1.2 Economie en geld

1.2 Economie en geld
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

1.2 Economie en geld

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van deze les
1) Kun je beschrijven hoe geld is ontstaan; 
2) Kun je voorbeelden geven en herkennen van directe- en indirecte ruil; 
3) Kun je beschrijven hoe je kunt betalen met contant geld en met geld op je bankrekening (giraal geld); 
4) Kan je het nieuwe saldo van je bankrekening uitrekenen. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Ruilmiddel
''Geld of iets anders waarmee je kunt ruilen''

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Directe ruil

Slide 9 - Tekstslide

Indirecte ruil

Slide 10 - Tekstslide

Giraal en chartaal geld

Slide 11 - Tekstslide

Elektronisch betalen

Slide 12 - Tekstslide

Saldo berekenen
Het bedrag dat op je bankrekening staat, is je saldo


Met internetbankieren of met 
een bank-app op je telefoon kun je zien hoeveel saldo je hebt.

Slide 13 - Tekstslide

Formule
Oud saldo (€ 50,-)

+ ontvangsten (€ 20,-) (bijvoorbeeld zakgeld)

- uitgaven (€ 30,-) (bijvoorbeeld nieuwe kleren gekocht)

= nieuw saldo ( € 40,-)

Slide 14 - Tekstslide



Bereken het nieuwe saldo.
A
156,05 euro
B
112,15 euro
C
113,15 euro
D
43,95 euro

Slide 15 - Quizvraag

Oud Saldo € 253,35 opname € 15,25 storting € 52,80
A
€ 190,90
B
€ 310,10
C
€ 290,90
D
€ 291,90

Slide 16 - Quizvraag

Huiswerk proberen we in de les te doen.




maken hoofdstuk 1.2

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

€ 315,71        +     € 69,27  = € 384,98 
Tussen storting en opname was je saldo dus € 384,98

Eind saldo + opname - begin saldo = storting

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide