In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
3m | media les 3
Slide 1 - Tekstslide
Deze les: invloed van de media
Filmpje: functies van de media
Invloed van de media: beeldvorming
Afsluiting van de les
PO-opdrachten 5 en 6
Tijdens de les (en het filmpje) worden vragen gesteld.
Zorg dat je alle vragen beantwoordt.
Slide 2 - Tekstslide
Nu komt een filmpje >>>
Tijdens het filmpje worden drie vragen gesteld. Zorg dat je deze beantwoordt.
Zie je de vragen niet tijdens het filmpje?
Maak ze dan achteraf.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
01:28
Noem een voorbeeld (anders dan in de video genoemd zijn) van een programma dat mensen met elkaar verbindt. Leg ook in 1 zin uit HOE het programma mensen verbindt.
Slide 5 - Open vraag
02:04-02:14
Waarden en normen
Waarde = iets dat je belangrijk vindt (bijvoorbeeld gezondheid)
Norm = regels over hoe je je moet gedragen (gebaseerd op waarden).
Waarde = veiligheid >>>> dan is de
norm = stoppen als stoplicht op rood staat
Slide 6 - Tekstslide
04:44
Waarom wordt de controlerende functie van de media ook wel de waakhondfunctie genoemd, denk je?
Slide 7 - Open vraag
05:22
Hoe wordt de opiniërende functie van de media ook wel genoemd?
A
waakhondfunctie
B
spreekbuisfunctie
C
controlerende functie
D
amusementsfunctie
Slide 8 - Quizvraag
Heb jij het idee dat je beïnvloed wordt door de media?
A
ja, heel erg
B
ja, een beetje
C
ik weet het niet
D
nee, niet
Slide 9 - Quizvraag
Op welke manier zouden de media mensen kunnen beïnvloeden? Geef minstens 1 antwoord.
Slide 10 - Woordweb
corona: pandemie
aantal coronabesmettingen toegenomen
dit zijn de symptomen van corona
Rutte overstag: mondkapjes verplicht in ov
er moeten meer coronatests komen
De media beïnvloeden waar de mensen over praten.
De media beïnvloeden ook de manier waaropmensen denken over een onderwerp (zonder dat je dat altijd in de gaten hebt).
Mensen beoordelen berichten verschillend >>>>>>
Slide 11 - Tekstslide
Beeldvorming
Beeldvorming: een beeld dat je vormt van iets, iemand of een situatie (onder andere door hoe iets/iemand/een situatie in de media wordt gebracht).
Selectief waarnemen: je kiest zelf hoe je een bericht bekijkt.
Voorbeeld: iemand die bang is voor corona bekijkt deze tabel heel anders dan iemand die niet bang is voor het virus.
Slide 12 - Tekstslide
Beeldvorming gebeurt dus onbewust (je hebt het niet altijd in de gaten).
Waarom kan beeldvorming voor problemen zorgen, denk je?
Slide 13 - Open vraag
Hoe kun je het beeld dat jij van iets/iemand/een situatie hebt controleren?
Slide 14 - Woordweb
Afsluiting van de les
De media hebben een persoonlijke en een maatschappelijke functie.
Maatschappelijke (politieke) functies o.a. media geven de burgers informatie, controleren de politici, en ze leren ons waarden en normen.
Media kunnen ook bijdragen aan beeldvorming (het beeld dat je van iets/iemand/een situatie hebt).
Daarom is het goed om het beeld dat je ergens van hebt altijd te blijven controleren: klopt dit wel?
Slide 15 - Tekstslide
Opdrachten voor in de PO
PO-Opdracht 5
Bekijk de video (1:14 min.).
Leg kort (2-3 zinnen) uit wat de video met beeldvorming te maken heeft.
Vind jij dat het bewerken van modellen/schoonheidsfoto's verboden moet worden? Leg kort uit waarom je dat vindt (3 zinnen).
PO-Opdracht 6
Bekijk de video (2:18 min.).
Leg in eigen woorden uit wat censuur betekent.
De media hebben drie maatschappelijke functies (blz. 102 van je boek: informeren, controleren, socialiseren). Leg per functie uit waarom de media deze functie niet kan uitvoeren in een land waar censuur heerst.
Schrijf je antwoorden in het word-document waarin je ook opdrachten 1 t/m 4 hebt gemaakt.
In de komende lessen krijg je nog meer opdrachten. Die zet je in hetzelfde document.