Les 4: Nucleïnezuren

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Planning
- Quiz over de celcyclus
- Lesdoelen
- Nucleïnezuren
- Genen
- Junk-DNA


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Stikstofbasen
Bij bacteriën is DNA is opgebouw uit 1 streng.
Bij het DNA van eukaryoten uit 2 strengen. 

In een streng ligt altijd een A tegenover een T
en een C tegenover een G. 
Ze zijn met elkaar verbonden via een H-brug. 

In de afbeelding zie je dat tussen de A en T twee 
H-bruggen zitten en tussen C en G drie H-bruggen. 

Slide 10 - Tekstslide

Welk verschil tussen DNA en RNA klopt niet?
A
DNA is dubbelstrengs
B
DNA bevat de stikstofbase Thymine i.p.v. Uracil
C
DNA bevat de suiker ribose

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Basensequentie
Basensequentie = volgorde van de basen in het DNA
Een voorbeeld van een basensequentie is:  TTGCAGATCGGCAAA

Complementair wil zeggen tegenoverstaand (net als bij de kleurencirkel --> groen is complementair aan rood)

Als we kijken naar bovenstaande basensequentie dan is de complementaire code:
AACGTCTAGCCGTTT




Slide 13 - Tekstslide

Gen
Op een streng DNA liggen de codes voor heel veel eiwitten.  
Als een stukje DNA uit 1000 basen bestaat, 
kunnen er al 10^600 varianten gemaakt worden. 

Hoe weet een cel welk stukje voor elk eiwit is?
Het DNA is opgebouwd basenparen, maar niet elke
 basensequentie codeert voor een eiwit. Alleen de basen 
die coderen voor een eiwit noemen we genen. 
Genen bestaan uit een afgeronde code van basen. Dat betekend dat er een begincode en eindcode aan zit. (daarover later meer)




Slide 14 - Tekstslide

Junk DNA
Tussen de genen zitten soms ook stukken die nergens voor coderen. Dit noemen we Junk-DNA. 
Men dacht dat deze stukjes DNA voor niets in het DNA zitten, vandaar de naam Junk-DNA, maar niets is minder waar. 

Tijdens de evolutie zijn juist deze stukken DNA stabiel gebleven. Het wordt nu ook wel niet-coderend DNA genoemd. 
Functies van het Junk-DNA zijn o.a. bepalen de manier waarop eiwitten in de cel verwerkt worden. Ze bevatten klokken, schakelaars, versterkers en stoptekens. 
Hier moet nu nog veel onderzoek naar gedaan worden om alles beter te begrijpen. 

Slide 15 - Tekstslide

Hoe heten de bouwstenen van nucleïnezuren ook alweer?

Slide 16 - Open vraag

Uit welke drie delen is een nucleotide opgebouwd?

Slide 17 - Open vraag

Schematische bouw van een nucleotide

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk
hst 11: vraag 1 t/m 4 


          

Slide 19 - Tekstslide