In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Planning
B2KT2 - Poster 8
Slide 1 - Tekstslide
Planning
Doel van de les
Waarom?
Posterwoorden bespreken
Drie werkvormen
Quiz - doel van de les
Woordweb
Slide 2 - Tekstslide
Doel van de les
Aan het einde van de les weet jij wat de volgende woorden betekenen:
Aandeel hebben in
De consumptie
Deinen
Democratisch
De excursie
Op grond van
De locatie
Naast
Het vooruitzicht
Weelderig
Slide 3 - Tekstslide
Waarom?
- Woordenschat verbreden
- Je begrijpt teksten beter
- Beter communiceren met elkaar
- Taalverzorging gaat vooruit
Slide 4 - Tekstslide
Aandeel hebben in
Slide 5 - Tekstslide
Aandeel hebben in
Een bijdrage leveren aan.
Slide 6 - Tekstslide
De consumptie
Slide 7 - Tekstslide
De consumptie
Wat je gebruikt in een café etc.
Slide 8 - Tekstslide
Deinen
Slide 9 - Tekstslide
Deinen
Zachtjes op en neer gaan, schommelen, wiegen.
Slide 10 - Tekstslide
Democratisch
Slide 11 - Tekstslide
Democratisch
Als iedereen kan meebeslissen, als je mening telt.
Slide 12 - Tekstslide
De excursie
Slide 13 - Tekstslide
De excursie
Het leerzame uitstapje.
Slide 14 - Tekstslide
Op grond van
Slide 15 - Tekstslide
Op grond van
Om die reden, vanwege.
Slide 16 - Tekstslide
De locatie
Slide 17 - Tekstslide
De locatie
De plaats, de plek.
Slide 18 - Tekstslide
Naast
Slide 19 - Tekstslide
Naast
Behalve het een ook..
Slide 20 - Tekstslide
Het vooruitzicht
Slide 21 - Tekstslide
Het vooruitzicht
Iets wat je in de toekomst verwacht.
Slide 22 - Tekstslide
Weelderig
Slide 23 - Tekstslide
Weelderig
Overvloedig luxueus, prachtig.
Slide 24 - Tekstslide
Oefening 1
In twee- of drietallen krijg je alle posterwoorden en alle omschrijvingen van de posterwoorden. Leg het juiste posterwoord met de juiste betekenis naast elkaar.
Tijd: 5 minuten
Slide 25 - Tekstslide
Antwoorden oefening 1
Aandeel hebben in
Een bijdrage leveren aan
De consumptie
Wat je gebruikt in een café etc.
Deinen
Zachtjes op en neer gaan, schommelen, wiegen.
Democratisch
Als iedereen kan meebeslissen, als je mening meetelt.
De excursie
Het leerzame uitstapje.
Slide 26 - Tekstslide
Antwoorden oefening 1
Op grond van
Om die reden, vanwege.
De locatie
De plaats, de plek.
Naast
Behalve het een ook..
Het vooruitzicht
Iets wat je in de toekomst verwacht.
Weelderig
Overvloedig luxueus, prachtig.
Slide 27 - Tekstslide
Oefening 2
In twee- of drietallen krijg je nogmaals alle posterwoorden, maar ook zinnen met invulgaten. Leg het juiste posterwoord naast de juiste zin, waar dit posterwoord in hoort. Let hierbij op de context van de zin.
Tijd: 5 minuten
Slide 28 - Tekstslide
Antwoorden oefening 2
Om ervoor te zorgen dat je een aandeel hebt in deze discussie, moet je je stem goed laten horen.
Het is belangrijk om te weten hoeveel geld we moeten meenemen, denk bijvoorbeeld aan de consumptie en aan de reiskosten die je moet betalen.
Zoals altijd zullen een paar klasgenoten wel weer zingend en deinend op de achterste bank in de bus zitten.
Slide 29 - Tekstslide
Antwoorden oefening 2
Het is wel erg democratisch bij ons. Je moet tóch echt je best doen om het woord te krijgen.
Eerst gaan we lekker wandelen in de natuur en daarna op excursie naar Paleis Het Loo.
Uiteindelijk hebben we op grond van de reisafstand besloten om naar de Veluwe te gaan.
Slide 30 - Tekstslide
Antwoorden oefening 2
De locatie van de excursie is ver weg. We moeten 2 uur in de bus zitten.
Naast de locatie spelen er ook andere factoren een rol bij een excursie.
Dat we na alle proefwerken er even tussen uit gaan, is een prettig vooruitzicht.
In het Paleis van Loo kun je al die weelderige ingerichte zalen bekijken.
Slide 31 - Tekstslide
Oefening 3
In twee- of drietallen krijg je alle omschrijvingen van de posterwoorden die je moet koppelen aan een zin waarin het posterwoord staat. Het posterwoord is dikgedrukt. Vind de juiste omschrijving van het posterwoord en leg deze naast de zin.
Tijd: 5 minuten
Slide 32 - Tekstslide
Antwoorden oefening 3
Een bijdrage leveren aan.
Alicia heeft een belangrijk aandeel in de organisatie van het schoolfeest.
Wat je gebruikt in een café etc.
Je kunt op dit terras niet gaan zitten zonder een consumptie te bestellen.
Zachtjes op en neer gaan, schommelen, wiegen.
Er voer een groot schip voorbij, daardoor deinde ons roeibootje.
Slide 33 - Tekstslide
Antwoorden oefening 3
Als iedereen kan meebeslissen, als je mening meetelt.
Gisteren hebben we zeer democratisch besloten, dat we met vakantie naar Frankrijk gaan.
Het leerzame uitstapje.
Thea maakte met haar klas een excursie naar het volkenkundig museum.
Om die reden, vanwege.
Op grond van het slechte weer heb ik besloten om thuis te blijven.
Slide 34 - Tekstslide
Antwoorden oefening 3
De plaats, de plek.
Wij zochten een geschikte locatie om te kunnen picknicken.
Behalve het een ook..
Wat doe jij verder naast school, sport je of heb je nog een baantje?
Slide 35 - Tekstslide
Antwoorden oefening 3
Iets wat je in de toekomst verwacht.
Het is een heerlijk vooruitzicht dat je binnenkort met vakantie gaat.
Overvloedig luxueus, prachtig.
Die tuin ziet er weelderig uit met die prachtige bloemen!
Slide 36 - Tekstslide
Welk posterwoord hoort bij de betekenis: een bijdrage leveren aan?
A
Aandeel hebben in
B
Op grond van
C
Het vooruitzicht
D
Weelderig
Slide 37 - Quizvraag
Welk posterwoord hoort bij de betekenis: wat je gebruikt in een café?
A
Locatie
B
Consumptie
C
Excursie
D
Deinen
Slide 38 - Quizvraag
Welk posterwoord hoort bij de betekenis: schommelen, wiegen.
A
Weelderig
B
Op grond van
C
Deinen
D
Consumptie
Slide 39 - Quizvraag
Wat betekent: democratisch?
A
Als alleen het volk mag beslissen
B
Als alleen de mensen uit de politiek mogen beslissen
C
Als iedereen kan meebeslissen
Slide 40 - Quizvraag
Wat betekent: de excursie?
A
Een leerzaam uitstapje
B
Een dagje erop uit
C
Een uitstapje voor je plezier
D
Een uitstapje voor je werk
Slide 41 - Quizvraag
Wat betekent: op grond van?
A
Op basis daarvan
B
Om die reden
C
Om geen enkele reden
Slide 42 - Quizvraag
Wat is geen ander woord voor: locatie?
A
Plaats
B
Plek
C
Stad
Slide 43 - Quizvraag
Welk posterwoord hoort bij de betekenis: behalve het een ook..?
A
Ook
B
Behalve
C
Naast
Slide 44 - Quizvraag
Wat betekent: het vooruitzicht?
A
Wat je voor je ziet
B
Waar je naar toe kijkt
C
Iets wat je in de toekomst verwacht
Slide 45 - Quizvraag
Jij bent weelderig.. vooral jouw ogen (wat betekent weelderig?)
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.