In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Blink - geschiedenis
Thema 1: Ontdekkers en hervormers
Slide 1 - Tekstslide
Doel van de les
Oefenen voor de toets van donderdag.
Slide 2 - Tekstslide
Les 1
Woeste avonturen
Slide 3 - Tekstslide
Boeren in de modder
In deze les zijn we begonnen met een nieuw tijdvak: de tijd van monniken en ridders. We noemen dit de vroege middeleeuwen. Het tijdvak duurde 500 jaar.
Slide 4 - Tekstslide
De tijd van monniken en ridders was van 500 tot 1000.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Boeren in de modder
Dat is zeker waar. Je moet deze tijd niet verwarren met de late middeleeuwen. Die waren namelijk van 1000 tot 1500. Over die tijd gaat dit hoofdstuk niet.
De tijd van Grieken en Romeinen lijkt niet op de tijd van Monniken en Ridders. Wie weet wat er anders is?
Slide 6 - Tekstslide
Wat is er anders?
Slide 7 - Woordweb
Boeren in de modder
Wat anders is:
Bijna alle wegen waren verdwenen en daardoor verdwenen de steden ook. Mensen konden daardoor ook geen handel drijven met elkaar, dus was er nog maar heel weinig geld.
Slide 8 - Tekstslide
Boeren in de modder
Doordat er geen handel was, was bijna iedereen in die tijd boer. Die boeren hadden een moeilijk en armoedig leven. Zij voelden zich namelijk heel onveilig. Daarom zochten ze bescherming bij de heer. De boeren gingen wonen en heel hard werken op het domein van de heer. Dit deden ze niet voor geld, maar wel voor bescherming van de heer.
Slide 9 - Tekstslide
Les 2
Hige, schildknaap op het Valkhof
Slide 10 - Tekstslide
Hige, schildknaap op het Valkhof
Je hebt in de les geluisterd naar een verhaal over Hige, de schildknaap van ridder Roeland. Wat is dat eigenlijk, een schildknaap?
Slide 11 - Tekstslide
Wat is een schildknaap?
Slide 12 - Open vraag
Hige, schildknaap op het Valkhof
Je kon alleen ridder worden als je vader ook een ridder was. Je werd als ridder geboren. Maar dat betekende niet dat je gelijk een goede ridder was. Je moest nog wel van alles leren. Daarom stuurden je ouders je naar een andere ridder. Je ging dan in de leer als schildknaap. Als schildknaap leerde je vechten en zorgen voor de paarden.
Slide 13 - Tekstslide
Hige, schildknaap op het Valkhof
In de les hebben we het ook gehad over hoe ridders er eigenlijk uitzagen.
Slide 14 - Tekstslide
Hoe zag de ridder er in de tijd van 500 - 1000 uit?
Slide 15 - Woordweb
Hige, schildknaap op het Valkhof
Veel kinderen dachten eerst dat ridders van 500 - 1000 een harnas droegen. Maar was dat eigenlijk wel zo? In de tijd tussen 500 - 1000 (de tijd van monniken en ridders) droeg een ridder een maliënkolder en dus geen harnas. Wie kan vertellen wat een maliënkolder is?
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Les 3
Karel de Grote, baas van een groot rijk
Slide 18 - Tekstslide
Karel de Grote
In de les hebben we kennis gemaakt met Karel de Grote. Hij is de enige man die er in de tijd van monniken en ridders in is geslaagd een groot rijk te veroveren in West-Europa.
Karel kreeg hulp van een aantal mensen bij het besturen van het rijk. Wie weet nog van wie Karel hulp kreeg?
Slide 19 - Tekstslide
Karel de Grote kreeg hulp van:
Slide 20 - Woordweb
Karel de Grote
Karel de Grote kreeg hulp van de ridders en de paus.
Ridders hielpen Karel de Grote bij oorlogen. Zij kregen daarvoor een domein als beloning. De ridders bestuurden die domeinen in naam van Karel.
De paus kroonde Karel tot keizer. In ruil daarvoor beschermde Karel de paus wanneer ze werden aangevallen. Ook bekeerde Karel de Grote veel mensen tot het christendom van de paus.
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Les 4
Dat geloof je toch niet?
Slide 23 - Tekstslide
Dat geloof je toch niet?
We hebben een filmpje bekeken over Bonifatius. Hij trok in de tijd van monniken en ridders door Europa om mensen te bekeren tot het christelijke geloof.
We hebben het gehad over de Germanen en de Christenen.
Wie weet het verschil nog?
Slide 24 - Tekstslide
Wat was het verschil?
Slide 25 - Woordweb
Dat geloof je toch niet?
Germanen = zij geloven in meerdere goden
Christenen = zij geloven in één god
Slide 26 - Tekstslide
Dat geloof je toch niet?
Er waren missionarissen die mensen bekeerden tot het christendom. Zij deden dat op verschillende manieren. Op welke manier?
Slide 27 - Tekstslide
Op welke manier?
Slide 28 - Woordweb
Dat geloof je toch niet?
Er waren missionarissen die mensen bekeerden tot het christendom. Zij deden dat op verschillende manieren:
Verhalen vertellen over de nieuwe godsdienst
Mensen die zich bekeerden te belonen
Soms maakten ze mensen bang
Daardoor werd uiteindelijk iedereen in Nederland en Europa christen.