les 4 rechtsstaat: trias politica

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Ancien regime

  • De koning heeft alle macht. Dit noem je absolutisme
  • Deze macht is door god gegeven: droit divin (goddelijk recht)
  • Zo durfde niemand tegen de koning in te gaan...

  • Onder de Franse koningen kwamen er steeds meer problemen...

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Montesqieu
  • 'De ervaring leert dat iedereen die de macht heeft, geneigd is daar misbruik van te maken'

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

heeft hij gelijk?
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stanford - experiment

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In hoeveel verschillende delen is de macht in een land verdeeld volgens Montesqieu
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie heeft de Trias Politica ontwikkeld?
A
Voltaire
B
Montesquieu
C
Descartes
D
Smith

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


In een trias politica...
A
Controleren alle machthebbers elkaar, zodat er geen machtsmisbruik kan voorkomen
B
Werken alle machthebbers samen om misdadigers zo snel mogelijk te berechten
C
Bepalen de koning, de politie en de rechters welke wetten er zijn
D
Moet één wet langs drie organen voordat het wordt goedgekeurd (bijvoorbeeld: regering, Tweede Kamer, Eerste Kamer)

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoort bij de wetgevende macht:
A
Politie
B
Parlement
C
Rechter
D
Het leger

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de trias politica?
A
De klassieke grondrechten van een land
B
De scheiding van de politieke macht in drie onderdelen
C
Een land waar de rechten en de plichten van de mensen zijn vastgelegd
D
De machten liggen bij één persoon

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort niet bij de trias politica?
A
Parlement: wetgevende macht
B
Ministers: uitvoerende macht
C
Politie: handhavende macht
D
Rechters: rechtsprekende macht

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies




Volgens de Trias Politica heeft één iemand de macht.
Volgens de Trias Politica heeft één iemand de macht.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Pagina 169 (conceptboek)
Wie heeft de uitvoerende macht in de Trias Politica?
A
Parlement
B
Regering
C
De rechters

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Trias Politica betekent ...
(wat is een ander woord voor Trias Politica?)
A
alleenheerschappij
B
scheiding der machten
C
vrijheid
D
Montesquieu

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies