1 Feiten, meningen en argumenten

Ik zit klaar voor de les:
  • Mijn spullen liggen op tafel (pen, schrift, laptop).
  • Telefoon is thuis of in mn kluis
  • Mijn jas hangt aan de kapstok.
  • Ik heb geen pet of capuchon op.
  • Ik heb geen eten of drinken meer bij mij.
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Ik zit klaar voor de les:
  • Mijn spullen liggen op tafel (pen, schrift, laptop).
  • Telefoon is thuis of in mn kluis
  • Mijn jas hangt aan de kapstok.
  • Ik heb geen pet of capuchon op.
  • Ik heb geen eten of drinken meer bij mij.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Taal 3 basis

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Deze les:
  • Lezen
  • Instructie over de opdracht
  • Aan de slag
  • Evalueren hoe de les ging

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Terugblik:
Vorige lessen zijn jullie aan de slag gegaan met het schrijven van een artikel.

Wat vond je daar lastig aan?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk

Heeft iedereen het krantenartikel ingeleverd dat ging over het verhaal "Een ongelukkig tijdstip"?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Lesdoel:

Ik weet:
  1. wat een feit is
  2. wat een mening is
  3. wat argumenten zijn

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al?
Even oefenen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feit of mening
De koning van Nederland heet Willem Alexander
A
Feit
B
Mening

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Feit of mening?

Hij praat heel snel.
A
Feit
B
Mening

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Feit of mening:

Aan de boom zitten geen bladeren meer; de wind heeft ze weggeblazen.

A
Feit
B
Mening

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Feit of mening?
Het proefwerk was erg moeilijk.
A
Feit
B
Mening

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Feit of mening?:
Nederland ligt in Europa.
A
Feit
B
Mening

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Feit of mening?

School is belangrijk.
A
Feit
B
Mening

Slide 14 - Quizvraag

Vragen waarom ze dit denken. 
Feit of mening:
In Nederland regent het vaak.
A
Feit
B
Mening

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze laatste twee vragen zijn lastiger. 
Waarom?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Dus..
Een feit is iets dat echt is gebeurd of dat echt zo is. 
Om vast te stellen of iets een feit is, moet je het kunnen bewijzen. 

Bijvoorbeeld: dat Nederland in Europa ligt kun je bewijzen door een topografische kaart van Europa te pakken en Nederland aan te wijzen.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

En..
Een mening is wat jij zelf of iemand anders ergens van vindt. Je kunt het ermee eens zijn, of juist niet. 
Jouw mening is hoe jij ergens over denkt, en hoe jij zelf ergens tegenaan kijkt.
Bijvoorbeeld: School is belangrijk

Een mening herken je aan: Ik vind... Ik denk... Volgens mij... Naar mijn mening. Maar een mening kan ook gebracht worden als een feit:



Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

En dan zijn er ook nog argumenten

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Argumenten zijn
redenen waarom iemand iets wel of niet vindt.

Als mensen een argument voor iets geven, gebruiken ze vaak de woorden 'want', 'omdat', 'namelijk', 'aangezien' en 'immers'

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn twee soorten argumenten:

Sterke argumenten zijn feiten

bijvoorbeeld: 
Ik drink niet graag cola 
omdat de calorieën vooral uit
suiker bestaan.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De tweede soort argumenten:

Zwakke argumenten zijn redenen die iemands mening bevatten

bijvoorbeeld: 
Ik eet niet graag pizza ,want tomaten en kaas zijn vies.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even oefenen

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hilversum is een leuke stad, want er zitten veel leuke winkels in het Hilvertshof
A
sterk argument
B
zwak argument

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het regent regelmatig in Nederland, want Nederland heeft een gematigd zeeklimaat
A
sterk argument
B
zwak argument

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik vind de Eiffeltoren leuker om te bezichtigen dan de toren van Pisa, omdat Parijs een grotere stad is dan Pisa
A
sterk argument
B
zwak argument

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik vind het leuk om les te geven op een middelbare school, aangezien ik pubers leuk vind.
A
sterk argument
B
zwak argument

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef een zwak argument:

Pandaberen zijn leuke dieren, omdat...

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef een sterk argument:

London is een betere bestemming voor een weekendje weg dan Tokyo, omdat...

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Samengevat:

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Noem drie woorden die je hebt onthouden uit deze les.

Slide 33 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Waar kan je de geleerde stof tegenkomen in het dagelijks leven?

Slide 34 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

De opdracht volgt...


timer
1:00

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk:

nix

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies