Kapitel 5 oefen SO Lektion 1,2,3und Gramm A und B und Redem sprechen

1 / 30
volgende
Slide 1: Video
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Weißt du es noch?

Slide 2 - Tekstslide



Er ______ es nicht verstehen.
A
könne
B
kann
C
kannt
D
könnt

Slide 3 - Quizvraag



Wir _______ kein Alkohol trinken.
A
durfen
B
mögen
C
darfen
D
dürfen

Slide 4 - Quizvraag

Ich _____ das Essen nicht.
A
möge
B
mache
C
mag
D
möchte

Slide 5 - Quizvraag

Du _______ morgen kommen.
A
kann
B
könnst
C
kanst
D
kannst

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekent dürfen ?

Slide 7 - Open vraag

Wat betekent können ?

Slide 8 - Open vraag

Wat betekent mögen ?

Slide 9 - Open vraag

De tweede letter verandert zich naar welke letter?

dürfen, können, mögen
Dure konijnen mogen aaien
A
i
B
u
C
e
D
a

Slide 10 - Quizvraag

De tweede letter van het werkwoord müssen verandert zich ook.

Naar welke?
Mus uitlaten
A
a
B
u
C
i
D
e

Slide 11 - Quizvraag

Wie lange ....... (dürfen) ihr bleiben?
A
darf
B
darft
C
dürft
D
dürftet

Slide 12 - Quizvraag

Weißt du, ob er Spinat ....... (mögen).
A
mag
B
magt
C
mög
D
mögt

Slide 13 - Quizvraag

Herr Lehrer, das ...... (können) Sie doch nicht machen.
A
kannen
B
können
C
konnen
D
könnt

Slide 14 - Quizvraag

Er ....... (dürfen) bis 12 Uhr ausgehen.
A
darf
B
darft
C
dürft
D
dürf

Slide 15 - Quizvraag

Ich will etwas für euch kaufen. ...... (mögen) ihr Gummibärchen?
A
magt
B
mögt
C
mögen
D
mag

Slide 16 - Quizvraag

Kann ich kommen?
Diese Woche ................... ..... leider nicht kommen.

Slide 17 - Open vraag

Was mögen Sie am liebsten? Eis .......... .............
am liebsten, aber ohne Sahne

Slide 18 - Open vraag

Ich ........... um 22 Uhr zu Hause sein.
Nein, Ich .................. noch nicht in die Disko gehen.
Ich ................ sehr gut schwimmen
Ich ............. Eis
darf
muss
kann
mag

Slide 19 - Sleepvraag

Wat is het voltooid deelwoord van arbeiten?

Slide 20 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord van wohnen?

Slide 21 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord van melden?

Slide 22 - Open vraag

Vertaal: Wat wilt u eten?

Slide 23 - Open vraag

Geef antwoord op de volgende vraag: Kann ich bitte zahlen?

Slide 24 - Open vraag

Vertaal: die Farbe

Slide 25 - Open vraag

Vertaal: de gebakken aardappelen

Slide 26 - Open vraag

Vertaal: de groente

Slide 27 - Open vraag

Vertaal: fertig sein

Slide 28 - Open vraag

Vertaal: die Küche
A
de keuken
B
het koken
C
het kuiken
D
het kuchen

Slide 29 - Quizvraag

Vertaal: Ik wil graag een gemengd ijs met slagroom

Slide 30 - Open vraag