16. Aandachtspunten & complicaties
(bij inbrengen)
- Gebruik handschoenen wanneer de subcutane canule wordt ontlucht met medicijn.
- Pas geschikte injectie gebieden toe.
- De huid moet intact zijn en er moet voldoende subcutaan weefsel aanwezig zijn.
- Breng de canule volgens een roterend schema op een andere plaats in.
- Gebruik de no-touch techniek.
- Zorg voor een gesloten systeem, infuusmaterialen zo´n kort mogelijke een open verbinding met de omgeving.
- Inspecteer dagelijks de huid rondom de insteekplaats.
De subcutane canule zit in de spier --> verwijder de canule en breng een nieuwe canule in op een andere plaats.
Na het inbrengen wordt er bloedt zichtbaar in de canule, zit in veneus bloedvat --> verwijder de canule en breng een nieuwe canule in op een andere plaats.