doorlopen en alle materialen opschrijven die ze zien. -Vul samen met de leerlingen de checklist in die in de digibordmodule staat. Welke materialen worden gebruikt in jullie school? -Discussieer: waarom denk je dat deze materialen zijn gebruikt? Extra verdiepingsopdracht Voor voortgezet onderwijs: laat de leerlingen kijken hoe de bakstenen muur van school is opgebouwd. Zie hier baksteenformaten en gebruik het werkblad steensverbanden in bakstenen muur.LinksBaksteenformaten
Lesplan met 1 les
Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog
Canonles Eerste WereldoorlogVoortgezet onderwijs leerjaar 2-3LesdoelenAan het eind van deze les kunnen de leerlingen uitleggen welke gevolgen de Eerste Wereldoorlog voor Nederland heeft gehad.Aan het eind van deze les kennen de leerlingen de betekenis van de volgende begrippen: Onbeperkte Duikbotenoorlog, mobilisatie, neutraal, Dodendraad, deserteurs, Aardappeloproer.Inleiding Van 1914 tot 1918 woedde in Europa een ‘Groote Oorlog’ die later de Eerste Wereldoorlog is genoemd. In deze Eerste Wereldoorlog stonden de ‘centralen’ tegenover de ‘geallieerden’. De centralen waren Duitsland, Oostenrijk en Turkije. De ‘geallieerden’ waren Frankrijk, Groot-Brittannië en Rusland. De Nederlandse regering vond dat Nederland neutraal moest blijven bij een oorlog in Europa. Neutraal zijn betekent dat je geen partij kiest en dus ook niet mee vecht. Maar in ons land merkte je maar al te goed dat het om ons heen oorlog was. Grote aantallen Belgische vluchtelingen moesten in tentenkampen worden opgevangen. De werkloosheid groeide, want handelen met het buitenland was moeilijk geworden. Bovendien werden veel schepen die goederen vervoerden met torpedo’s tot zinken gebracht. Er werd dan ook volop gesmokkeld! Meer over dit onderwerp: zie de onderstaande links. Opdracht en voorbereiding -Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop).-Introduceer de Eerste Wereldoorlog.-Volg de les, bekijk de video's en lees de teksten klassikaal. -Laat de leerlingen de quizvragen beantwoorden en bespreek deze samen.-Bespreek en evalueer de les met de leerlingen.LinksCanon van Nederland - Eerste Wereldoorlog
Deze les is tot stand gekomen dankzij de Stichting Janivo.
Lesplan met 1 les
Feest! Maak een heerlijke laddu
ThemalesVoortgezet onderwijs onderbouwLesdoelenAan het eind van de les hebben de leerlingen kennis gemaakt met het hindoeïstische feest Raksha Bandhan. Aan het eind van de les kunnen de leerlingen laddu maken aan de hand van een recept. Een wat? Een Laddu! Een hapje dat Hindoes eten bij het feest Raksha Bandhan. Ontdek snel wat je dan viert en hoe je een Laddu maakt. Lekker zoet!Inleiding In de loop van de twintigste eeuw komen er steeds meer nieuwe Nederlanders uit de hele wereld naar Nederland. Zij nemen ook nieuwe religies en gebruiken mee, en drukken zo hun stempel op het land. Waarschijnlijk zitten er in jouw klas ook kinderen met allerlei verschillende achtergronden en uit verschillende culturen. Dat betekent dat we niet meer alleen de christelijke feesten vieren in Nederland, maar ook allerlei andere feesten die bij die andere culturen horen: het Suikerfeest, Holi, Keti koti én Raksha Bandhan. Het Suikerfeest is een feest dat islamieten vieren na hun periode van vasten (de Ramadan). Holi is een hindoeïstisch feest in maart. Het is een soort Nieuwjaarsfeest en lentefeest ineen en viert de overwinning van de lente op de koude winter en van het goede op het kwade. Keti koti betekent letterlijk: gebroken ketenen en viert de afschaffing van de slavernij. Deze opdracht gaat over Raksha Bandhan.Meer over dit onderwerp: zie de onderstaande links.De opdrachtIn deze opdracht gaan kinderen aan de slag met het maken van een lekker hapje dat hoort bij Raksha Bandhan, een Hindoeïstisch feest. Raksha Bandhan valt op de dag van de volle maan in augustus. Zussen bedanken hun broers op dit feest voor de bescherming die hij hen biedt. Om hem te bedanken binden ze een beschermingskoord om zijn pols én maken ze een lekker hapje voor hem, een Laddu.Opbouw opdracht en voorbereidenIn deze opdracht gaan kinderen aan de slag met het maken van een lekker hapje dat hoort bij het Raksha Bandhan, een feest dat hindoes vieren in augustus.-Download het boodschappenlijstje.-Koop alle ingrediënten.-Zet alle benodigdheden klaar in de klas.-Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop).-Laat de digibordslides zien in de klas. Een museumdocent legt hierin met een filmpje uit wat Raksha Bandhan is en hoe je laddu maakt.-Ga met de leerlingen aan de slag en geniet van een heerlijk hapje.BoodschappenlijstjeZakje kokosBlikje gecondenseerde melkKleurstof voor etenBonbonpapiertjesLepelsBakjesLinksWeet wat je viert - over feesten in Nederland
Lesplan met 1 les
Yes! Je eigen gedenkbord
Themales gedenkbordenBasisonderwijs groep 6-8 LesdoelenAan het eind van de les kennen de leerlingen de functie en betekenis van gedenkborden.Aan het eind van de les kunnen de leerlingen een gedenkbord ontwerpen met de aspecten die hierbij belangrijk zijn: een bijzondere gebeurtenis, een passende afbeelding, een datum of jaartal. Yes! Je eigen gedenkbord Om belangrijke gebeurtenissen uit onze geschiedenis te herdenken of te vieren, zoals de Eerste Spoorlijn, maakten mensen vroeger gedenk- en vierborden. Maak je eigen gedenkbord voor iets belangrijks uit jouw geschiedenis (of die van de school). Inleiding De Canon van Nederland bevat vijftig belangrijke gebeurtenissen uit de geschiedenis van Nederland. Om zulke belangrijke gebeurtenissen te herdenken of vieren maakten mensen vroeger vaak gedenk- en vierborden. Deze zetten of hangen mensen dan op een mooi plekje in huis als herinnering aan die belangrijke gebeurtenis. De collectie van het Nederlands Openluchtmuseum heeft heel veel van deze borden. Bijvoorbeeld van de kroning van Koning Willem I, de eerste Nederlandse Koning. Of van de eerste spoorlijn in 1839, de Watersnood van 1953 of over Willem van Oranje. Meer over dit onderwerp: zie de onderstaande links. Opbouw opdracht en voorbereiding In deze opdracht bekijken de leerlingen een aantal gedenkborden en ontdekken ze meer dit over deze belangrijke gebeurtenis uit onze geschiedenis. Daarna gaan ze aan de slag met het maken van een eigen gedenkbord van een belangrijke gebeurtenis uit hun eigen geschiedenis (of die van de school). Voorbereiding Om een echt bord te maken, koop je witte borden en porseleinverf, bijvoorbeeld bij Pipoos. Je kunt natuurlijk ook werken met een rond papier en gewone plakkaatverf. -Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop). -Leg alle materialen klaar in de klas. -Vertel de leerlingen over gedenk borden. -Laat de leerlingen de digibordmodule zien. Hierin zien ze voorbeelden van gedenkborden. -Laat de leerlingen zelf een gebeurtenis uit hun eigen geschiedenis bedenken die ze willen herdenken of vieren. Je kunt er natuurlijk ook eentje voorschrijven. -Vul het werkblad in over deze gebeurtenis (gebruik het werkblad gedenkbord). -Ga aan de slag met de verf, papier en/of borden en maak mooie gedenk- en vierborden over alle onderwerpen die de leerlingen bedacht hebben. -Hang ze op in de klas en laat de leerlingen rondlopen en vragen stellen aan elkaar over hun gebeurtenis.LinksCanon van Nederland - Willem van OranjeCanon van Nederland - Koning Willem ICanon van Nederland - De eerste spoorlijnCanon van Nederland - De watersnoodVind meer gedenkborden in de museumcollectieBestel porseleinverf
Lesplan met 1 les
Watersnood! Wat neem jij mee?
Canonvenster de watersnoodVoortgezet onderwijs onderbouwLesdoelenAan het eind van de les hebben de leerlingen kennis gemaakt met de gebeurtenis en de gevolgen van de watersnoodramp. Aan het eind van de les kunnen de leerlingen een vertaalslag maken naar de huidige dreiging van het water door te onderzoeken of ze in een risicogebied wonen en te bedenken welke eigendommen van belang zijn tijdens evacuatie. Watersnood! Wat neem jij mee? In februari 1953 breken de dijken en grote delen van zuidwest-Nederland lopen onder water. Een ramp! Wat neem jij mee als jouw straat opeens vol water zou staan? Inleiding De Deltawerken zijn over de hele wereld bekend. Ze zijn gebouwd om een rampnacht als in 1953 te voorkomen. In Zeeland begaven de dijken het toen onder de druk van een grote storm. 1836 mensen kwamen om, tienduizenden raakten dakloos. “Dit nooit weer,” was de reactie in Nederland. En er is daarna heel veel geïnvesteerd in nieuwe dijken en ingenieuze bouwwerken om Nederland te beschermen tegen het water. Meer over dit onderwerp: zie de onderstaande links. Opbouw opdracht en voorbereiding Onze dijken beschermen ons nu tegen een overstroming en hoewel de kans gelukkig klein is, kan het natuurlijk een keer misgaan.. In deze opdracht ontdekken leerlingen hoe hoog het water bij jullie in de klas zou komen als de dijken vandaag zouden breken. Misschien ligt jullie klas wel gunstig en houden jullie droge voeten. Maar misschien staat het wel tot het plafond! En wat zou jij in dat geval meenemen? Wat is belangrijk? Je tablet? Je teddybeer..? Kinderen leven zich in die moeilijke nacht van toen in en praten over hun bezittingen en hun gevoelens. -Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop).-Bekijk de les en video.-Bekijk met de leerlingen deze website en kijk hoe hoog het water bij jullie komt. Als bij jullie het water niet hoog komt, stel je dan voor dat je klas in bijvoorbeeld Den Haag ligt. -Hang een briefje op de muur hoe hoog het water in de klas zou komen. Meet het samen met de leerlingen uit. -Laat de leerlingen individueel een lijstje maken met maximaal vijf dingen die zij mee zouden willen nemen als het water in hun straat opeens hoog zou staan. Doe deze opdracht ook als het water in de klas niet hoog zou staan. Het gaat om het inleven in de geschiedenis. -Laat vijf kinderen hun lijstje voorlezen in de klas. Staan er dingen op die overeenkomen met andere kinderen? Of staan er juist hele andere dingen op? Waarom zijn juist deze dingen belangrijk voor deze leerlingen? -Discussieer erover in de klas. LinksCanon van Nederland - De watersnoodOverstroomik?
Lesplan met 1 les
Kinderarbeid
Canonvenster Het Kinderwetje van Van HoutenBasisonderwijs groep 6-8LesdoelenAan het eind van de les kennen de leerlingen de betekenis van en het verband tussen de volgende begrippen: kinderarbeid en het Kinderwetje van Van Houten.Aan het eind van de les kunnen de leerlingen in groepsverband beredeneren wat de positieve en negatieve gevolgen zijn bij het in opstand komen tegen kinderarbeid. Stel, je bent hoofd van een 19e eeuws familie die in armoede leeft. Zou jij je kinderen laten meewerken om rond te komen? Of vind je het belangrijk dat ze naar school gaan om te leren lezen en schrijven? Inleiding Vandaag de dag zitten bijna alle kinderen op school, maar in de 19e eeuw was dat wel anders! Ze werkten op het land, in de winkel of in de werkplaats. Dat vonden ouders nuttig, kinderen leerden zo een beroep. Maar het was ook broodnodig, want zo verdienden kinderen geld voor het hele gezin. Als de kinderen niet werkten, hadden de gezinnen simpelweg niet genoeg te eten op tafel. Toen de stoommachine werd uitgevonden en de Industriële Revolutie plaatsvond, ontstond er ook een ander soort werk dat kinderen gingen doen. Er kwamen namelijk overal fabrieken die mensen nodig hadden om te werken. Ook kinderen gingen daar werken, soms ook ‘s nachts. Dat vonden veel mensen geen goed idee. Het werk was ongezond en gevaarlijk. Ze vonden het beter als kinderen naar school zouden gaan. Uiteindelijk kwamen er twee wetten die ervoor zorgden dat kinderen nu naar school mogen: het kinderwetje van Samuel van Houten, waarin stond dat kinderen niet meer in fabrieken mochten werken. En wat later de leerplichtwet, die bepaalde dat alle kinderen tot hun 12e jaar naar school moesten. Meer over dit onderwerp: zie de onderstaande links. Opbouw opdracht en voorbereiding -Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop). -Introduceer het thema kinderarbeid.-Volg de les, bekijk de video's en lees de teksten klassikaal. -Laat de leerlingen de quizvragen beantwoorden en bespreek deze samen. -Bespreek en evalueer de les met de leerlingen.LinksCanon van Nederland - Het Kinderwetje van Van Houten
Deze les is tot stand gekomen dankzij de Janivo Stichting.
Lesplan met 1 les
Feest! Maak een heerlijke laddu
ThemalesBasisonderwijs groep 4-8 LesdoelenAan het eind van de les hebben de leerlingen kennis gemaakt met het hindoeïstische feest Raksha Bandhan. Aan het eind van de les kunnen de leerlingen laddu maken aan de hand van een recept. Een wat? Een Laddu! Een hapje dat Hindoes eten bij het feest Raksha Bandhan. Ontdek snel wat je dan viert en hoe je een Laddu maakt. Lekker zoet!Inleiding In de loop van de twintigste eeuw komen er steeds meer nieuwe Nederlanders uit de hele wereld naar Nederland. Zij nemen ook nieuwe religies en gebruiken mee, en drukken zo hun stempel op het land. Waarschijnlijk zitten er in jouw klas ook kinderen met allerlei verschillende achtergronden en uit verschillende culturen. Dat betekent dat we niet meer alleen de christelijke feesten vieren in Nederland, maar ook allerlei andere feesten die bij die andere culturen horen: het Suikerfeest, Holi, Keti koti én Raksha Bandhan. Het Suikerfeest is een feest dat islamieten vieren na hun periode van vasten (de Ramadan). Holi is een hindoeïstisch feest in maart. Het is een soort Nieuwjaarsfeest en lentefeest ineen en viert de overwinning van de lente op de koude winter en van het goede op het kwade. Keti koti betekent letterlijk: gebroken ketenen en viert de afschaffing van de slavernij. Deze opdracht gaat over Raksha Bandhan.Meer over dit onderwerp: zie de onderstaande links.De opdrachtIn deze opdracht gaan kinderen aan de slag met het maken van een lekker hapje dat hoort bij Raksha Bandhan, een Hindoeïstisch feest. Raksha Bandhan valt op de dag van de volle maan in augustus. Zussen bedanken hun broers op dit feest voor de bescherming die hij hen biedt. Om hem te bedanken binden ze een beschermingskoord om zijn pols én maken ze een lekker hapje voor hem, een Laddu.Opbouw opdracht en voorbereidenIn deze opdracht gaan kinderen aan de slag met het maken van een lekker hapje dat hoort bij het Raksha Bandhan, een feest dat hindoes vieren in augustus.-Download het boodschappenlijstje.-Koop alle ingrediënten.-Zet alle benodigdheden klaar in de klas.-Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop).-Laat de digibordslides zien in de klas. Een museumdocent legt hierin met een filmpje uit wat Raksha Bandhan is en hoe je laddu maakt.-Ga met de leerlingen aan de slag en geniet van een heerlijk hapje.BoodschappenlijstjeZakje kokosBlikje gecondenseerde melkKleurstof voor etenBonbonpapiertjesLepelsBakjesLinksWeet wat je viert - over feesten in Nederland
Lesplan met 1 les
Feest! Proef het Suikerfeest met een amandelbonbon
ThemalesVoortgezet onderwijs onderbouwLesdoelenAan het eind van de les hebben de leerlingen kennis gemaakt met het islamitische Suikerfeest.Aan het eind van de les kunnen de leerlingen een amandelbonbon maken aan de hand van een recept. Moslims vieren met het Suikerfeest het eind van de maand Ramadan waarin ze overdag niet mochten eten. En dan wordt er drie dagen lang wél gegeten! Onder andere heerlijke amandelbonbons. Kijk snel hoe je ze zelf maakt!Inleiding Aan het begin van de twintigste eeuw was Nederland nog vrijwel helemaal blank. Nu is dat heel anders. Nieuwe Nederlanders uit de hele wereld, met andere religies en gebruiken, drukken hun stempel op het land. Waarschijnlijk zitten er in jouw klas ook kinderen met allerlei verschillende achtergronden en uit verschillende culturen. Dat betekent dat we niet meer alleen de Christelijke feesten vieren in Nederland, maar ook allerlei andere feesten die bij die andere culturen horen: Holi, Keti koti en het Suikerfeest. Holi is een hindoeïstisch feest in maart. Het is een soort Nieuwjaarsfeest en lentefeest ineen en viert de overwinning van de lente op de koude winter en van het goede op het kwade. Keti koti betekent letterlijk: gebroken ketenen en viert de afschaffing van de slavernij. Deze opdracht gaat over het Suikerfeest! Moslims vieren met het Suikerfeest het einde van de vastenperiode Ramadan. Een maand lang mochten ze overdag niet eten. Nu eten ze drie dagen lang samen met familie en vrienden de lekkerste gerechten, vooral zoete hapjes. Vooral Turkse moslims houden erg van zoete hapjes na het vasten. De naam Suikerfeest komt dan ook van het Turkse fieker bayrami.Meer over dit onderwerp: zie onderstaande links.Opbouw opdracht en voorbereidingIn deze opdracht gaan kinderen aan de slag met het maken van een lekker hapje dat hoort bij het Suikerfeest, een feest dat moslims vieren aan het eind van de maand Ramadan waarin ze overdag niet mochten eten.Bekijk het boodschappenlijstje-Koop alle ingrediënten.-Zet alle benodigdheden klaar in de klas.-Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop).-Laat de digibordslides zien in de klas. Een museumdocent legt hierin met een filmpje uit wat het Suikerfeest is en hoe je een amandelbonbon maakt.-Ga met de kinderen aan de slag en geniet van een heerlijk hapje.BoodschappenlijstjeAmandelspijsSatéprikkerBonbonpapiertjesGesmolten chocolade (in een chocoladesmelter bijvoorbeeld of een pannetje)Amandelen LinksCanon van Nederland - gastarbeidersWeet wat je viert - over feesten in Nederland
Lesplan met 1 les
Gastarbeiders
Canonvenster De gastarbeidersVoortgezet onderwijs onderbouwLesdoelenAan het eind van de les kunnen de leerlingen een verband leggen tussen gastarbeiders en onze huidige multiculturele samenleving en de verscheidenheid aan feesten die in Nederland worden gevierd. Aan het eind van de les kennen de leerlingen de betekenis van de volgende begrippen: gastarbeiders, de ramadan, het suikerfeest.Aan het eind van de les kunnen de leerlingen amandelbonbons maken aan de hand van een recept. Moslims vieren met het Suikerfeest het eind van de maand Ramadan waarin ze overdag niet mochten eten. En dan wordt er drie dagen lang wél gegeten! Onder andere heerlijke amandelbonbons. Kijk snel hoe je ze zelf maakt! Inleiding Aan het begin van de twintigste eeuw was Nederland nog vrijwel helemaal blank. Nu is dat heel anders. Nieuwe Nederlanders uit de hele wereld, met andere religies en gebruiken, drukken hun stempel op het land. Waarschijnlijk zitten er in jouw klas ook kinderen met allerlei verschillende achtergronden en uit verschillende culturen. Dat betekent dat we niet meer alleen de Christelijke feesten vieren in Nederland, maar ook allerlei andere feesten die bij die andere culturen horen: Holi, Keti koti en het Suikerfeest. Holi is een hindoeïstisch feest in maart. Het is een soort Nieuwjaarsfeest en lentefeest ineen en viert de overwinning van de lente op de koude winter en van het goede op het kwade. Keti koti betekent letterlijk: gebroken ketenen en viert de afschaffing van de slavernij. Deze opdracht gaat over het Suikerfeest! Moslims vieren met het Suikerfeest het einde van de vastenperiode Ramadan. Een maand lang mochten ze overdag niet eten. Nu eten ze drie dagen lang samen met familie en vrienden de lekkerste gerechten, vooral zoete hapjes. Vooral Turkse moslims houden erg van zoete hapjes na het vasten. De naam Suikerfeest komt dan ook van het Turkse fieker bayrami. Meer over dit onderwerp: zie de onderstaande links. Opbouw opdracht en voorbereiding In deze opdracht gaan kinderen aan de slag met het maken van een lekker hapje dat hoort bij het Suikerfeest, een feest dat moslims vieren aan het eind van de maand Ramadan waarin ze overdag niet mochten eten.-Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop).-Bekijk het boodschappenlijstje.-Koop alle ingrediënten. -Zet alle benodigdheden klaar in de klas. -Laat de digibordslides zien in de klas. Een museumdocent legt hierin met een filmpje uit wat het Suikerfeest is en hoe je een amandelbonbon maakt. -Ga met de kinderen aan de slag en geniet van een heerlijk hapje. Boodschappenlijstje -Amandelspijs-Satéprikker-Bonbonpapiertjes-Gesmolten chocolade (in een chocoladesmelter bijvoorbeeld of een pannetje)-AmandelenLinksCanon van Nederland - gastarbeidersWeet wat je viert - over feesten in Nederland
Lesplan met 1 les
Napoleon en de invoering van familienamen
Canonvenster Napoleon BonaparteBasisonderwijs groep 6,7,8LesdoelenAan het eind van de les kunnen de leerlingen een verband leggen tussen Napoleon en familienamen.Aan het eind van de les weten de leerlingen waarom achternamen zijn ontstaan.Aan het eind van de les kunnen de leerlingen achternamen ontwerpen op basis van hobby’s, familieachtergrond of uiterlijke kenmerken, wat overeenkomt met de wijze waarop dat in de tijd van Napoleon werd gedaan. Napoleon en de invoering van familienamen Napoleon vond het belangrijk dat er een bevolkingsregister zou komen: dat duidelijk was wie er woonde in het land en waar. En vooral ook om te weten welke jongens oud genoeg waren om zijn leger in te kunnen. Daarom moest iedereen geregistreerd worden met een voor- en achternaam, de familienaam. Als jij geen achternaam had, wat zou je dan kiezen? Inleiding In 1811 wilde Napoleon dat alle Nederlanders zich inschreven en dat de geboortes, sterfgevallen en huwelijken in het bevolkingsregister werden bijgehouden. Veel mensen hadden wel een achternaam, maar deze was niet altijd officieel vastgelegd. Sommige mensen moesten bij het inschrijven zelf een naam verzinnen. Meer over dit onderwerp: zie de onderstaande links. Opbouw opdracht en voorbereiding De leerlingen bekijken de introductie en verzinnen een nieuwe achternaam voor zichzelf en voor één van hun klasgenoten. -Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop). -Introduceer Napoleon.-Laat het filmpje zien over achternamen. -Laat iedereen nadenken en een achternaam verzinnen voor zichzelf en een (positieve!) voor iemand anders.-Bespreek na, wie weet de juiste achternaam bij de juiste leerling te plaatsen?LinksCanon van Nederland - Napoleon BonaparteSchoolTV - achternamen
Lesplan met 1 les
Schrijven op een wasplankje
Canonvenster Karel de GroteBasisonderwijs groep 6-8 LesdoelenAan het eind van de les kunnen leerlingen een verband leggen tussen Karel de Grote en het middeleeuwse karolingische schrift. Aan het eind van de les kennen de leerlingen de betekenis van de begrippen: Karel de Grote, karolingische minuskel, wasplankje.Aan het eind van de les kunnen leerlingen hun eigen handtekening op een wasplankje ontwerpen, wat overeenkomt met de wijze waarop Karel de Grote dit ooit deed. Schrijven op een wasplankjeKarel de Grote wilde eenheid in zijn grote rijk: één geloof, één munt en ook één handschrift. Zo kon iedereen hetzelfde lezen en begrijpen. Die nieuwe schrijfletter moest natuurlijk wel geoefend worden. Dat kon je goed doen op een wasplankje. InleidingLang niet iedereen leerde schrijven in de tijd van Karel de Grote. Er waren geen scholen. Alleen in kloosters of aan het hof werd (aan jongens) schrijfles gegeven. Bij dit nieuwe schrift werden voor het eerst hoofdletters en spaties tussen de woorden gebruikt. Dat maakte het lezen een stuk gemakkelijker. Maar het leren schrijven was nog steeds een hele klus. Er was nog geen papier, perkament en inkt waren te kostbaar om te verspillen. Je kon de letters oefenen met een stokje in het zand. Ook gebruikte men een wasplankje. In de was kon je de letters krassen en daarna weer uitvegen om opnieuw te beginnen. Een handige uitvinding van de Romeinen die ook in de tijd van Karel de Grote nog veel gebruikt wordt. Meer over dit onderwerp: zie de onderstaande links. Opbouw opdracht en voorbereiding In deze opdracht gaan de leerlingen aan de slag met het schrijven op een wasplankje. Ze voelen hoe lastig het is om met een houten staafje mooie letters te maken in de was. Ze oefenen letters van het schrift van Karel de Grote en maken zijn handtekening na. Ook maken ze hun eigen ‘Karolingische’ handtekening. Voor deze opdracht zijn wasplankjes nodig. Deze zijn hier kant en klaar te koop. Je kunt ze ook met de leerlingen zelf maken. De les wordt dan natuurlijk wel een stuk langer. Zie hiervoor het werkblad wasplankjes maken, bekijk dit werkblad voor de uitleg. Ook staat er een materialenlijst met wat je allemaal nodig hebt. Bijenwas ervoor is hier te bestellen. -Bestel of maak wasplankjes en schrijfstiftjes.-Zet alle benodigdheden klaar in de klas.-Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop).-Laat de digibordslides zien in de klas; een museumdocent legt hierin met een filmpje iets uit over Karel de Grote, zijn schrift en het wasplankje. -Ga met de kinderen aan de slag. LinksCanon van Nederland - Karel de GroteWasplankjes bestellenBijenwas bestellen
Lesplan met 1 les
Yes! Je eigen gedenkbord
Themales gedenkbordenVoortgezet onderwijs onderbouwLesdoelenAan het eind van de les kennen de leerlingen de functie en betekenis van gedenkborden. Aan het eind van de les kunnen de leerlingen een gedenkbord ontwerpen met de aspecten die hierbij belangrijk zijn: een bijzondere gebeurtenis, een passende afbeelding, een datum of jaartal. Yes! Je eigen gedenkbord Om belangrijke gebeurtenissen uit onze geschiedenis te herdenken of te vieren, zoals de Eerste Spoorlijn, maakten mensen vroeger gedenk- en vierborden. Maak je eigen gedenkbord voor iets belangrijks uit jouw geschiedenis (of die van de school). Inleiding De Canon van Nederland bevat vijftig belangrijke gebeurtenissen uit de geschiedenis van Nederland. Om zulke belangrijke gebeurtenissen te herdenken of vieren maakten mensen vroeger vaak gedenk- en vierborden. Deze zetten of hangen mensen dan op een mooi plekje in huis als herinnering aan die belangrijke gebeurtenis. De collectie van het Nederlands Openluchtmuseum heeft heel veel van deze borden. Bijvoorbeeld van de kroning van Koning Willem I, de eerste Nederlandse Koning. Of van de eerste spoorlijn in 1839, de Watersnood van 1953 of over Willem van Oranje. Meer over dit onderwerp: zie de onderstaande links. Opbouw opdracht en voorbereiding In deze opdracht bekijken de leerlingen een aantal gedenkborden en ontdekken ze meer dit over deze belangrijke gebeurtenis uit onze geschiedenis. Daarna gaan ze aan de slag met het maken van een eigen gedenkbord van een belangrijke gebeurtenis uit hun eigen geschiedenis (of die van de school). Voorbereiding Om een echt bord te maken, koop je witte borden en porseleinverf, bijvoorbeeld bij Pipoos. Je kunt natuurlijk ook werken met een rond papier en gewone plakkaatverf. -Leg alle materialen klaar in de klas. -Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop).-Laat de leerlingen de digibordmodule zien. Hierin zien ze voorbeelden van gedenkborden. -Laat de leerlingen zelf een gebeurtenis uit hun eigen geschiedenis bedenken die ze willen herdenken of vieren. Je kunt er natuurlijk ook eentje voorschrijven. -Vul het werkblad in over deze gebeurtenis (gebruik het werkblad gedenkbord). -Ga aan de slag met de verf, papier en/of borden en maak mooie gedenk- en vierborden over alle onderwerpen die de leerlingen bedacht hebben. -Hang ze op in de klas en laat de leerlingen rondlopen en vragen stellen aan elkaar over hun gebeurtenis.LinksCanon van Nederland - Willem van OranjeCanon van Nederland - Koning Willem ICanon van Nederland - De eerste spoorlijnCanon van Nederland - De watersnoodVind meer gedenkborden in de museumcollectieBestel porseleinverf
Lesplan met 1 les
Maria van Bourgondië
Canonvenster Maria van Bourgondië Basisonderwijs groep 6,7,8 LesdoelenAan het eind van de les weten de leerlingen wie Maria van Bourgondië was. Aan het einde van de les weten de leerlingen wanneer Maria van Bourgondië leefde. Aan het eind van de les weten de leerlingen wat het Groot Privilege is. Inleiding Maria van Bourgondië is pas 25 jaar oud als ze sterft. Toch is de korte tijd dat ze regeert als hertogin een belangrijk omslagpunt in de geschiedenis van de Lage Landen. Onder druk geeft Maria rechten terug aan haar onderdanen en door haar huwelijk zullen de Nederlanden lang deel uitmaken van het wereldrijk van de Habsburgers.Maria van Bourgondië Zij was de vorstin tussen Bourgondië en Habsburg en leefde van 1457 tot 1482. Maria wordt in 1457 in Brussel geboren als enig kind van Isabella van Bourbon en Karel van Charolais. Ze is de kleindochter van de hertog van Bourgondië, Filips de Goede. Door slimme huwelijk- en machtspolitiek en oorlogen weten de Bourgondiërs hun hertogdom enorm uit te breiden met onder meer de rijkste delen van de Lage Landen, zoals Vlaanderen en Brabant. In januari 1477 sneuvelt Karel op het slagveld en wordt Maria als kersverse hertogin van Bourgondië de rijkste erfgenaam van Europa. Opbouw opdracht en voorbereiding Deze les is geschikt voor thuisonderwijs of voor in de klas. De leerlingen moeten bedenken wat zij weten over Maria van Bourgondië en waarom zij meer over haar te weten zullen komen. Verder denken ze na over de invloed van een stamboom op het leven van een mens en wat een stamboom is. Aan het einde van de les wordt door middel van een 'begrippenrad' de informatie nogmaals besproken. -Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop).-Introduceer de les en vertel de leerlingen wat ze gaan doen vandaag.-Volg de les op het digibord. -Bespreek de quiz-onderdelen zo nodig na. -Herhaal de les en vraag aan de leerlingen om hun mening over de les.
Lesplan met 1 les
Anton de Kom
Canonvenster Anton de KomBasisonderwijs groep 5,6,7,8LesdoelenDe leerlingen weten aan het einde van de les wie Anton de Kom was.De leerlingen leren waarom Anton de Kom zijn beroemde boek 'Wij slaven van Suriname' schreef.De leerlingenn leren dat Anton de Kom tegen racisme en kolonialisme was en waarom. Inleiding Anton de Kom is een Surinaamse schrijver en een verzetsheld. Hij werd in 1898 geboren in Suriname als zoon van een slaaf. Suriname was in die tijd een kolonie van Nederland. In zijn boek 'Wij slaven van Suriname' protesteerde hij tegen de onrechtvaardigheid in zijn land. Nog steeds wordt zijn boek veel gelezen.Anton de KomAnton de Kom wordt geboren in Paramaribo, de hoofdstad van Suriname. Anton haalt zijn boekhouddiploma in Suriname, maar hij kan geen goede baan krijgen. Hij vertrekt naar Nederland om daar zijn geluk te beproeven. Hij trouwde met Petronella Borsboom. Een gemengd huwelijk van een zwarte man en blanke vrouw was in die tijd nog erg ongewoon. Naast zijn werk was Anton de Kom schrijver en dichter. Hij vond dat Nederlanders veel te weinig wisten over de geschiedenis van Suriname en de slavernij. Hij gaf lezingen en schreef over de politiek. Dit is het begin geweest voor het schrijven van zijn bekende boek. Opbouw opdracht en voorbereiding Deze les is geschikt voor thuisonderwijs of voor in de klas. De leerlingen moeten bedenken wat zij weten over Anton de Kom. Verder leren de leerlingen meer over Anton de Kom en zijn bekende boek 'Wij slaven van Suriname'. Ook denken de leerlingen de hele les na over wat zij weten en vinden van dit verhaal en zijn strijd. -Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop).-Introduceer de les en vertel de leerlingen wat ze gaan doen vandaag.-Volg de les op het digibord. -Bespreek de quiz-onderdelen zo nodig na. -Herhaal de les en vraag aan de leerlingen om hun mening over de les.
Lesplan met 1 les
Anton de Kom
Canonvenster Anton de KomVoortgezet onderwijs klas 1,2,3LesdoelenDe leerlingen weten aan het einde van de les wie Anton de Kom was. De leerlingen leren waarom Anton de Kom bekend staat als vrijheidsstrijder, schrijver en verzetsheld. De leerlingen leren waarom Anton de Kom zijn beroemde boek 'Wij slaven van Suriname' schreef. Inleiding Anton de Kom is een Surinaamse schrijver en een verzetsheld. Hij werd in 1898 geboren in Suriname als zoon van een slaaf. Suriname was in die tijd een kolonie van Nederland. In zijn boek 'Wij slaven van Suriname' protesteerde hij tegen de onrechtvaardigheid in zijn land. Nog steeds wordt zijn boek veel gelezen.Anton de KomAnton de Kom wordt geboren in Paramaribo, de hoofdstad van Suriname, op dat moment een kolonie van Nederland. Anton haalt zijn boekhouddiploma in Suriname, maar hij kan door het racistische beleid geen goede baan krijgen. Hij vertrekt naar Nederland om daar zijn geluk te beproeven. Hij trouwde met Petronella Borsboom. Een gemengd huwelijk van een zwarte man en blanke vrouw was in die tijd nog erg ongewoon. Ze kregen vier kinderen. Naast zijn werk was Anton de Kom schrijver en dichter. Hij vond dat Nederlanders veel te weinig wisten over de geschiedenis van Suriname en de slavernij. Hij gaf lezingen en schreef over de politiek. Dit is het begin geweest voor het schrijven van zijn bekende boek. Opbouw opdracht en voorbereiding Deze les is geschikt voor thuisonderwijs of voor in de klas. De leerlingen moeten bedenken wat zij weten over Anton de Kom. Verder leren de leerlingen meer over Anton de Kom en zijn bekende boek 'Wij slaven van Suriname'. Ook denken de leerlingen de hele les na over wat zij weten en vinden van dit verhaal en zijn strijd. -Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop).-Introduceer de les en vertel de leerlingen wat ze gaan doen vandaag.-Volg de les op het digibord. -Bespreek de quiz-onderdelen zo nodig na. -Herhaal de les en vraag aan de leerlingen om hun mening over de les.
Lesplan met 1 les
Het Wilhelmus
Canonvenster Willem van OranjeBasisonderwijs groep 7,8 LesdoelenAan het eind van de les kennen de leerlingen de oorsprong van het Wilhelmus en kunnen zij hierdoor een verband leggen tussen het Wilhelmus en Willem van Oranje.Aan het eind van de les kennen de leerlingen de betekenis van de volgende begrippen en personen: Willem van Oranje, het Wilhelmus, de geuzen.Aan het eind van de les kunnen leerlingen hun mening vormen en hun gevoel uiten over het gebruik van volksliederen. Het Wilhelmus Het Wilhelmus is het Nederlandse volkslied. Het is een loflied over Willem van Oranje. Hij leidde in de 16e eeuw de Nederlandse Opstand tegen de Spanjaarden. Het lied wordt nu heel plechtig gespeeld en gezongen. Maar in het begin klonk het heel anders. Inleiding Het Wilhelmus werd voor het eerst gezongen door de geuzen. De melodie was overgenomen van een bestaande Franse soldatenmars. Het werd een lied dat de geuzen lekker konden zingen bij het marcheren. Alleen al het deuntje was voldoende om Spaanse troepen op stang te jagen. Het strijdlied gaf moed en eeuwenlang is men het blijven zingen. In 1932 maakte koningin Wilhelmina het Wilhelmus tot nationaal volkslied. Meer over dit onderwerp: zie onderstaande links. Opbouw opdracht en voorbereiding Deze les is geschikt voor thuisonderwijs of voor in de klas. De leerlingen moeten onder andere raden wat het oorspronkelijke tempo van het Wilhelmus was. Verder denken ze na over de betekenis van het volkslied. Aan het einde van de les zingen de leerlingen allemaal mee met de Wilhelmus-karaoke. -Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop).-Introduceer het Wilhelmus-Volg de les op het digibord. -Bespreek de quiz-onderdelen zo nodig na. -Zing mee met de Wilhelmus-karaoke en bespreek de gevoelens die dat oproept.LinksCanon van Nederland - Willem van OranjeTekst Wilhelmus
Lesplan met 1 les
Maria van Bourgondië
Canonvenster Maria van Bourgondië Voortgezet onderwijs klas 1,2,3LesdoelenAan het eind van de les weten de leerlingen hoe de hertogen van Bourgondië zo machtig zijn geworden.Aan het einde van de les weten de leerlingen wie Maria van Bourgondië was. Aan het eind van de les weten de leerlingen wat het Groot Privilege is.Aan het eind van de les begrijpen de leerlingen hoe Maria van Bourgondië een bepalende rol in de Nederlandse gespeeld heeft. Inleiding Maria van Bourgondië is pas 25 jaar oud als ze sterft. Toch is de korte tijd dat ze regeert als hertogin een belangrijk omslagpunt in de geschiedenis van de Lage Landen. Onder druk geeft Maria rechten terug aan haar onderdanen en door haar huwelijk zullen de Nederlanden lang deel uitmaken van het wereldrijk van de Habsburgers.Maria van Bourgondië Zij was de vorstin tussen Bourgondië en Habsburg en leefde van 1457 tot 1482. Maria wordt in 1457 in Brussel geboren als enig kind van Isabella van Bourbon en Karel van Charolais. Ze is de kleindochter van de hertog van Bourgondië, Filips de Goede. Door slimme huwelijk- en machtspolitiek en oorlogen weten de Bourgondiërs hun hertogdom enorm uit te breiden met onder meer de rijkste delen van de Lage Landen, zoals Vlaanderen en Brabant. In januari 1477 sneuvelt Karel op het slagveld en wordt Maria als kersverse hertogin van Bourgondië de rijkste erfgenaam van Europa. Opbouw opdracht en voorbereiding Deze les is geschikt voor thuisonderwijs of voor in de klas. De leerlingen moeten bedenken wat zij weten over Maria van Bourgondië en waarom zij meer over haar te weten zullen komen. Verder denken ze na over de invloed van Maria op de Nederlandse geschiedenis. Aan het einde van de les wordt door middel van een herhaalvraag de informatie nogmaals besproken. -Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop).-Introduceer de les en vertel de leerlingen wat ze gaan doen vandaag.-Volg de les op het digibord. -Bespreek de quiz-onderdelen zo nodig na. -Herhaal de les en vraag aan de leerlingen om hun mening over de les.
Lesplan met 1 les
Watersnood! Wat neem jij mee?
Canonvenster De WatersnoodVoortgezet onderwijs onderbouwLesdoelenAan het eind van de les hebben de leerlingen kennis gemaakt met de gebeurtenis en de gevolgen van de watersnoodramp. Aan het eind van de les kunnen de leerlingen een vertaalslag maken naar de huidige dreiging van het water door te onderzoeken of ze in een risicogebied wonen en te bedenken welke eigendommen van belang zijn tijdens evacuatie. Watersnood! Wat neem jij mee? In februari 1953 breken de dijken en grote delen van zuidwest-Nederland lopen onder water. Een ramp! Wat neem jij mee als jouw straat opeens vol water zou staan? Inleiding De Deltawerken zijn over de hele wereld bekend. Ze zijn gebouwd om een rampnacht als in 1953 te voorkomen. In Zeeland begaven de dijken het toen onder de druk van een grote storm. 1836 mensen kwamen om, tienduizenden raakten dakloos. “Dit nooit weer,” was de reactie in Nederland. En er is daarna heel veel geïnvesteerd in nieuwe dijken en ingenieuze bouwwerken om Nederland te beschermen tegen het water. Meer over dit onderwerp: zie de onderstaande links. Opbouw opdracht en voorbereiding Onze dijken beschermen ons nu tegen een overstroming en hoewel de kans gelukkig klein is, kan het natuurlijk een keer misgaan.. In deze opdracht ontdekken leerlingen hoe hoog het water bij jullie in de klas zou komen als de dijken vandaag zouden breken. Misschien ligt jullie klas wel gunstig en houden jullie droge voeten. Maar misschien staat het wel tot het plafond! En wat zou jij in dat geval meenemen? Wat is belangrijk? Je tablet? Je teddybeer..? Kinderen leven zich in die moeilijke nacht van toen in en praten over hun bezittingen en hun gevoelens. -Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop).-Bekijk de les en video.-Bekijk met de leerlingen deze website en kijk hoe hoog het water bij jullie komt. Als bij jullie het water niet hoog komt, stel je dan voor dat je klas in bijvoorbeeld Den Haag ligt. -Hang een briefje op de muur hoe hoog het water in de klas zou komen. Meet het samen met de leerlingen uit. -Laat de leerlingen individueel een lijstje maken met maximaal vijf dingen die zij mee zouden willen nemen als het water in hun straat opeens hoog zou staan. Doe deze opdracht ook als het water in de klas niet hoog zou staan. Het gaat om het inleven in de geschiedenis. -Laat vijf kinderen hun lijstje voorlezen in de klas. Staan er dingen op die overeenkomen met andere kinderen? Of staan er juist hele andere dingen op? Waarom zijn juist deze dingen belangrijk voor deze leerlingen? -Discussieer erover in de klas. LinksCanon van Nederland - De watersnoodOverstroomik?
Lesplan met 1 les
Feest! Proef Eid al-Fitr, het Ramadanfeest met een amandelbonbon
ThemalesBasisonderwijs groep 4-8 LesdoelenAan het eind van de les hebben de leerlingen kennis gemaakt met het islamitische Eid al-Fitr, het Ramadan feest. Aan het eind van de les kunnen de leerlingen een amandelbonbon maken aan de hand van een recept.Moslims vieren met Eid al-Fitr, het Ramadan feest, het eind van de maand Ramadan waarin ze overdag niet mochten eten. En dan wordt er drie dagen lang wél gegeten! Onder andere heerlijke amandelbonbons. Kijk snel hoe je ze zelf maakt!Inleiding Aan het begin van de twintigste eeuw waren de meeste Nederlanders nog wit. Nu is dat heel anders. Nieuwe Nederlanders uit de hele wereld, met andere religies en gebruiken, drukken hun stempel op het land. Waarschijnlijk zitten er in jouw klas ook kinderen met allerlei verschillende achtergronden en uit verschillende culturen. Dat betekent dat we niet meer alleen de Christelijke feesten vieren in Nederland, maar ook allerlei andere feesten die bij die andere culturen horen: Holi, Keti koti en het Ramadanfeest. Holi is een hindoeïstisch feest in maart. Het is een soort Nieuwjaarsfeest en lentefeest ineen en viert de overwinning van de lente op de koude winter en van het goede op het kwade. Keti koti betekent letterlijk: gebroken ketenen en viert de afschaffing van de slavernij. Deze opdracht gaat over Eid al-Fitr, het Ramadan feest! Moslims vieren met Eid al-Fitr, het Ramadan feest het einde van de vastenperiode Ramadan. Een maand lang mochten ze overdag niet eten. Nu eten ze drie dagen lang samen met familie en vrienden de lekkerste gerechten, vooral zoete hapjes. Vooral Turkse moslims houden erg van zoete hapjes na het vasten. Daarom noemen we het in Nederlan ook wel 'Suikerfeest', het Turkse fieker bayrami.Meer over dit onderwerp: zie onderstaande links.Opbouw opdracht en voorbereidingIn deze opdracht gaan kinderen aan de slag met het maken van een lekker hapje dat hoort bij het Eid al-Fitr, het Ramadan feest, een feest dat moslims vieren aan het eind van de maand Ramadan waarin ze overdag niet mochten eten.-Bekijk het boodschappenlijstje-Koop alle ingrediënten.-Zet alle benodigdheden klaar in de klas.-Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop).-Laat de digibordslides zien in de klas. Een museumdocent legt hierin met een filmpje uit wat het -Ramadanfeest is en hoe je een amandelbonbon maakt.-Ga met de kinderen aan de slag en geniet van een heerlijk hapje.BoodschappenlijstjeAmandelspijsSatéprikkerBonbonpapiertjesGesmolten chocolade (in een chocoladesmelter bijvoorbeeld of een pannetje)Amandelen LinksCanon van Nederland - gastarbeidersWeet wat je viert - over feesten in Nederland