Phion
Het orkest van Gelderland & Overijssel bij jou in de klas

Maak een ritmeketting

Maak een ritmeketting
6
Tip!
Klik op het notitie icoontje rechtsonder de volgende slides voor een korte lesuitleg.  
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
Muziek, Kunstzinnige oriëntatieBasisschoolGroep 5,6

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Introductie

Leerlingen gaan een eenvoudig ritme (na)spelen, herkennen en noteren op een ritmekaart. Dit doen ze alleen, in tweetallen of klassikaal. Ze leren een ritme te herkennen op een ritmeketting en verzinnen zelf ritmes die ze neerleggen in een ritmeketting.

Instructies

Benodigdheden:
  • werkblad met ritmekaartjes
Aan het einde van de les kunnen de leerlingen:
  • alleen en in groepsverband bestaande, eenvoudig grafisch - en traditioneel genoteerde composities zowel auditief volgen als uitvoeren;
  • specifieke klankaspecten onderscheiden en die weergeven in passende grafische symbolen;
  • composities noteren en reproduceren met behulp van picturale en grafische notatievormen;
  • muzikale ideeën vormgeven en uitvoeren met behulp van stem, bodypercussie en beweging;
  • zelfstandig, ritmisch en in de maat, eenvoudige ritmische en melodische (begeleidings)patronen uitvoeren en daarbij reageren op (lied)leiding gebaren;
  • alleen en in groepsverband een eigen idee of bestaande compositie uitvoeren en presenteren aan anderen;
  • overwogen keuzes maken voor composities en die communiceren met anderen;
  • openstaan voor feedback en kan deze eventueel verwerken in het eigen werk(proces).
Extra uitleg:

De leerlingen oefenen een ritme in 3/4 maat. Dat betekent 3 tellen in 1 maat.

Werkbladen

Onderdelen in deze les

Maak een ritmeketting
6
Tip!
Klik op het notitie icoontje rechtsonder de volgende slides voor een korte lesuitleg.  

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoi! Kunnen jullie tot drie tellen? Vast wel! Maar kunnen jullie dat ook in tweetallen? Noem om de beurt een cijfer. Laat maar horen!

Slide 2 - Tekstslide

Toelichting slide 2
Verdeel de groep in tweetallen. De tweetallen tellen om de beurt tot 3; dus eerst zegt de één: 1, daarna de ander: 2 en tot slot de ene weer: 3. Hierna begin je weer opnieuw, dus de ander zegt weer: 1, enz.
We vervangen de 1 nu door een stamp. Hoe klinkt dat? Oefen dit in je tweetal.

Slide 3 - Tekstslide

Toelichting slide 3
Als dat lukt, ga je een stap verder: De ’1′ vervang je nu door één keer te stampen met je rechtervoet. De ander zegt weer: 2, dan 3.




We vervangen de 1 nu door een stamp en de 2 door een klap. Hoe klinkt dat? Oefen dit in je tweetal.

Slide 4 - Tekstslide

Toelichting slide 4
Als dit lukt, ga je weer een stap verder: De ’2′ wordt nu vervangen door één keer in je handen te klappen.
We vervangen de 1 nu door een stamp, de 2 door een klap en de 3 door een vingerknip. Hoe klinkt dat? Oefen dit in je tweetal.

Slide 5 - Tekstslide

Toelichting slide 5
En als dat lukt kun je nog een stap verder: De ’3′ vervang je door één keer met je vingers te knippen
Luister goed en klap maar mee!
Wist je dat een ritme bestaat uit lange en korte noten? De leerkracht klapt een ritme voor, kunnen jullie het nadoen?
Deel de werkbladen uit

Slide 6 - Tekstslide

Toelichting slide 6
  • Leg uit dat een ritme bestaat uit een afwisseling van lange en korte noten. Klap een eenvoudig ritme voor en laat de leerlingen dit ritme naklappen. Bijvoorbeeld:
1 . . . _ _ . . .
2 . _ ._ . .

_ = lang . = kort  
  • Geef elke leerling de ritmekaartjes (van het werkblad). De regendruppels vertegenwoordigen de korte noten en de regenbogen de lange noten. 
  • Klap het ritme nogmaals voor en laat de leerlingen een ritme ketting maken door de druppels en regenbogen in de juiste volgorde neer te leggen.

Maak je eigen ritmekaarten!
Ritmekaarten
maken!

Slide 7 - Tekstslide

Toelichting slide 7
  • Geef elke leerling de blanco ritme kaarten. Laat hen zelf een afbeelding verzinnen voor een korte noot en een lange noot en laat hen deze in de blanco ritmekaartjes tekenen. Bespreek de resultaten klassikaal.
  • Klap een eenvoudig ritme voor en laat de leerlingen een ritme ketting maken met hun nieuwe ritmekaartjes. Kunnen ze de namen van de afbeeldingen ook in het ritme zeggen? Bijv. “muis muis muis slang slang muis muis muis” Dat is natuurlijk ingewikkelder bij de combinaties met meerdere lettergrepen zoals kuikentje - regenworm.
  • Vraag een leerling om een ritme voor te klappen (spreek van te voren het maximum aantal klappen af gebaseerd op de hoeveelheid kaartjes). Leerlingen klappen het ritme een keer na en proberen vervolgens een ritme ketting neer te leggen.

En nu andersom!

Slide 8 - Tekstslide

Toelichting slide 8
Kunnen we de opdracht ook omdraaien?
  • Verdeel de klas in tweetallen. Laat 1 leerling een ritme ketting neerleggen en de andere leerling het ritme klappen. Herhaal dit een aantal keer.
  • De tweetallen mogen het leukste ritme aan de klas presenteren en vervolgens proberen de klasgenoten het ritme ook te klappen.

Extra moeilijk!

Slide 9 - Tekstslide

Toelichting slide 9
Extra moeilijkheid:
  • Gebruik een blanco kaartje als rust (een klein kaartje voor een korte rust en een groot kaartje voor een lange rust). Let op dat niemand klapt tijdens de rust!
  • Leg twee ritme kettingen neer. De ene helft van de klas klapt het eerste ritme en de andere helft (tegelijkertijd) het tweede ritme.
  • Draai de ritmekaartjes om en laat een kwartnoot tekenen op het grote ritme kaartje en een achtste noot op het kleine ritme kaartje. Maak ritme kettingen met de noten.
  • Kunnen we het ritme ook sneller/langzamer/harder/zachter klappen?
  • Maak een ritme ketting van alle kaartjes achter elkaar!


Stel een vraag over iets wat je nog niet zo goed hebt begrepen:
Afsluiting

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies