Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Woorden - H5.5 - les 1
Woorden - H5.5
1 / 25
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
In deze les zitten
25 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Woorden - H5.5
Slide 1 - Tekstslide
Woorden - Hoofdstuk 5.5
Doelen:
In deze paragraaf leer je:
• examentaal gebruiken;
• twintig nieuwe woorden.
Slide 2 - Tekstslide
stappenplan moeilijke woorden
Slide 3 - Tekstslide
Even herhalen
woorden 4.5
Slide 4 - Tekstslide
Wat is de betekenis van 'alarmbellen doen rinkelen'?
A
wat belangrijk voor je is
B
ervoor zorgen dat je iets niet vertrouwt
C
het effect
D
al heel snel een oordeel over iemand hebben
Slide 5 - Quizvraag
het attribuut
geniaal
aftroeven
alert
briljant, extreem intelligent
oplettend, snel reagerend
het beter doen dan iemand anders
voorwerp dat je ergens speciaal voor kunt gebruiken
Slide 6 - Sleepvraag
Wat is de betekenis van 'compenseren'?
A
de manier waarop iemand denkt en doet
B
het karakter
C
het effect
D
iets weer goedmaken, terug in balans brengen
Slide 7 - Quizvraag
klein, weinig
iemand die veel durft
voor de gek gehouden worden, ergens instinken
ergens in trappen
gering
de durfal
Slide 8 - Sleepvraag
wijsheid die je tijdens je leven krijgt
het klinkt zo goed dat het waarschijnlijk niet waar is
samen met anderen schuldig aan iets dat strafbaar is
veel kans maken om iets te winnen
te mooi om waar te zijn
de levenservaring
hoge ogen gooien
medeplichtig
Slide 9 - Sleepvraag
Welke 2 betekenissen passen bij 'het verloop'?
A
de manier waarop iets gaat
B
het karakter
C
iets wat zo hoort
D
het verschijnsel dat er mensen weggaan en bij komen
Slide 10 - Quizvraag
iets wat niet echt is, maar het wel lijkt
plan om je doel te bereiken
slimme manier om je doel te bereiken
voorbijgaan
passeren
de strategie
de tactiek
virtueel
Slide 11 - Sleepvraag
Wat is de betekenis van 'de win-winsituatie'?
A
niet met iemand omgaan
B
een situatie waar beide partijen voordeel van hebben een situatie waar beide partijen voordeel van hebben
C
iemand negeren
D
het beeld dat mensen hebben van iemand of iets
Slide 12 - Quizvraag
Wat is de betekenis van 'ondervinden'?
A
niet met iemand omgaan
B
merken, voelen
C
iemand negeren
D
het beeld dat mensen hebben van iemand of iets
Slide 13 - Quizvraag
Woordtrainer oefenen
Oefen met de woorden uit hoofdstuk 3.5 via:
Woordtrainer in Talent
timer
10:00
Slide 14 - Tekstslide
Wat is de betekenis van 'collecteren'?
A
wat belangrijk voor je is
B
ervoor zorgen dat je iets niet vertrouwt
C
geld inzamelen voor een (goed) doel
D
al heel snel een oordeel over iemand hebben
Slide 15 - Quizvraag
degraderen
de donateur
de abonnee
de duurzaamheid
iemand die geld of iets anders geeft voor een (goed) doel
de aandacht voor mens en milieu
iemand die een abonnement heeft, bijvoorbeeld op een tijdschrift
een lagere positie geven of krijgen
Slide 16 - Sleepvraag
Wat is de betekenis van 'de efficiëntie'?
A
de manier waarop iemand denkt en doet
B
het karakter
C
het effect
D
zoveel mogelijk bereiken met zo weinig mogelijk middelen
Slide 17 - Quizvraag
uitwerking, invloed, effect
grote actie om reclame te maken of te protesteren
iemand vertellen over de problemen die je hebt
je hart luchten
de impact
de campagne
Slide 18 - Sleepvraag
het percentage van alle kopers waaraan 1 bedrijf zijn producten
verkoopt
een slechte ontwikkeling die steeds slechter wordt
van nu, op dit moment
je betrokken voelen bij je omgeving en de samenleving
de negatieve spiraal
het marktaandeel
de maatschappelijke
betrokkenheid
huidig
Slide 19 - Sleepvraag
Welke 2 betekenissen passen bij 'confronteren met'?
A
de manier waarop iets gaat
B
iemand laten weten of laten zien wat hij (fout) heeft gedaan
C
ergens mee in aanraking komen
D
het verschijnsel dat er mensen weggaan en bij komen
Slide 20 - Quizvraag
Wat is de betekenis van 'illegaal'?
A
de manier waarop iets gaat
B
de kracht om iets te doen
C
ergens mee in aanraking komen
D
iets wat volgens de wet niet mag
Slide 21 - Quizvraag
het toenemen van de grootte, bijvoorbeeld van een bedrijf
het resultaat dat iets oplevert vergeleken met de kosten, de winst
door slimheid of geweld mensen overhalen om iets te doen
reclame maken voor iets
promoten
het rendement
ronselen
de schaalvergroting
Slide 22 - Sleepvraag
Wat is de betekenis van 'uitbuiten'?
A
niet met iemand omgaan
B
een situatie waar beide partijen voordeel van hebben een situatie waar beide partijen voordeel van hebben
C
iemand meer voor je laten werken dan goed is voor die persoon iemand meer voor je laten werken dan goed is voor die persoon
D
het beeld dat mensen hebben van iemand of iets
Slide 23 - Quizvraag
Maken
H5.5: Opdr. 2 t/m 6, 11, 14 t/m 17, 22 in boek B
Test jezelf online
Als er gewerkt wordt aan de opdrachten is het stil in de klas.
Klaar? Oefenen met de woordtrainer
Versterk Jezelf werkwoorden (online)
Slide 24 - Tekstslide
Maken
H5.5: Opdr. 14 t/m 17, 22 in boek B
Test jezelf online
Als er gewerkt wordt aan de opdrachten is het stil in de klas.
Klaar? Oefenen met de woordtrainer
Versterk Jezelf werkwoorden (online)
Slide 25 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Woorden - H4.5
Augustus 2024
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Woorden - H4.5 - les 2
September 2024
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Woorden - H3.5 - les 1
September 2024
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Woorden - H3.5 - les 1
Mei 2024
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Woorden - H3.5 - les 1
Augustus 2024
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Woorden - H5.5 - les 2
September 2024
- Les met
14 slides
Woorden - H5.5 - les 2
Mei 2024
- Les met
14 slides
Woorden - H5.5 - les 2
Augustus 2024
- Les met
14 slides