In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
4.4 planten en dieren
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Slide 3 - Video
Leerdoelen:
4.4.1 Je kunt planten indelen door te kijken naar de bouw en de manier van voortplanten.
4.4.2 Je kunt dieren indelen door te kijken naar de symmetrie en het skelet.
Slide 4 - Tekstslide
Herhalen 4.3 Bacteriën en schimmels
Slide 5 - Tekstslide
Bacteriën zijn
A
Soms ééncellig, soms meercellig
B
Altijd ééncellig
C
Altijd meercellig
Slide 6 - Quizvraag
Bacteriën hebben...
A
wel een celwand
geen celkern
wel bladgroenkorrels
B
wel een celwand
wel een celkern
geen bladgroenkorrels
C
geen celwand
geen celkern
wel bladgroenkorrels
D
wel een celwand
geen celkern
geen bladgroenkorrels
Slide 7 - Quizvraag
Voortplanting van Bacteriën: Bacteriën planten zich voort door te delen
A
Waar
B
Nietwaar
Slide 8 - Quizvraag
Fusariumschimmels kunnen bij planten ziekten veroorzaken. Tanja bekijkt door een microscoop een stukje wortel van een plant die ziek is door zo’n schimmel. Ze ziet wortelcellen en schimmelcellen. Heeft een wortelcel een celwand? En heeft een schimmelcel een celwand?
A
Geen van beide cellen heeft een celwand.
B
Alleen een wortelcel heeft een celwand.
C
Alleen een schimmelcel heeft een celwand.
D
Zowel een wortelcel als een schimmelcel heeft een celwand.
Slide 9 - Quizvraag
Schimmels bestaan uit schimmeldraden
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Schimmels zijn
A
eencellig
B
veelcellig
C
eencellig of veelcellig
D
dat is niet bekend
Slide 11 - Quizvraag
Schimmels zijn
A
prokaryoot
B
eukaryoot
Slide 12 - Quizvraag
Bacteriën
Schimmels
Planten
Dieren
Slide 13 - Sleepvraag
Leerdoelen:
4.4.1 Je kunt planten indelen door te kijken naar de bouw en de manier van voortplanten.
4.4.2 Je kunt dieren indelen door te kijken naar de symmetrie en het skelet.
Slide 14 - Tekstslide
Plantaardige cellen
Slide 15 - Tekstslide
Plantaardige cel
Slide 16 - Tekstslide
timer
2:30
Celkern
Vacuole
Bladgroenkorrel
Cytoplasma
Celmembraan
Celwand
Slide 17 - Sleepvraag
Eencellige planten
Wieren (algen) kunnen eencellig zijn (of meercellig)
Kenmerken van wieren:
geen wortels
geen stengels
geen bladeren
Slide 18 - Tekstslide
Meercellige planten
Meercellige planten verdelen we eerst in twee groepen, namelijk:
Sporenplanten: planten zich voort metsporen
Zaadplanten: planten zich voor met zaden
Sporenplanten worden weer onderverdeeld in:
Paardenstaarten
Varens
mossen
Slide 19 - Tekstslide
Indeling meercellige planten
Slide 20 - Tekstslide
Leerdoelen:
4.4.1 Je kunt planten indelen door te kijken naar de bouw en de manier van voortplanten.
4.4.2 Je kunt dieren indelen door te kijken naar de symmetrie en het skelet.
Slide 21 - Tekstslide
Dierlijke cel
Slide 22 - Tekstslide
De dierlijke cel
timer
1:00
Celmembraan
Celkern
Cytoplasma
Slide 23 - Sleepvraag
Indeling dieren
1. Symmetrie:
Tweezijdig symmetrisch
Veelzijdig symmetrisch
Niet-symmetrisch
2. Skelet:
Uitwendig skelet (aan de buitenkant van het lichaam)
Inwendig skelet (binnen in het lichaam)
Geen skelet
Slide 24 - Tekstslide
Waar kijken we naar bij de indeling van dieren?
A
Symmetrie en levenswijze
B
Leefomgeving en skelet
C
Vorm en symmetrie
D
Symmetrie en skelet
Slide 25 - Quizvraag
1e kenmerk: Symmetrie bij dieren
Slide 26 - Tekstslide
2-de kenmerk: het skelet
Door naar het skelet van dieren te kijken, kun je het dierenrijk nog verder onderverdelen. Er zijn drie typen skelet:
Een inwendig skelet
Een uitwendig skelet
Geen skelet
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Zeven stammen
Sponzen
5 groepen ongewervelden:
Holtedieren/ neteldieren
Wormen
Weekdieren
Stekelhuidigen
Geleedpotigen
Gewervelden (weer onder te verdelen in 5 klassen)
Slide 29 - Tekstslide
Niet symmetrisch
Skelet van stevige hoornvezels
(Op de bodem van de zee)
Sponzen
Slide 30 - Tekstslide
Ongewervelde dieren
De ongewervelde dieren zijn verdeeld in 5 groepen:
holtedieren
wormen
weekdieren
stekelhuidigen
geleedpotigen
Slide 31 - Tekstslide
holtedieren
Kenmerken:
(ongewervelde)
- veelzijdig symmetrisch
- meestal geen skelet
- leven in water
- vangen hun prooi met
tentakels
Slide 32 - Tekstslide
Tweezijdig symmetrisch
Geen skelet
Lang en dun lichaam
Wormen (ongewervelde)
Slide 33 - Tekstslide
Weekdieren (ongewervelden)
Tweezijdig symmetrisch
Meestal huisje of schelp
Slide 34 - Tekstslide
Stekelhuidigen (ongewervelden)
Veelzijdig symmetrisch
Inwendig skelet van kalk
Huid is bedekt met stekels of knobbels
Leeft in de zee
Slide 35 - Tekstslide
Geleedpotigen
(ongewervelden)
- allemaal tweezijdig symmetrisch
- uitwendig skelet = pantser
Indelen op basis van aantal poten:
insecten (6 poten)
spinnen (8 poten)
kreeftachtigen (10 poten)
veel-potigen
Slide 36 - Tekstslide
Ordening in het DIERENRIJK
GEWERVELDEN: ( een wervelkolom, een schedel en ribben)
- Vijf groepen (Klassen):
1. VISSEN
2. AMFIBIËN
3. REPTIELEN
4. VOGELS
5. ZOOGDIEREN
Slide 37 - Tekstslide
Plantencel
Dierlijke cel
Schimmelcel
Bacteriecel
Slide 38 - Sleepvraag
Een afdeling van het dierenrijk zijn de eencelligen