week 4 les 1

Aandoeningen hypofyse
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
anatomie, fysiologie en pathologieMBO

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Aandoeningen hypofyse

Slide 1 - Tekstslide

Waar zit de hypofyse en wat is de functie
A
hersenen hormonen afscheiden
B
eierstokken hormonen afscheiden
C
hersenen eicel laten rijpen
D
eierstokken eicel laten rijpen

Slide 2 - Quizvraag

Hypofyse

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Rara wie ben ik?
A
LH
B
cortisol
C
renine
D
ADH

Slide 8 - Quizvraag

Als je heel zoute drop gegeten hebt, krijg je dan veel of weinig ADH in je bloed? Waarom?
A
Veel ADH want dat stimuleert de uitscheiding van water
B
Veel ADH want dat remt de uitscheiding van water
C
Weinig ADH want dat stimuleert de uitscheiding van water
D
Veel ADH want dat remt de uitscheiding van water

Slide 9 - Quizvraag

hoe werkt ADH?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Waar bevindt zich de schildklier?
A
in de alvleesklier
B
in de hersenen
C
in de hals
D
in de nieren

Slide 12 - Quizvraag

Schildklier
  • De schildklier maakt thyroxine (schildklierhormoon)
  • Schildklierhormoon stimuleert stofwisseling, groei en ontwikkeling
  • Verbranding in de cellen.
  • Te weinig schildklierhormoon: Je bent koud en moe en wordt dikker.
  • Te veel schildklierhormoon: Je hebt het warm, bent bewegelijk, valt af.
  • Negatieve feedback naar hypothalamus

Slide 13 - Tekstslide

Schildklieraandoeningen

Slide 14 - Tekstslide

Wat is hypothyreoidie?
A
een te snel werkende schildklier
B
een te traag werkende schildklier
C
een schildklier die normaal functioneert

Slide 15 - Quizvraag

Hyperthyreoïdie
  • Te sterke werking schildklier
  • Mager en nerveus
  • Uitpuilende oogbol

  • Oorzaak:
  • te grote schildklier
  • Tumor in schildklier

Er wordt minder hormoon aangemaakt door de hypothalamus en hypofyse om de schildklier minder te laten werken
de schildklier reageert niet op de lagere niveaus hormoon en blijft door produceren

Slide 16 - Tekstslide

Hypothyreoidie

Slide 17 - Tekstslide

Hypothyreoïdie 
onvoldoende aanmaak-->  blijft TSH afgescheiden  -->schildklier groeit-->struma 

Slide 18 - Tekstslide

Struma

Slide 19 - Tekstslide

Stelling 1: bij hypothyreoidie werkt de schildklier te snel
Stelling 2: bij hyperthyreoidie produceert de schildklier
te weinig schildklierhormoon

A
stelling 1 en 2 zijn juist
B
stelling 1 is onjuist en stelling 2 is juist
C
stelling 1 is juist en stelling 2 is onjuist
D
stelling 1 en 2 zijn onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video