De Verschillen Tussen Present Simple en Present Continuous

De Verschillen Tussen Present Simple en Present Continuous
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De Verschillen Tussen Present Simple en Present Continuous

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je het verschil tussen Present Simple en Present Continuous uitleggen en de juiste vormen gebruiken.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide is bedoeld om de leerdoelen aan het begin van de les te benadrukken.
Wat weet je al over de verschillen tussen Present Simple en Present Continuous?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil?
Present Simple gebruik je voor gewoontes en feiten, terwijl Present Continuous gebruikt wordt voor acties die nu bezig zijn.

Slide 4 - Tekstslide

Leg kort uit wat het verschil is tussen de twee tijden.
Voorbeelden Present Simple
I always eat breakfast at 7am. She speaks Spanish fluently.

Slide 5 - Tekstslide

Laat voorbeelden zien van zinnen in de tegenwoordige tijd.
Voorbeelden Present Continuous
I am currently studying for my exam. She is speaking on the phone right now.

Slide 6 - Tekstslide

Laat voorbeelden zien van zinnen in de tegenwoordige continuë tijd.
Vorm Present Simple
Onderwerp + werkwoord (he/she/it + werkwoord + s).

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit hoe de vorm van de Present Simple is opgebouwd.
Vorm Present Continuous
Onderwerp + vorm van 'to be' (am/is/are) + werkwoord + -ing.

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit hoe de vorm van de Present Continuous is opgebouwd.
Wanneer gebruik je de Present Simple?
Als iets een gewoonte is, als iets altijd waar is en bij bijvoeglijke naamwoorden.

Slide 9 - Tekstslide

Geef voorbeelden van situaties waarin de Present Simple wordt gebruikt.
Wanneer gebruik je de Present Continuous?
Als iets bezig is op dit moment, als iets gepland is in de toekomst en als iets aan het veranderen is.

Slide 10 - Tekstslide

Geef voorbeelden van situaties waarin de Present Continuous wordt gebruikt.
Oefening 1
Vul de juiste vorm in: I (study) for my exam right now.

Slide 11 - Tekstslide

Laat de studenten de zin op het bord invullen en bespreek het antwoord.
Oefening 2
Geef voorbeelden van zinnen in de Present Simple en Present Continuous.

Slide 12 - Tekstslide

Laat de studenten in tweetallen werken en vervolgens hun zinnen aan de klas presenteren.
Waar let je op?
Let op de spelling van werkwoorden en de juiste vorm van 'to be'.

Slide 13 - Tekstslide

Benadruk waar de studenten op moeten letten bij het gebruik van de verschillende tijden.
Samenvatting
De Present Simple gebruik je voor gewoontes en feiten, terwijl de Present Continuous gebruikt wordt voor acties die nu bezig zijn.

Slide 14 - Tekstslide

Herhaal kort de belangrijkste punten van de les.
Vragen
Zijn er nog vragen?

Slide 15 - Tekstslide

Bied de studenten de mogelijkheid om vragen te stellen en de les af te ronden.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 16 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 17 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 18 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.