Unit 2 phase 3 & 4 Gezonde gewoontes

UNIT gezonde gewoontes
Global context
Identiteit & relatie
Key concept
 communicatie
Related concepts
doelen & perspectief
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

UNIT gezonde gewoontes
Global context
Identiteit & relatie
Key concept
 communicatie
Related concepts
doelen & perspectief

Slide 1 - Tekstslide

Statement of Inquiry 
Careful understanding of different perspectives on healthy habits lead to clear communication about 
  the goal how to better once lifestyle and influence the lifestyle of others.



Slide 2 - Tekstslide

Feit vraag (strand I)
Wat kan ik doen om gezond te leven?
Welke gewoontes zijn niet goed voor mij?
Conceptuele vraag (strand II)
Hoe kunnen we elkaar informeren over gezonde gewoontes?
Wat is het doel om elkaar te informeren over gezonde gewoontes?

Discussie vraag (strand III)
Waar ligt de balans tussen goede en slechte gewoontes?
Zijn nieuwe technologiën schadelijk of juist goed voor gezonde gewoontes.

Slide 3 - Tekstslide

Woorden bij deze unit
De woorden die we leren zetten we in dit document in de google classroom.

Taak: Kijk naar elkaars woordenlijst en maak de lijst compleet.












Slide 4 - Tekstslide

Wat denk jij dat je in deze unit leert en onderzoekt?

Slide 5 - Open vraag

Wat kan je na deze unit?
  • ideëen communiceren over een gezonde leefstijl
  • tips en adviezen geven aan anderen
  • data en statistieken lezen en begrijpen
  • zinnen maken met -zullen-gaan-zouden-hopen
  • de voordelen noemen van een lichaamsbeweging
  • jouw mening geven over de invloed van nieuwe technologie

Slide 6 - Tekstslide

Leven we gezond?
Opdracht 1: Welke woorden horen volgens jou bij een gezonde leefstijl?

Opdracht 2: Bespreek samen de woordwolk, wat valt op? 

Opdracht 3: Kijk naar de plaatjes, vind jij deze activiteiten gezond of ongezond? Vertel waarom? Bespreek met je tafelmaatje wat de voor- en de nadelen zijn. 

Opdracht 4: Lees de stellingen (statements), zet een kruisje bij de cijfers 1=nooit 2 heel soms, 3= soms 4= vaak 5= altijd. Vergelijk jouw tabel met de tabel van je tafelmaatje. Wat valt je op?

Slide 7 - Tekstslide

gezonde gewoontes

Slide 8 - Woordweb

Stap 1: Welke activiteiten vind jij goed en welke vind jij niet goed? Waarom?

Stap  2: Praat met een medeleerling over de voordelen en nadelen voor een gezonde leefstijl.


Slide 9 - Tekstslide

Veel lezen
sportdrankjes drinken
Fietsen
voedingsrepen eten
Video spelletjes spelen
Fast vegan food eten
Vaak rennen

Slide 10 - Tekstslide

Als ik naar de supermarkt ga, dan koop ik verse producten.
0100

Slide 11 - Poll

Wij eten zelf gekookt eten thuis.
0100

Slide 12 - Poll

Ik drink veel water.
0100

Slide 13 - Poll

Ik eet veel fruit en groente.
0100

Slide 14 - Poll

Ik sport veel.
0100

Slide 15 - Poll

Ik zit meestal.
0100

Slide 16 - Poll

Ik slaap ongeveer 8 uur per nacht.
0100

Slide 17 - Poll

Ik eet producten met suiker.
0100

Slide 18 - Poll

Ik gebruik veel zout in mijn eten.
0100

Slide 19 - Poll

Inquiry question: How do we justify our perspective on healthy habits

Slide 20 - Open vraag

LIJST MET SOORTEN VOEDING

een home made hamburger
een home made pizza
gefrituurde kip
gefrituurde vis
frietjes
salades
sushi
een dressing van room en kaas voor de sla
vegan snoepjes
een ingevroren pizza
biologische drankjes
proteine repen
energie repen van gedroogd fruit
pure chocolade
volkoren cornflakes
vruchten ijs
popcorn

Je bent wat je eet

Slide 21 - Tekstslide

OPDRACHT:
Maak nu een schema en categoriseer

Slide 22 - Open vraag

Nieuwe woorden over voeding
  1. Ken je deze woorden
  2. Zoek ze op
  3. Schrijf de nieuwe woorden op je woordenlijst 
de obesitas
het overgewicht
te zwaar zijn
de kwaliteit van voeding
de ziekte
de voeding
de honger
de dorst
eten zonder te stoppen
de voedingswaarde
weinig voedingswaarde
veel voedingswaarde 
de ontwikkelingslanden
de diëtist 
frituren

Slide 23 - Tekstslide

OPDRACHT
Zoek de woorden op en maak tenminste 6 goede zinnen met 6 verschillende woorden.

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Video

Hoe vonden jullie deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll