Ontwikkelen met PHP: variabelen

Ontwikkelen met PHP: variabelen
Leerdoelen -  je kunt na deze les: 
  1. variabelen declareren
  2. de invoer van de gebruiker verwerken.
  3. rekenen met variabelen.
  4. enkele ‘good pratices’ bij het programmeren benoemen.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
InformaticaMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Ontwikkelen met PHP: variabelen
Leerdoelen -  je kunt na deze les: 
  1. variabelen declareren
  2. de invoer van de gebruiker verwerken.
  3. rekenen met variabelen.
  4. enkele ‘good pratices’ bij het programmeren benoemen.

Slide 1 - Tekstslide

Variabelen: $naam
  1. Een variabelenaam schrijf je met kleine letters, voorafgegaan met een $. Bijvoorbeeld $temperatuur.
  2. Als de naam uit meerdere woorden bestaat, laat je elk volgende woord met een hoofdletter beginnen. Bijvoorbeeld $gemiddeldeTemperatuur.
  3. Schrijf woorden het liefst uit, maar houd ze wel kort. Dus niet gemTemp of deGemiddeldeBerekendeTemperatuur, maar $gemiddeldeTemperatuur.

Slide 2 - Tekstslide

Variabelen declareren
In PHP kun je een variabele in één regel declareren én een waarde geven. Je hoeft daarbij ook niet op te geven van welke datatype de variabele is.

<?php
  $huidigeDag = "Woensdag";
  $getal = 3;
?>

Slide 3 - Tekstslide

$naam = jan of "jan"?
  1. Maak een nieuw php programma.
  2. Met een variabele $naam1 = jan 
  3. en variabele $naam2="mien"
  4. Geef met een echo opdracht de uitvoer weer van beide variabelen (denk aan hello world)
  5. Kijk wat er gebeurt.
PS
Sluit iedere regel af met ;
timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

Wat valt op in je output?
A
uitvoer staat op 1 regel
B
jan is niet gelijk aan "jan"
C
"jan" is gelijk aan 'jan'
D
je vergeet snel ; en $

Slide 5 - Quizvraag

Voorbeeld

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Rekenen met variabelen






Wat valt je op in regel 4 t/m 7?

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht #1
  1. Maak een nieuw php programma.
  2. Maak twee variabelen met de namen $cijfer1 en $cijfer2. 
  3. Kies zelf een  waarde voor deze variabelen. 
  4. Laat het gemiddelde van die twee cijfers berekenen
  5. Zet resultaat in de variabele $gemCijfer
  6. Geef resultaat in de console met de tekst "het gemiddelde cijfer is ...."
timer
6:00

Slide 9 - Tekstslide

Vragen om input #1
Twee vaste bedragen in je programma is onhandig. 
Je wil dat de gebruiker de cijfers zelf kan invoeren. Dat doen we in twee stappen: 
  1. vraag de gebruiker om input in te voeren met onderstaande programmeerregel: echo "Wat is het eerste cijfer?";
  2. verwerk de input (zie hierna)

Slide 10 - Tekstslide

Verwerken van input #2
programmeerregel:   $cijfer1 = trim(fgets(STDIN));

Uitleg onderdelen: 
Wat je typt, wordt opgeslagen in de variabele cijfer1. Dit gaat met de functie fgets(). Omdat er tussen de haakjes STDIN staat, wordt de invoer van de console opgeslagen in de variabele, totdat er op enter wordt gedrukt.
De enter zelf moet niet worden opgeslagen in de variabele. Daarom plaats je vóór de functie fgets() de functie trim(). Deze functie zorgt ervoor dat onder andere spaties en enters worden weggelaten.

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht #2
Breid de code van opdracht 1 uit.
Vraag de gebruiker om invoer van de twee cijfers

Zorg ervoor dat de gebruiker de twee cijfers kan invoeren.
trim(fgets(STDIN));


timer
5:00

Slide 12 - Tekstslide

Uitwerking

Slide 13 - Tekstslide

ontwikkelen met PHP: variabelen
Leerdoelen -  einde van deze les. Je kunt nu: 
  1. variabelen declareren
  2. de invoer van de gebruiker verwerken.
  3. rekenen met variabelen.
  4. enkele ‘good pratices’ bij het programmeren benoemen.

Slide 14 - Tekstslide

Variabelen declareren is de eerste stap in het programmeren.
Eens, het is essentieel voor structuur.
Oneens, het vertraagt het ontwikkelproces.
Eens, het bevordert de leesbaarheid van code.
Oneens, het is slechts een administratieve last.

Slide 15 - Poll

Enkele good practices bij programmeren zijn:
commentaarregels invoegen
namen van variabelen
rekenresultaat in een nieuwe variabele zetten

Slide 16 - Poll