Examentraining VWO 4 2324

Examentraining 4
VWO
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Examentraining 4
VWO

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Planning
Algemene Tips (4/5)
Koolstofchemie
Biochemie

Slide 2 - Tekstslide

Planning
Dit zijn de hoofdstukken in je 
Examenbundel/Samengevat
Vandaag; H5 en H6

Slide 3 - Tekstslide

Algemene Tips 4/5
  • Oefen met naamgeving, Ken Binas goed, mn T 66C - F, 67 
  • C - H mag je vervangen door C - , maar alleen bij C (niet bij -NH, -OH, -SH). Vergeet je dit streepje (al is het maar 1) , meteen -1 p!
  • Teken aan de linkerkant van het molecuul niet OH-C (oid) , ook meteen -1 p
  • Werk netjes; Aarzel niet om een tweede uitwerkbijlage te vragen, dat mag altijd
  • Bij Lewis en grensstructuren; altijd octetregel volgen en dus tellen, ladingen staan vaak op een O, N, S en teken ontbrekende bindingen
  • Bij reactiemechanisme; atomen tellen, wat gaat waar heen en wat valt aan op wat
  • Teken bij additiepolymeren altijd de C=C binding centraal, de rest eronder of erboven
  • Stereoisomerie; Cis/Trans (niet-draaibare binding) en Spiegelbeeld (asymmetrisch C-atoom


Slide 4 - Tekstslide

Welke vind je het moeilijkst?
Alkanen, alkenen, cycloalkanen, halogeenalkanen
Alkanolen
Alkaanamines
Alkaanzuren
Esters
Ethers
Aldehyden
Ketonen
Amides of peptides




Slide 5 - Tekstslide

Wat is het stappenplan voor systematische naamgeving?

Slide 6 - Open vraag

Reacties
Kraakreactie
Hydrolyse
Additie
Substitutie
Condensatie
Polymerisatie



Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Welke stap in een radicaalreactie wordt meestal beschouwd als de langzaamste en bepalende stap?
A
Initiatie
B
propagatie
C
terminatie
D
branching

Slide 9 - Quizvraag

Bij welk type reactiemechanisme treden carbokationen op als reactieve tussenproducten?
A
Sn1
B
Sn2
C
E1
D
E2

Slide 10 - Quizvraag

Polymerisatie
Additie of condensatie
Thermoplasten of Thermoharders
Copolymeren, weekmakers

Micro - macroniveau?

Slide 11 - Tekstslide

Welk van onderstaande brokstukken van een polymeerketen kan ontstaan als aminoethaanzuur polymeriseert?

A
B
C
D

Slide 12 - Quizvraag

Biochemie
Koolhydraten 67F, denk aan de versimpelde weergave
Vetten 67G denk aan verkorte schrijfwijze 
Eiwitten, let op fragment dat in de vraag staat, ivm uiteindes
DNA en RNA, vragen gaan vaak over puntmutaties, zoveelste basenpaar / 3. Tellen!

Slide 13 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een olie en een vet op microniveau?
A
Olie bestaat uit kleinere moleculen dan vet
B
Olie bevat meer onverzadigde vetzuren dan vet.
C
Vetten hebben een langere koolstofketen dan oliën
D
Vetten hebben een regelmatigere kristalstructuur

Slide 14 - Quizvraag

Voor volgende les
  • Doornemen presentatie en vragen noteren!
  • Doornemen Samengevat H5 en H6
  • Maken 1e 2 Examenopgaven H5 en van H6



Slide 15 - Tekstslide