In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Blink - geschiedenis
Thema 3: Monniken en ridders
Slide 1 - Tekstslide
Doel van de les
Oefenen voor de toets van volgende week.
Slide 2 - Tekstslide
Les 5
Hoe eng waren de Vikingen?
Slide 3 - Tekstslide
de Vikingen
Vikingen waren stoere ontdekkingsreizigers die met hun schepen (daggars) naar Europa en Amerika voeren.
Hun doel was handel drijven, maar soms ook ergens blijven wonen.
Slide 4 - Tekstslide
de Vikingen
De Vikingen kwamen grote delen van Noord-Europa plunderen. Dat deden ze omdat in hun eigen land er weinig vruchtbare grond was. Daardoor konden ze geen voedsel verbouwen en hadden ze dus niks te eten. Ze trokken daarom in boten rond, op zoek naar voedsel.
Slide 5 - Tekstslide
de Vikingen
De Vikingen deden dat soms op een nette manier door gewoon handel te drijven. Dus zij wilden graag voedsel en dat gingen ze eerlijk ruilen. Maar soms maakten ze ook gebruik van geweld, door bijvoorbeeld kostbare spullen of mensen gewoon mee te nemen.
Slide 6 - Tekstslide
Les 1
Boeren in de modder
Slide 7 - Tekstslide
Boeren in de modder
In deze les zijn we begonnen met een nieuw tijdvak: de tijd van monniken en ridders. We noemen dit de vroege middeleeuwen. Het tijdvak duurde 500 jaar.
Slide 8 - Tekstslide
De tijd van monniken en ridders was van 500 tot 1000.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Boeren in de modder
Dat is zeker waar. Je moet deze tijd niet verwarren met de late middeleeuwen. Die waren namelijk van 1000 tot 1500. Over die tijd gaat dit hoofdstuk niet.
De tijd van Grieken en Romeinen lijkt niet op de tijd van Monniken en Ridders. Wie weet wat er anders is?
Slide 10 - Tekstslide
Wat is er anders?
Slide 11 - Woordweb
Boeren in de modder
Wat anders is:
Bijna alle wegen waren verdwenen en daardoor verdwenen de steden ook. Mensen konden daardoor ook geen handel drijven met elkaar, dus was er nog maar heel weinig geld.
Slide 12 - Tekstslide
Boeren in de modder
Doordat er geen handel was, was bijna iedereen in die tijd boer. Die boeren hadden een moeilijk en armoedig leven. Zij voelden zich namelijk heel onveilig. Daarom zochten ze bescherming bij de heer. De boeren gingen wonen en heel hard werken op het domein van de heer. Dit deden ze niet voor geld, maar wel voor bescherming van de heer.
Slide 13 - Tekstslide
Les 2
Hige, schildknaap op het Valkhof
Slide 14 - Tekstslide
Hige, schildknaap op het Valkhof
Je hebt in de les geluisterd naar een verhaal over Hige, de schildknaap van ridder Roeland. Wat is dat eigenlijk, een schildknaap?
Slide 15 - Tekstslide
Wat is een schildknaap?
Slide 16 - Open vraag
Hige, schildknaap op het Valkhof
Je kon alleen ridder worden als je vader ook een ridder was. Je werd als ridder geboren. Maar dat betekende niet dat je gelijk een goede ridder was. Je moest nog wel van alles leren. Daarom stuurden je ouders je naar een andere ridder. Je ging dan in de leer als schildknaap. Als schildknaap leerde je vechten en zorgen voor de paarden.
Slide 17 - Tekstslide
Hige, schildknaap op het Valkhof
In de les hebben we het ook gehad over hoe ridders er eigenlijk uitzagen.
Slide 18 - Tekstslide
Hoe zag de ridder er in de tijd van 500 - 1000 uit?
Slide 19 - Woordweb
Hige, schildknaap op het Valkhof
Veel kinderen dachten eerst dat ridders van 500 - 1000 een harnas droegen. Maar was dat eigenlijk wel zo? In de tijd tussen 500 - 1000 (de tijd van monniken en ridders) droeg een ridder een maliënkolder en dus geen harnas. Wie kan vertellen wat een maliënkolder is?
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Les 3
Karel de Grote, baas van een groot rijk
Slide 22 - Tekstslide
Karel de Grote
In de les hebben we kennis gemaakt met Karel de Grote. Hij is de enige man die er in de tijd van monniken en ridders in is geslaagd een groot rijk te veroveren in West-Europa.
Karel kreeg hulp van een aantal mensen bij het besturen van het rijk. Wie weet nog van wie Karel hulp kreeg?
Slide 23 - Tekstslide
Karel de Grote kreeg hulp van:
Slide 24 - Woordweb
Karel de Grote
Karel de Grote kreeg hulp van de ridders en de paus.
Ridders hielpen Karel de Grote bij oorlogen. Zij kregen daarvoor een domein als beloning. De ridders bestuurden die domeinen in naam van Karel.
De paus kroonde Karel tot keizer. In ruil daarvoor beschermde Karel de paus wanneer ze werden aangevallen. Ook bekeerde Karel de Grote veel mensen tot het christendom van de paus.
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Les 4
Dat geloof je toch niet?
Slide 27 - Tekstslide
Dat geloof je toch niet?
We hebben een filmpje bekeken over Bonifatius. Hij trok in de tijd van monniken en ridders door Europa om mensen te bekeren tot het christelijke geloof.
We hebben het gehad over de Germanen en de Christenen.
Wie weet het verschil nog?
Slide 28 - Tekstslide
Wat was het verschil?
Slide 29 - Woordweb
Dat geloof je toch niet?
Germanen = zij geloven in meerdere goden
Christenen = zij geloven in één god
Slide 30 - Tekstslide
Dat geloof je toch niet?
Er waren missionarissen die mensen bekeerden tot het christendom. Zij deden dat op verschillende manieren. Op welke manier?
Slide 31 - Tekstslide
Op welke manier?
Slide 32 - Woordweb
Dat geloof je toch niet?
Er waren missionarissen die mensen bekeerden tot het christendom. Zij deden dat op verschillende manieren:
Verhalen vertellen over de nieuwe godsdienst
Mensen die zich bekeerden te belonen
Soms maakten ze mensen bang
Daardoor werd uiteindelijk iedereen in Nederland en Europa christen.