In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Welkom allemaal
Slide 1 - Tekstslide
Het programma
het lesdoel
zelfstandig aan de les met de toetsstof
als je klaar bent --> geef je het aan bij de juf
Slide 2 - Tekstslide
het lesdoel
Aan het einde van de les heb ik geen vragen meer over over de toetsstof.
Slide 3 - Tekstslide
Oefenen
Je krijgt nu een paar oefeningen. Deze oefeningen zijn gebaseerd op de echte toets. Dus maak ze serieus. Als je iets niet snapt, vraag het aan de juf.
Slide 4 - Tekstslide
wat is een koppelteken?
A
is een leesteken dat wordt gebruikt als scheidingsteken tussen delen van een zin
B
is een leesteken dat onderdelen van samenstellingen met elkaar verbindt.
C
is een leesteken dat wordt gebruikt om nadruk te geven aan een woord of zin
D
Geen één antwoord is juist
Slide 5 - Quizvraag
Welke samenstelling is goed geschreven?
A
Noordholland
B
laptop-tas
C
oogglas
D
katkop
Slide 6 - Quizvraag
Welke samenstellingen zijn goed geschreven? (2 goede antwoorden)
A
waterglas
B
strand-stoel
C
Noord-Holland
D
kindtrui
Slide 7 - Quizvraag
Welke samenstellingen zijn goed geschreven? (2 antwoorden goed)
A
kattenkop
B
WestFriesland
C
ZuidAfrikaans
D
zee-egel
Slide 8 - Quizvraag
Waarom schrijf je zonnestraal en geen zonnenstraal?
Slide 9 - Open vraag
Lees deze uitleg goed (belangrijk voor de toets)
Je schrijft -en bij een samenstelling als het eerste deel van het woord een meervoud heeft op -en. Bijvoorbeeld: kat --> meervoud van kat = katten dus je schrijf dan kattenkop en geen katkop!
Slide 10 - Tekstslide
Lees deze uitleg goed (belangrijk voor de toets)
Je schrijft alleen een –e- als het meervoud van het eerste woord kan eindigen op een –s en op -en. Ook schrijf je alleen een –e- als het woord uniek is bijvoorbeeld een zon.
--> zonneschijn is goed --> zonnenschijn is fout
Slide 11 - Tekstslide
Wanneer schrijf je een koppelteken?
Slide 12 - Open vraag
Welk tekstverband hoort bij het signaalwoord: maar
A
toelichting
B
tegenstelling
C
voorbeeld
D
oorzaak en gevolg
Slide 13 - Quizvraag
Welk tekstverband hoort bij het signaalwoord: dus
A
conclusie
B
tegenstelling
C
tijd
D
oorzaak-gevolg
Slide 14 - Quizvraag
Welk tekstverband hoort bij het signaalwoord: vervolgens
A
opsomming
B
oorzaak en gevolg
C
conclusie
D
tijd
Slide 15 - Quizvraag
Welk tekstverband hoort bij het signaalwoord: kortom
A
tijd
B
conclusie
C
oorzaak en gevolg
D
opsomming
Slide 16 - Quizvraag
Welk tekstverband hoort bij het signaalwoord: dat houdt in
A
voorbeeld
B
opsomming
C
toelichting
D
doel en middel
Slide 17 - Quizvraag
Welk tekstverband hoort bij het signaalwoord: zoals
A
tijd
B
voorbeeld
C
doel en middel
D
opsomming
Slide 18 - Quizvraag
Welk tekstverband hoort bij het signaalwoord: samenvattend
A
opsomming
B
tegenstelling
C
doel en middel
D
conclusie
Slide 19 - Quizvraag
Welk tekstverband hoort bij het signaalwoord: daardoor
A
opsomming
B
toelichting
C
tijd
D
oorzaak en gevolg
Slide 20 - Quizvraag
In aantekeningen gebruik je nummers, streepjes, pijltjes en afkortingen. Van welk woord is 't/m' afkorting?
A
trein en maan
B
toen en met
C
tijd en meten
D
tot en met
Slide 21 - Quizvraag
In aantekeningen gebruik je nummers, streepjes, pijltjes en afkortingen. Van welk woord is 'fam' afkorting?
A
famous
B
familie
C
fam is geen afkorting
D
family
Slide 22 - Quizvraag
Wat is een advertentie?
A
je schrijft een adverntentie als je je wilt aanmelden voor een school
B
je schrijft een advertentie als je solliciteert bij een winkel
C
je schrijft een advertentie als je iets wilt kopen
D
je schrijft een advertentie als je iets wilt verkopen
Slide 23 - Quizvraag
Met welke alinea wil de schrijver je nieuwsgierig maken?
A
de inleiding
B
de kern
C
het slot
D
de plaatjes
Slide 24 - Quizvraag
In welke alinea wordt er vaak een samenvatting gegeven of een conclusie getrokken?
A
de inleiding
B
de kern
C
het slot
D
de plaatjes
Slide 25 - Quizvraag
Is het lesdoel behaald?
aan het einde van de les heb ik geen vragen meer over de toetsstof.
Als je geen vragen meer hebt, ben je klaar. Geef dit aan bij de juf. Als je nog vragen hebt over de stof, krijg je nu de kans om je vragen te stellen. Goed gewerkt en succes met leren:)!
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.