Cursus 3 - Fictie - paragraaf 4 - spanning

Nederlands week 50
  • Op tafel
  -  leesboek 
  -  boek Nederlands blz. 71
  -  pen en schrift   

  •  Computer
   - mag nog even in je tas blijven   

  • Aan je eigen tafel zitten  


1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Nederlands week 50
  • Op tafel
  -  leesboek 
  -  boek Nederlands blz. 71
  -  pen en schrift   

  •  Computer
   - mag nog even in je tas blijven   

  • Aan je eigen tafel zitten  


Slide 1 - Tekstslide

Lezen in je leesboek
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Programma deze les
  • Huiswerk vorige les nakijken
  • Doel van deze les
  • Voorkennis
  • Instructie
  • Aan de slag
  • Huiswerk volgende week les

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk nakijken
Het huiswerk: cursus 3 Fictie - paragraaf 3 - opdracht 1/2/3

Slide 4 - Tekstslide

Doel
Ik leer het verschil tussen actiespanning en psychologische spanning herkennen.

Slide 5 - Tekstslide

Voorkennis
De volgende aspecten zijn aan de orde geweest:
  • sfeer en setting
  • perspectief
  • tijdsprongen (vooruit en achteruit)

Slide 6 - Tekstslide

Instructie 
Spanning =

Er gebeurt iets waardoor je wilt weten hoe het afloopt.
Er zijn 2 soorten spanning!

Slide 7 - Tekstslide

Instructie 
Actiespanning

Er gebeurt iets spannends, gevaarlijks of onverwachts
Denk aan: ontvoering, schietpartij of achtervolging

Slide 8 - Tekstslide

Instructie 
Psychologische spanning 

  • spanning die ontstaat doordat je betrokken bent bij een personage 
  • spanning die ontstaat doordat het verhaal vragen oproept waarop je graag antwoord wilt hebben

Slide 9 - Tekstslide

Instructie 
  • spanning die ontstaat doordat je betrokken bent bij een personage 

Leef je mee met een personage? Je wilt een goede afloop!

Een hekel aan een personage? Je wilt een slechte afloop!

Slide 10 - Tekstslide

Instructie 
  • spanning die ontstaat doordat het verhaal vragen oproept waarop je graag antwoord wilt hebben

Wat is er precies aan de hand? Wie heeft de moord gepleegd? Waarom doet een personage zo geheimzinnig?

= je wilt graag doorlezen in het verhaal!

Slide 11 - Tekstslide

Filmpje

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Aan de slag
Ga aan de slag met opdracht 1 tot en 4 op bladzijde 75-79

Ben je klaar? Kies uit:
- maak de woordzoeker

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk

Woensdag 13 december:

- maak opdracht 1 tot en 4 op bladzijde 75-79 

Slide 15 - Tekstslide