In deze les zitten 8 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Introductie
Leerlingen kunnen beschrijven wat een componist en partituur is en gaan zelf componeren met een online componeer-tool.
Instructies
Benodigdheden:
digibord
pen en papier voor iedere leerling
evt. andere creatieve materialen
Na deze les kunnen de leerlingen:
betekenis geven aan (live) muziek uit verschillende tijden, stijlen en culturen, kennis nemen van betekenissen die anderen daar aan geven (waaronder de componist of uitvoerder) en deze aan die van henzelf spiegelen;
binnen een inspirerende werkvorm met aandacht luisteren naar muziek van buiten hun belevingswereld;
objectief kennisnemen van betekenissen die anderen aan muziek geven, waaronder de componist;
gericht luisteren naar muziek uit verschillende tijden, stijlen en culturen en daarin de klank-, vorm- en betekenisaspecten herkennen en benoemen.
Extra uitleg: Op internet is een componeertool te vinden voor kinderen. Op de website: www.ikcomponeer.nl van het Metropole Orkest kunnen kinderen zelf een muziekstuk maken. Ze hebben alle instrumenten uit een groot symfonieorkest tot
hun beschikking. Het is een heel leuke, laagdrempelige manier van componeren.
Onderdelen in deze les
Ik componeer!
4
Tip!
Klik op het notitie icoontje rechtsonder de volgende slides voor een korte lesuitleg.
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
componist
Slide 2 - Woordweb
Toelichting:
Laat de leerlingen woorden associeren op 'componist'. 'Wie of wat is een componist?'; 'Wat doet een componist?'
Kunnen ze een naam van een componist noemen?
Elke notenbalk (elke regel) is een ander instrument. Bovenaan bijvoorbeeld de piccolo (kleine dwarsfluit), ergens in het midden de koperblazers en het slagwerk en helemaal onderaan de contrabas.
Een partituur
Slide 3 - Tekstslide
Toelichting:
In een partituur staan de instrumenten altijd in dezelfde volgorde. Alle instrumenten in deze partituur op een rij:
- piccolo
- 2 fluiten
- 2 hobo's
- 2 klarinetten - 2 fagotten
- 4 hoorns
- 2 trompetten
- 2 trombones en tuba
- pauken
- 1e violen - 2e violen - altviolen
- celli - contrabassen
Opdracht
Sleep de instrumenten naar de juiste plek op de partituur. Weet je hoe de vier instrumentengroepen heten waarbij ze horen?
Slide 4 - Sleepvraag
Toelichting: Laat de leerlingen de foto's op de juiste volgorde in de partituur zetten.
Weten de leerlingen welke instrumentgroepen er in een orkest zitten? Houtblazers (fluit, klarinet, hobo en fagot) Koperblazers (hoorn, trompet, trombone en tuba) Slagwerk (o.a. pauken) en Strijkers (viool, altviool, cello en contrabas).
Lijkt het je leuk en/of lastig om componist te zijn? Waarom?
Lijkt het je leuk en/of lastig om componist te zijn? Waarom?
Slide 5 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Video
Toelichting:
In dit filmpje wordt uitgelegd hoe leerlingen zelf muziek kunnen componeren via de website http://ikcomponeer.nl
Stelling: 'Het lijkt mij wel / niet leuk om componist te zijn, omdat ...'
Slide 8 - Open vraag
Toelichting:
Bespreek met de leerlingen hoe ze het vonden gaan. Enkele ideeën:
Hoe vonden ze het om zelf muziek te componeren met de tool?; Lijkt het hen leuk om componist te zijn? Waarom wel of niet?; Wat hebben ze in deze les geleerd wat ze nog niet wisten?