Herhaling hoofdstuk 2
1 / 26
Lesduur is: 120 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Pietje verdient 1800,- per maand en krijgt 8% vakantiegeld. Hoeveel vakantiegeld krijgt Pietje?
Slide 3 - Open vraag
Noem een voorbeeld van loon in natura.
Slide 4 - Open vraag
Waarom bestaat er een minimumloon?
Slide 5 - Open vraag
Wanneer maakt een bedrijf winst?
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Tekstslide
Pietje heeft 5000,- spaargeld op dekank staan. Het rentepercentage is 3%. Hoeveel rente krijgt Pietje?
Slide 8 - Open vraag
Huur
Pacht
Winst
Divident
Woonhuis
Weiland
Eigen restaurant
Aandelen
Slide 9 - Sleepvraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Uit welke onderdelen kan de studiefinanciering bestaan?
Slide 13 - Open vraag
Iedereen heeft recht op huurtoeslag.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quizvraag
De kinderbijslag is afhankelijk van:
A
Aantal kinderen
B
Leeftijd van de kinderen
C
Inkomen ouders
D
Leeftijd ouders
Slide 15 - Quizvraag
Wanneer heb je recht op zorgtoeslag?
A
Iedereen heeft recht op zorgtoeslag.
B
Als je een kind hebt.
C
Als je inkomen niet zo hoog is.
D
Als je vaak ziek bent.
Slide 16 - Quizvraag
De bijstandsuitkering stopt als je weer voldoende inkomen hebt.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quizvraag
Het sociaal minimum is voor iedereen hetzelfde
A
Waar
B
Nietwaar
Slide 18 - Quizvraag
Ruilmiddel
Rekenmiddel
Spaarmiddel
Een brood kopen
Prijzen vergelijken
Elke maand geld opzij zetten
Slide 19 - Sleepvraag
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Pietje heeft 200,- op zijn rekening staan. Hij heeft de volgende uitgaven: Nieuwe broek 90,- nieuwe schoenen 140,- telefoonabonnement 45,-
Wat is zijn nieuwe saldo?
Wat is zijn nieuwe saldo?
Slide 23 - Open vraag
Wat zijn voordelen van internetbankieren?
