H2 NN 4-GT Schrijven Artikel - Toetsweek

H2 Schrijven van een artikel
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H2 Schrijven van een artikel

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze periode
- 30 maart-5 april toetsweek (over 3,5 weken!):
SE artikel schrijven ( 10% ) - inkijkmoment: 6 april.

- dinsdag 11 april: laatste lesdag (deadline inventarisatie herkansingen).

- 12-4 t/m 18-4 Herkansingen:  SE Lezen 1 - 4,  SE TV 1-4 of SE Schrijven (artikel).

INHALEN TOETSEN? ZSM REGELEN!!

2


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
- Je leert een artikel schrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opbouw van een artikel 
Pakkende titel 

Inleiding: hier introduceer je het onderwerp en schrijf je waarom je dit stuk schrijft (aanleiding)

Middenstuk: schrijf over elk deelonderwerp één alinea. Gebruik signaalwoorden.

Slot: hier geef je een conclusie of korte samenvatting. 

Naam

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is géén functie van een inleiding?
A
aanleiding noemen
B
belangstelling wekken
C
samenvatting geven
D
onderwerp introduceren

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Denk aan de signaalwoorden!
Opsomming:

ten eerste, om te beginnen,
ten tweede, ook, vervolgens, ten slotte,.....

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 1

Lees eerst de beschrijving en de opdracht goed door. Beantwoord voor jezelf:
- Wat voor tekst moet ik schrijven?

- Wat is het doel van mijn tekst?

- Wie is het publiek van mijn tekst?



  • artikel
  • zakelijke brief
  •  e-mail
Je hebt meestal ook een tekst nodig die je voor een eerdere opdracht voor leesvaardigheid al gelezen hebt.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 2
    • Bekijk de lijst met punten die in je artikel moeten komen.


  • Markeer belangrijke punten. Bijvoorbeeld:

- Noem de aanleiding...
- Geef jouw eigen ervaring...

- twee voordelen van ...

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 3
  • Orden de gevonden informatie
  • Verdeel de onderdelen over ten minste drie alinea's
  • Schrijf per alinea in steekwoorden op wat je gaat schrijven of maak een schrijfplan

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 4
  • Je weet door de punten die je net hebt doorgenomen waar je op moet letten.
  • Streep de informatie die je nodig hebt uit de opdracht en tekst aan.
  • Zet voor de kantlijn het nummer van de opdracht waar de informatie bij past.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 5
  • Schrijf je tekst in minimaal 100 woorden.
  • Een goedlopende tekst heeft volledige zinnen.
  • Maak de zinnen niet te lang.
  • Gebruik witregels tussen de alinea's
  • Zet een eigen titel boven het artikel
  • Zet je naam onder het artikel

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 6
  • Controleer de inhoud: heb je alle informatie uit stap 3 goed in de tekst staan?
  • Controleer het taalgebruik: kijk alle woorden en zinnen goed na en verbeter eventuele fouten. Gebruik een woordenboek als je niet weet hoe je een woord moet spellen. Let ook op leestekens.
  • Controleer de conventies (regels): zorg dat de indeling klopt en de tekst er verzorgd uitziet

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even oefenen
Artikel schrijven

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In een artikel.....
A
Geef je de lezer informatie over een onderwerp.
B
Geef je je mening over een onderwerp.
C
Moet je u gebruiken.
D
Signaalwoorden zoals ten eerste, vervolgens en tot slot zijn belangrijk.

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe begin je een artikel?
A
Geachte heer/mevrouw
B
titel
C
Hallo
D
Goedemiddag

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is dit een artikel of een brief?
A
artikel
B
brief

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In een artikel moet je altijd een .... vermelden
A
titel
B
titel, handtekening, naam
C
Titel, voornaam, achternaam
D
handtekening, titel

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een artikel bestaat uit
A
inleiding, middenstuk
B
Slot, titel, middenstuk
C
handtekening, inleiding, middenstuk, slot
D
inleiding, middenstuk ,slot

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen kenmerk van een artikel?
A
De inleiding heeft een duidelijke functie
B
Indeling = Inleiding - Kern - Slot
C
De naam van de auteur wordt vermeld
D
Het is actueel

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is dit een artikel of een brief?
A
artikel
B
brief

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je een artikel schrijft....
A
heeft iedere alinea een kernzin.
B
heeft iedere alinea een tussenkopje.
C
start het artikel altijd met een vraag.
D
is de titel gelijk aan het onderwerp.

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Onder een artikel zet je altijd:
A
slotformule
B
je eigen naam
C
groetjes,
D
bedankt

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een artikel heeft altijd een titel.
A
waar
B
niet waar

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een schrijfplan?
A
Een soort kladversie van je tekst.
B
Overbodige luxe en tijdverspilling.
C
Schema met beknopte informatie over je onderwerp, deelonderwerpen en publiek.

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een schrijfplan maak je, omdat...
A
het je helpt om informatie te ordenen
B
het je helpt bij het kiezen en volgen van een structuur
C
het ervoor zorgt dat je je hoofdgedachte al formuleert
D
het uiteindelijke schrijven zo minder mentale energie kost

Slide 39 - Quizvraag

Zie theorie blz. 144
Waarom is een schrijfplan zo belangrijk?
A
Het geeft overzicht
B
Je vergeet zo niets
C
Je kunt alvast spelfouten checken
D
Je denkt van te voren alvast goed na wat je gaat schrijven.

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In een schrijfplan staat GEEN......
A
tekstdeel
B
kernzin
C
complete alinea
D
uitleg

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maken in het lesboek
Blz. 48-49
Startopdracht
Opdracht 1 en 2

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leren voor tentamen en examen
- Je kan een artikel schrijven met behulp van een schrijfplan en daarbij informatie uit verschillende bronnen samenvoegen.
- Je kan een kort artikel schrijven met een begin, middenstuk en slot.
- Je kan alinea's maken en inhoudelijke verbanden aangeven. 

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies