Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Het bijwoord (les 1)
De marathonloper rent
snel
naar de finish.
De
snelle
marathonloper finisht.
1 / 13
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
13 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
De marathonloper rent
snel
naar de finish.
De
snelle
marathonloper finisht.
Slide 1 - Tekstslide
Aantekening: bijwoord
Het bijwoord:
is een bijwoordelijke bepaling die bestaat uit één woord.
zegt iets over:
een
werkwoord
een
bijvoeglijk naamwoord
een
ander bijwoord
geeft in één woord:
een
tijd
aan
een
plaats
aan
Ook de vraagwoorden die je een bijwoordelijke bepaling opleveren, zijn zelf bijwoorden.
Slide 2 - Tekstslide
zegt iets over een
werkwoord
Hij typt
snel
een berichtje.
Max Verstappen kwam erg
hard
aanrijden.
Slide 3 - Tekstslide
zegt iets over een
bijvoeglijk naamwoord
Dat is een
erg
mooi boek!
Mijn buurvrouw is
bijzonder
aardig.
Slide 4 - Tekstslide
zegt iets over een ander
bijwoord
Dat is een
heel
erg mooi boek!
In mijn vrije tijd kijk ik
ontzettend
graag naar series.
Slide 5 - Tekstslide
geeft in één woord een
tijd
aan
Nu
wil ik een koekje!
We gaan
morgen
samen naar de bioscoop.
Slide 6 - Tekstslide
geeft in één woord een
plaats
aan
Daar
is mijn nieuwe huis.
Ergens
in Nederland kun je een schat vinden.
Slide 7 - Tekstslide
Vraagwoorden als bijwoord
Waar
gaan we je verjaardag dit jaar vieren?
Slide 8 - Tekstslide
De nieuwste apps verschijnen binnenkort in een wekelijks overzicht.
Wat is het bijwoord?
A
nieuwste
B
apps
C
binnenkort
D
wekelijks
Slide 9 - Quizvraag
Wanneer is het leuke nummer van dit tijdschrift eindelijk ook in de winkel te koop?
Wat zijn de bijwoorden?
A
Wanneer, eindelijk en ook
B
wanneer en eindelijk
C
eindelijk en ook
D
leuke en eindelijk
Slide 10 - Quizvraag
De bus rijdt erg voorzichtig langs de gedeeltelijke wegafzetting.
Wat zijn de bijwoorden?
A
erg en langs
B
erg en voorzichtig
C
erg, voorzichtig en langs
D
voorzichtig en gedeeltelijke
Slide 11 - Quizvraag
Wie moet thuis je vieze kleren snel in de wasmachine stoppen?
Wat zijn de bijwoorden?
A
Wie en vieze
B
Wie en snel
C
thuis en snel
D
thuis en vieze
Slide 12 - Quizvraag
In de Haagse speeltuin mag een volwassen man niet komen.
Wat is het bijwoord?
A
Haagse
B
speeltuin
C
volwassen
D
niet
Slide 13 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
h2b blok 5grammatica hh enkelvoudige en samengestelde zinnen en het bijwoord
Mei 2022
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Het bijwoord - klas 1
December 2023
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
14 3hv Grammatica, verschil bijwoord en bijvoeglijk naamwoord
Augustus 2022
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H4/H5: herhalen pers, bez, aanw en vr vnw| uitleg bw
Januari 2019
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 2
14 3hv Grammatica, verschil bijwoord en bijvoeglijk naamwoord
September 2022
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
14 3hv Grammatica, verschil bijwoord en bijvoeglijk naamwoord
Februari 2022
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Bijwoord
September 2022
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t, mavo, havo
Leerjaar 2
13-1 A2 Bijwoord
Januari 2020
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1