Maagspoelen en subcutane canule

Maagspoelen en subcutane canule
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Maagspoelen en subcutane canule

Slide 1 - Tekstslide

Maagspoelen

Slide 2 - Woordweb

Leerdoelen:
1. Wat is maagspoelen?
2. Wanneer spoel je de maag?
3. Verschillende manieren van spoelen.

Slide 3 - Tekstslide

Wanneer maagspoelen
Intoxicatie.
Voor het spoelen van de maag wordt vloeistof toegediend via de sonde of maagslang waarna de maaginhoud uit de maag loopt.

Slide 4 - Tekstslide

Passief
Bij passieve hevelen loopt de inhoud spontaan af, op basis van zwaartekracht. De maaginhoud loopt via een verbindingsslang die aan de sonde bevestigd is in een emmer of in een afloopzakje. De verbindingsslang of opvangzak wordt lager gehangen dan de maag. 

Slide 5 - Tekstslide

Actief
Bij actieve lediging wordt de maaginhoud afgezogen met behulp van een spuit of vacuümpomp. Bij gebruik van een spuit wordt deze aangesloten op de maagsonde, waardoor de maaginhoud wordt opgezogen. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Wat zijn indicaties voor maagspoelen?
A
Intoxicaties
B
Sluitspier van de maag of de twaalfvingerige darm is afgesloten.
C
Verstopping van de darm
D
Alle antwoorden zijn goed.

Slide 9 - Quizvraag

Contra indicaties:
Krampen aanwezig zijn
Er afwezigheid is van het hoestreflex
Er een vernauwing is van de slokdarm
Als er acute bloedingen zijn in slokdarm of de maag
Hartproblemen zoals hartinfarct, ernstige hartritmestoornissen
Bewusteloosheid.

Slide 10 - Tekstslide

Wat moet je doen als er complicaties zoals bloed of benauwdheid optreden tijdens het maagspoelen?
A
Even stoppen, daarna handeling weer voortzetten.
B
Handeling stoppen en goed rapporteren
C
Arts waarschuwen.
D
Alle antwoorden zijn goed.

Slide 11 - Quizvraag

Vpk aandachtspunten

Slide 12 - Woordweb

Slide 13 - Link

Vragen

Slide 14 - Tekstslide

Vleugelnaald

Slide 15 - Tekstslide

subcutane infusie

Slide 16 - Woordweb

Vleugelnaald
  • Insuflon
  • Vlindernaald
  • Subcutane naald
  • Saf-T-Intima

Slide 17 - Tekstslide

Verpleegkundige
Infuusnaald
Venflon
Braunule

Slide 18 - Tekstslide

Subcutaan infuus
Bij een subcutaan infuus worden vocht of medicijnen toegediend onder de huid.

Vertaling vanuit het Latijns:
Sub = onder
Cutis = huid

Slide 19 - Tekstslide

Plaats bepalen
  • In het bovenbeen
  • In de buik (min. 2 cm van de navel af)
  • In de bovenarm (niet aan de binnenkant)
  • In het gebied tussen sleutelbeen en borst, of onder de borst

Slide 20 - Tekstslide

Een indicaties voor subcutane infusie kan zijn dat:

"de medicijnen .................. moeten worden toegediend"
A
Zeer geleidelijk
B
Heel snel
C
Intermitterend
D
Voor lange tijd

Slide 21 - Quizvraag

Vleugelnaald (Vlindernaald):
  • Naald heeft twee flexibele vleugels die het plaatsen/vastmaken vergemakkelijken.
  • Naald is voorzien van verlengslang met luerlock (infuussysteem past erop!).
Kunststofcanule:
  • Zijn buigzaam.

  • De canule bevat een opvoernaald die je verwijderd na het inbrengen.

  • Wordt gebruikt bij behandeling die meerdere dagen duurt, omdat de naald niet blijft zitten.

Slide 22 - Tekstslide

Subcutaan infuus verzorgen
  • Controleer de insteekplaats dagelijks op verschijnselen die kunnen duiden op een lokale infectie: Roodheid, zwelling, pijn, warmte, functieverlies.

  • Gebruik de no-touch-methode. De no-touch-techniek voorkomt dat micro-organismen worden overgedragen op de cliënt tijdens het uitvoeren van handelingen.
  • Zorg voor een gesloten systeem. Dat wil zeggen: zorg dat via de gebruikte infuusmaterialen zo min mogelijk of zo kort mogelijk een open verbinding is met de omgeving. Dit verlaagt het risico op infectie.

Slide 23 - Tekstslide

No-touch-methode
De no-touch-techniek voorkomt dat micro-organismen worden overgedragen op de cliënt tijdens het uitvoeren van handelingen.


Deze techniek gaat uit van een aantal stappen:
  1. Voorbereiding van de omgeving
  2. Risicobepaling
  3. Handhygiëne
  4. Gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen
  5. Materialen
  6. Voorbereiding van de cliënt
  7. Gebruik van veilige technieken


Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide