Phion
Het orkest van Gelderland & Overijssel bij jou in de klas

Zangers en Zangeressen - Hoog en Laag 2

Zangeressen en zangers
2
Tip!
Klik op het notitie icoontje rechtsonder de volgende slides voor een korte lesuitleg.  
1 / 7
volgende
Slide 1: Tekstslide
muziekKunstzinnige oriëntatieBasisschoolGroep 1,2

In deze les zitten 7 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 25 min

Introductie

In deze les oefenen leerlingen de begrippen hoog en laag aan de hand van mannen- en vrouwenstemmen en een poppenspel.

Instructies

Benodigdheden:
  • DigiBord
  • (optioneel) klokkenspel
  • poppenkast met mannelijke en vrouwelijke pop (of Jan Klaassen en Katrijn)
Aan het eind van deze les kunnen de leerlingen: 
  • het verschil (laten) horen tussen hoge en lage geluiden;
  • operamuziek herkennen;
  • de xylofoon herkennen
Extra uitleg:
  • Hoog en laag zijn lastige muziektermen voor jonge kinderen. Ze horen vaak wel het verschil tussen een hoge en lage klank, maar ze kunnen de juiste term niet vinden voor hetgeen ze horen. 
  • Hoog hoort voor kinderen bij het begrip groot en wordt door kinderen vaak geassocieerd met grote dieren (zoals bijv. een olifant die groot en zwaar is en dus wel hoog moet klinken). Laag hoort voor kinderen bij het begrip klein en hierbij passen hoge klanken beter dan lage (een muis is klein en moet dus wel laag klinken).
  • Door te werken met de termen ‘omhoog’ en ‘omlaag’ en deze te koppelen aan hoge en lage tonen leren de kinderen spelenderwijs ‘omhoog gaan’ te koppelen aan hoge tonen, en ‘omlaag gaan’ te koppelen aan lage tonen. 



Onderdelen in deze les

Zangeressen en zangers
2
Tip!
Klik op het notitie icoontje rechtsonder de volgende slides voor een korte lesuitleg.  

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie hoor je zingen?

Slide 2 - Sleepvraag

Toelichting: 
  • Vertel leerlingen dat een vrouwenstem hoog klinkt (armen hierbij omhoog) en een mannenstem lager (armen omlaag). 
  • Speel een van de fragmenten af geef samen met de leerlingen met de armen aan of dit een mannen of vrouwenstem is. 
  • Sleep het geluidsfragment naar de goede afbeelding en doe dit ook met de andere fragmenten.
  • Het laatste geluidsfragment: hoeveel mensen (vrouwen) hoor je hier zingen?
Tip!
De afbeeldingen van de man en vrouw zijn verplaatsbaar. Je kunt ze van boven naar beneden op de trap laten lopen terwijl je hoog of laag meezingt of op een xylofoon speelt. 
Op de trap!

Slide 3 - Tekstslide

Toelichting:
1. Laat het klokkenspel (of online piano) horen en laat een aantal kinderen er eens op slaan.
2. Sla nu van links naar rechts of andersom, zodat de kinderen een toonladder horen. Wat
horen ze? Kan een kind uitbeelden wat hij hoort? Vertel de kinderen dat de tonen van laag naar hoog (of andersom) gaan. Dat kun je horen.
3. Als het hoog klinkt (voordoen), mogen de kinderen op de stoel gaan staan. Als het laag klinkt (voordoen), gaan de kinderen op de hurken zitten. Sla een toonladder van laag naar
hoog. De kinderen beginnen op de hurken en eindigen op de stoel. De kinderen 'groeien'
als het ware tijdens de toonladder. Doe dit een aantal keer.
4. Op een gegeven moment kun je variëren in het tempo. Snel of juist langzaam. Ook kun je een keer van hoog naar laag gaan, zodat de kinderen 'groeien'; en weer kleiner worden.
5. Het is ook leuk om een keer de hoogste toon aan te slaan en meteen daarna de laagste. De leerlingen gaand dan meteen op hun hurken zitten. Een aantal leerlingen zullen dit in de gaten hebben.

Tip: Gebruik deze afbeelding om te laten zien dat mannenstemmen laag (onderaan de trap) en vrouwenstemmen hoog (bovenaan de trap) klinken.
Kun je deze geluiden hoog en laag maken?

Slide 4 - Tekstslide

Toelichting:
1. Ga achter de poppenkast zitten.  Laat Jan en Katrijn allebei liedjes zingen. Jan Klassen heel laag en Katrijn heel hoog. Kunnen de leerlingen het verschil tussen de stemmen van Jan (man) en Katrijn (vrouw) horen?
2. Herhaal kort dat vrouwen vaak en hogere stem en mannen een lagere stem hebben. Laat kinderen een zo hoog - en een zo laag mogelijke toon maken:
- als een Bij: zzzzz
- als een vliegtuig: brr (maak een looping!)
- als een slang: sssss
- als de wind: fffff
- als een ? (laat de leerlingen zelf een geluid bedenken)
Poppenspel!

Slide 5 - Tekstslide

Toelichting:
  • Laat steeds twee leerlingen plaatsnemen achter de poppenkast. Zij gaan de mannenstem en vrouwenstem visueel maken voor de rest van de klas terwijl klassieke duetten klinken.
  • Jan Klaassen mag alleen zichtbaar zijn als er een mannenstem te horen is. Dan moet hij natuurlijk ook goed mee-playbacken. Voor Katrijn geldt hetzelfde alleen omgekeerd. Geef bij ieder muziekstuk twee nieuwe leerlingen de beurt. 
Muziekfragmenten:
Duet Papagena en Papageno van Mozart
Duet Carmen van Bizet
Duet Lucia di Lammermoor van Donizetti
Duet Rigoletto van Verdi

Slide 6 - Tekstslide

Toelichting:
  • Wat hebben de leerlingen deze les geleerd? (o.a. vrouwen hebben een hoge stem en mannen een lage stem)
  • Wat vonden de leerlingen van de muziek?
  • Hoe heet het instrument dat we deze les hebben gebruikt? (klokkenspel of digitale piano)
Afsluiting

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies