VWO - HC verlichting - week 2 - les 3 (TEST)


1) Wat hoort niet bij de verlichting?
A
geestelijke vrijheid
B
staat en maatschappij in dienst van de burger
C
tijd van de 'rede'
D
geloof op nummer één
1 / 34
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5,6

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les


1) Wat hoort niet bij de verlichting?
A
geestelijke vrijheid
B
staat en maatschappij in dienst van de burger
C
tijd van de 'rede'
D
geloof op nummer één

Slide 1 - Quizvraag

2) Wat is GEEN idee uit de Verlichting?
A
Democratie
B
Natuurlijke rechten
C
Volkssoevereiniteit
D
Trias Politica

Slide 2 - Quizvraag

2) Welke politieke stroming volgde Adam Smith?
A
Nationalisme
B
Liberalisme
C
Conservatisme
D
Feminisme

Slide 3 - Quizvraag

3) Wat zei John Locke niet?
A
Volk moest alle macht hebben
B
Vorst kreeg macht van het volk
C
Vorst moest burgers beschermen
D
Vorst mocht afgezet worden door volk

Slide 4 - Quizvraag

4) Volgens Adam Smith was het de taak van de overheid om ....
A
de economie met allerlei wetten te sturen
B
de eigen economie te beschermen tegen andere landen
C
zich zo min mogelijk te bemoeien met de economie
D
zich actief te bemoeien met de economie

Slide 5 - Quizvraag

5) Wanneer is de mens volgens Rousseau het gelukkigst?
A
Zonder bezittingen vrij in de natuur
B
Eenvoudige landbouwsamenlevingen
C
In een land met één sterke leider
D
In een land waar de algemene volkswil regeert

Slide 6 - Quizvraag

6) Wat vind Adam Smith van mercantilisme?
A
super tof
B
geen mening over
C
slecht idee
D
goed, als de overheid het regelt.

Slide 7 - Quizvraag

8) Wat 'bedacht' Francis Bacon?
A
het empirisme
B
het rationalisme
C
ik denk dus ik besta
D
zwaartekracht

Slide 8 - Quizvraag

8) Wat is géén natuurrecht?
A
Recht op leven
B
Recht op onderwijs
C
Recht op vrijheid
D
Recht op bezit

Slide 9 - Quizvraag

9 ) Wat is Deïsme?
A
Alleen de feiten tonen de waarheid. Dus god heeft nooit bestaan.
B
De wereld is door god geschapen, daarom kunnen rampen gezien worden als een straf van god.
C
De wereld is geschapen door god, maar god bemoeit zich er niet mee.
D
De wereld zit zo complex in elkaar, dat moet het werk van god zijn.

Slide 10 - Quizvraag

10) Welk verband is er tussen natuurwetten en Deïsme?
A
Door het geloof in het deïsme vond men steeds meer natuurwetten.
B
Door het deïsme gingen steeds meer mensen geloven in de natuurwetten.
C
Door het ontdekken van steeds meer natuurwetten werd het Deïsme steeds populairder
D
Door het ontdekken van steeds meer natuurwetten werd het Deïsme minder populair.

Slide 11 - Quizvraag

"De overheid mag zich niet met de  economie bemoeien, want je moet vrijheid  hebben om met je verstand te kunnen beslissen over je eigen belangen in de economie."
"Er moet een gemeensch-appelijke karakter van de staat komen, die doormiddel van een “sociaal contract” tussen het volk en de bestuurder(s) georganiseerd moet worden."
Mensen zijn van nature goed, maar moeten wel goed worden opgevoed en onderwezen tot “redelijkheid”, dan zullen veel mistan-den verdwijnen." T
"In de politiek zijn er drie machten aanwezig( de rechtelijke, de uitvoerende en wetgevende macht) die gescheiden van elkaar moeten worden uitgevoerd om zo machts-misbruik te voorkomen.
"God is een horlogemaker die de wereld in gang heeft gezet en zich daarna niet meer met de aarde bemoeit."
Tekst
Voltaire          Smith             Rousseau           Locke           Montesquieu

Slide 12 - Sleepvraag

De stof ken ik nu
absoluut nog niet, ik moet er nog veel aan doen.
best oke,nog even deze les dan ben ik bij
ik ben bij!

Slide 13 - Poll

4 verlichte denkers
John Locke
Jean Jacques
Montesquieu
Adam Smith

Slide 14 - Tekstslide

John Locke:
John Locke (1632-1704) 
  • vindt het absolutisme onacceptabel
  • ieder mens heeft bij de geboorte      gelijke rechten
  • maakt de koning slechte wetten en streeft hij niet de belangen van het volk na               het volk mag in opstand komen.  
     (=volkssoevereiniteit)

Slide 15 - Tekstslide

John Locke
Kritiek op de politiek:
Locke vond dat het de taak van de overheid om de rechten van burgers, oftewel mensenrechten, te beschermen. Hij was ook tegenstander van de droit divin. Hij vond dat koningen hun macht niet van God kregen, maar juist van het volk

Slide 16 - Tekstslide

Jean-Jacques Rousseau

  • Het sociaal contract

  • Mensenrechten / natuurrechten

  • Volksvertegenwoordiging doet wat het volk wil.

  • mens is het geklukkigst in de natuur



Slide 17 - Tekstslide

Montesquieu
  • Trias Politica

  • Tegen slavernij

  • Vergroting van vrijheid

  • Vermomming van tirannie

Slide 18 - Tekstslide

Adam Smith
- geen overheidsingrijpen economie
- economisch liberalisme:
vrije markt
- rationeel eigenbelang 
-> welvaart voor iedereen

Slide 19 - Tekstslide

Ideeën over godsdienst (oud)
  • Godsdienst is de verantwoordelijkheid van de staat/vorst. (ketterij bestrijding want anders rampen)
  • Mensen zijn volledig afhankelijk van God 
  • God grijpt steeds in het dagelijks leven van mensen in, hij straft en laat wonderen gebeuren.
  • God geeft ieder zijn plaats in het dagelijks leven. (droit divin)

Slide 20 - Tekstslide

De Verlichters en het geloof
Ideeën van de verlichters:
  • God heeft de aarde gemaakt, maar grijpt niet in. (deisme)
  • Er is niet één waar geloof.

Gevolgen:
  • Voor godsdienstvrijheid.
  • Tegen een grote invloed van de kerk
  • John Locke: Scheiding van kerk en staat. Mensen kunnen zelf nadenken, de staat kan dat niet voor iemand doen..
Voltaire
(Fr. 1694-1778)

Slide 21 - Tekstslide

ideeën over de samenleving, oud
de mens is van nature zondig, straffen is daarom goed.
Iedereen moet zich onderwerpen aan God.

Slide 22 - Tekstslide

De Verlichters 
Ideeën van de verlichters:
  • Mensen zijn gelijk en vrij.
  • De mens is van nature goed. (rousseau)
  • De mens is een tabula rasa (locke)

Gevolgen
  • Tegen standenmaatschappij
  • Tegen slavernij/slavenhandel (Abolitionisme)
  • Voor opvoeding en onderwijs.

Slide 23 - Tekstslide

Sociale verhoudingen
Uitgangssituatie:
- veel ongelijkheid
- standensamenleving

Verlichte denkers:
- alle mensen hebben natuurrechten
- gelijkheid voor alle achtergestelde groepen
- vrijheid voor individuele burger

Slide 24 - Tekstslide

Idee over de politiek (oud)
een rechtvaardige samenleving is geordend naar Gods wil.
Iedereen heeft zijn eigen plek. (bv droit divin)

Slide 25 - Tekstslide

Ideeën in de Verlichting
Rouseau: natuurrechten: iedereen is gelijk en vrij, iedereen heeft recht op leven, gezondheid, vrijheid en bezit.
Rouseau en Locke: De staat krijgt macht door een sociaal contract (andere betekenis)

Slide 26 - Tekstslide

De Verlichters en politiek
Ideeën van de verlichters:
  • Een koning is er voor het volk.
  • Het volk mag een slechte koning afzetten.
  • De echte macht ligt bij het volk.

Gevolgen
  • Tegen absolutisme.
  • Voor democratie.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Montesqieu
  • Franse filosoof (1689 - 1755)
  • Trias politica : scheiding van de machten om machtsmisbruik tegen te gaan.

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide



Je gaat zo een filmpje bekijken over wat de Verlichting is. De volgende denkers komen aan bod:
  1. Montesqieu
  2. Rousseau
  3. Loche
  4. Smith
  5. Diderot
  6. Spinoza
  7. Voltaire


Schrijf de namen over op een kladblaadje/of laptop.

Als je het filmpje kijkt maak je aantekeningen bij alle denkers.

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video