percentages

Handige percentages

1/2 deel =
A
50 %
B
40 %
C
25 %
D
12,5 %
1 / 30
volgende
Slide 1: Quizvraag
RekenenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Handige percentages

1/2 deel =
A
50 %
B
40 %
C
25 %
D
12,5 %

Slide 1 - Quizvraag

Handige percentages:

1/4 deel =
A
40 %
B
50%
C
12,5 %
D
25 %

Slide 2 - Quizvraag

Handige percentages

1/5 deel =
A
10 %
B
20 %
C
5 %
D
25 %

Slide 3 - Quizvraag

Handige percentages

3/5 deel =
A
75 %
B
15 %
C
33 1/3 %
D
60 %

Slide 4 - Quizvraag

Handige percentages

12,5 % =
A
1/2 deel
B
1/4 deel
C
1/8 deel
D
1/5 deel

Slide 5 - Quizvraag

Handige percentages

5 % =
A
1/20 deel
B
1/50 deel
C
1/2 deel
D
1/5 deel

Slide 6 - Quizvraag

denk na: 10% = 1/10 deel
Een trui kost 80 euro.

Ik krijg 10% korting.

Ik reken dan dus uit: 
80 : 10 =

Slide 7 - Tekstslide

verhogen of verlagen 
Je moet een nieuwe prijs kunnen berekenen na een verhoging of verlaging.

Slide 8 - Tekstslide

verhogen of verlagen
  1.   Bereken de verhoging of verlaging.
  2. Tel dit bij de oude prijs of haal het van de oude prijs af.

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld
Marthe betaalt €400 huur. De huur wordt verhoogd met 5%.
Hoeveel moet ze dan betalen?
  • 400 : 100 = 4 -->  dus 1% = €4
  • 4 x 5 = 20 --> dus 5% = €20
  • 400 + 20 = €420
  • Ze moet €420 betalen.

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld
Ingrid betaalt €500 huur. De huur wordt verlaagd met 7%.
Hoeveel moet ze dan betalen?
  • 500 : 100 = 5 -->  dus 1% = €5
  • 5 x 7 = 35 --> dus 7% = €35
  • 500 - 35 = €465
  • Ze moet €465 betalen.

Slide 11 - Tekstslide

Een jas kost normaal €40. Je krijgt nu 20% korting. Hoeveel kost de jas?
Typ ook je berekeningen!

Slide 12 - Open vraag

Vorig jaar kostte een kaartje voor een pretpark €45. Dit jaar is de prijs 10% verhoogd. Hoeveel betaal je dit jaar?
Typ ook je berekening!

Slide 13 - Open vraag

Voorbeeld
Hoeveel is 50% van 400?
  • 1/2 van 400
  • 400 : 2 = 200

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeld
Hoeveel is 25% van 800?
  • 1/4 van 800
  • 800 : 4 = 200

Slide 15 - Tekstslide

Hoeveel is 25% van 160?
Typ ook je berekening!

Slide 16 - Open vraag

Hoeveel is 20% van 30?
Typ ook je berekening!

Slide 17 - Open vraag

Hoeveel is 1% van €258,-?
timer
1:00

Slide 18 - Open vraag

Hoeveel is dan 4% van €258,-?

Slide 19 - Tekstslide

Afspraken

Vanaf 100 % reken je eerst terug naar 1%.

Vanuit 1% reken je door naar het nieuwe percentage.

Slide 20 - Tekstslide

uitrekenen op je blaadje.

Slide 21 - Tekstslide

Hoeveel euro korting wordt er op de telefoon gegeven?
A
14 euro
B
49 euro
C
70 euro
D
42 euro

Slide 22 - Quizvraag

reken beide sommen uit op je blaadje.

Slide 23 - Tekstslide

Hoeveel euro korting krijgt Tanja?
A
135 euro
B
65 euro
C
85 euro
D
145 euro

Slide 24 - Quizvraag

Hoeveel % korting krijgt Tanja?
A
20 %
B
30 %
C
50 %
D
25 %

Slide 25 - Quizvraag

reken uit op je blaadje

Slide 26 - Tekstslide

Hoeveel % korting wordt er gegeven op de sportschoenen?
A
20%
B
33 1/3 %
C
30 %
D
25 %

Slide 27 - Quizvraag

reken uit op je blaadje

Slide 28 - Tekstslide

Het kortingspercentage is:
A
9 %
B
20 %
C
15 %
D
25 %

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Video