De prijs daalt van pe naar p1. De hoeveelheid stijgt van Qe naar Q1. Het prijsverschil tussen p2 en p1 is het bedrag van de subsidie. Het consumentensurplus was eerst links C en het producentensurplus was B.
De subsidie is D+E+G+F. Dit zijn kosten voor de overheid.
Het nieuwe consumentensurplus is C + D + G.
Het nieuwe producentensurplus is D + E
Deadweightloss = F