Woorden - H5.5 - les 2

Woorden - H5.5
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Woorden - H5.5

Slide 1 - Tekstslide

Woorden - Hoofdstuk 5.5
Doelen:  
In deze paragraaf leer je:
• examentaal gebruiken;
• twintig nieuwe woorden.




Slide 2 - Tekstslide

stappenplan moeilijke woorden

Slide 3 - Tekstslide

Even herhalen
woorden 5.5

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de betekenis van 'collecteren'?
A
wat belangrijk voor je is
B
ervoor zorgen dat je iets niet vertrouwt
C
geld inzamelen voor een (goed) doel
D
al heel snel een oordeel over iemand hebben

Slide 5 - Quizvraag

degraderen
de donateur


de abonnee


de duurzaamheid


iemand die geld of iets anders geeft voor een (goed) doel
de aandacht voor mens en milieu
iemand die een abonnement heeft, bijvoorbeeld op een tijdschrift
een lagere positie geven of krijgen

Slide 6 - Sleepvraag

Wat is de betekenis van 'de efficiëntie'?
A
de manier waarop iemand denkt en doet
B
het karakter
C
het effect
D
zoveel mogelijk bereiken met zo weinig mogelijk middelen

Slide 7 - Quizvraag

uitwerking, invloed, effect
grote actie om reclame te maken of te protesteren
iemand vertellen over de problemen die je hebt
je hart luchten
de impact


de campagne

Slide 8 - Sleepvraag

het percentage van alle kopers waaraan 1 bedrijf zijn producten
verkoopt
een slechte ontwikkeling die steeds slechter wordt
van nu, op dit moment
je betrokken voelen bij je omgeving en de samenleving
de negatieve spiraal




het marktaandeel

de maatschappelijke
betrokkenheid
huidig

Slide 9 - Sleepvraag

Welke 2 betekenissen passen bij 'confronteren met'?
A
de manier waarop iets gaat
B
iemand laten weten of laten zien wat hij (fout) heeft gedaan
C
ergens mee in aanraking komen
D
het verschijnsel dat er mensen weggaan en bij komen

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de betekenis van 'illegaal'?
A
de manier waarop iets gaat
B
de kracht om iets te doen
C
ergens mee in aanraking komen
D
iets wat volgens de wet niet mag

Slide 11 - Quizvraag

het toenemen van de grootte, bijvoorbeeld van een bedrijf
het resultaat dat iets oplevert vergeleken met de kosten, de winst
door slimheid of geweld mensen overhalen om iets te doen
reclame maken voor iets
promoten
het rendement




ronselen

de schaalvergroting


Slide 12 - Sleepvraag

Wat is de betekenis van 'uitbuiten'?
A
niet met iemand omgaan
B
een situatie waar beide partijen voordeel van hebben een situatie waar beide partijen voordeel van hebben
C
iemand meer voor je laten werken dan goed is voor die persoon iemand meer voor je laten werken dan goed is voor die persoon
D
het beeld dat mensen hebben van iemand of iets

Slide 13 - Quizvraag

Maken
H5.5: Opdr. 14 t/m 17, 22 in boek B
Test jezelf online


Als er gewerkt wordt aan de opdrachten is het stil in de klas.
Klaar? Oefenen met de woordtrainer
Versterk Jezelf werkwoorden (online)

Slide 14 - Tekstslide