1. Je moet de planten water geven, want ze zijn door het warm weer bijna verdroogd. NS
2. Michel vraagt de leraar of de repetitie morgen nog doorgaat. OS
3. Denk jij dat je morgenavond kunt werken? OS
4. Het boek was niet spannend, maar het bleef mij toch boeien. NS
5. Voordat mijn moeder gaat zeuren, vertel ik haar mijn plannen. OS
6. Hoewel het morgen zal gaan regenen, ga ik toch met Marianne naar het pretpark. OS
7. Julia heeft de training gemist, doordat zij halverwege de heenreis een lekke band kreeg. OS
8. Wil jij bij je frietje een kroket en een frikandel? NS
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
Huiswerk dinsdag
maken oefening 7 (10 zinnen). kopieer de zinnen weer naar je online schrift en maak daarna de opdracht. Let op: je moet meer doen dan bij de opdracht staat, n.l.
a. is de zin enkelvoudig of samengesteld?
b. als samengesteld: onderschikkend of nevenschikkend?
c. zet zinsdeelstrepen in de enkelvoudige zin en in de hoofdzinnen van de samengestelde zinnen