Introductie
In deze les leren leerlingen harde en zachte geluiden kennen door harde en zachte voorwerpen te onderzoeken, betekenis te geven aan harde en zachte muziek en te bewegen bij deze klanktegenstellingen.
Instructies
Benodigdheden:- DigiBord
- een aantal alledaagse voorwerpen waarmee geluid gemaakt kan worden (pen, potlood, broodtrommel, tas, etc.)
Aan het eind van de les kunnen de leerlingen:
- actief luisteren naar korte stukken (live) muziek uit een breed repertoire, aansluitend bij de belevingswereld;
- met beweging een eigen betekenis geven aan muziek in binnen schoolse situaties;
- betekenissen en klanktegenstellingen in muziek van een breed repertoire onderscheiden en vertalen naar beweging;
- maat, tempo en dynamiek van muziek in beweging weergeven.
Extra uitleg:
- Er kan een thema bij deze les gepast worden door muziek in een bepaald thema te kiezen of door de voorwerpen waarmee de kinderen geluiden maken binnen het thema te kiezen.
- Maak eventueel zelf muziekinstrumentjes waarmee de leerlingen harde en zachte muziek kunnen maken.
- Luister naar een muziekstuk dat soms hard en soms zacht klinkt. Laat de leerlingen muziek maken (met hun lijf, met voorwerpen uit de klas of met instrumenten) en de sterkte van het geluid aanpassen aan de muziek.