Basisstof 2: Organen, weefsels en cellen

1.2 - Organen, weefsels en cellen
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1.2 - Organen, weefsels en cellen

Slide 1 - Tekstslide

Actie
  • Lees basisstof 2 goed door 
  • Maak: de opdrachten van basisstof 2

  • Hulp nodig? vinger omhoog
  • KLAAR? Maak de testjezelf van 1.1 en 1.2 en 1.3. Of ga de tekst van 1.3 en 1.5 lezen en de bijbehorende opdrachten maken. Of maak de voorkennistoets van thema 1. 

timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je kunt orgaanstelsels, organen, weefsels en cellen bij een mens herkennen en de kenmerken en functies ervan beschrijven.

- Je kunt beschrijven dat groepen cellen in een weefsel, orgaan of orgaanstelsel een gezamenlijke functie uitoefenen.

- Je kunt bij (delen van) organismen het verband aangeven tussen vorm en functie.

Slide 3 - Tekstslide

Orgaanstelsels met organen
Orgaanstelsel.

Organen.

Je moet ze allemaal kennen.

Slide 4 - Tekstslide

Torso met middenrif
alleen slokdarm gaat door middenrif

Slide 5 - Tekstslide

Weefsels
Dekweefsel

Botweefsel

Spierweefsel 

Cellen met dezelfde functie bij elkaar.

Slide 6 - Tekstslide

Weefsels
Dekweefsel
bescherming

Zenuwweefsel
informatie doorgeven

Spierweefsel
Samentrekkingen

Bindweefsel
steun
Weefsels en functies

Slide 7 - Tekstslide

Dekweefsel 

  • Dekweefsel vormt een afdekkende laag (epitheel). 
  • Dekweefsel bevindt zich aan het oppervlak van het lichaam (huid). 
  • Er is ook dekweefsel aan de binnenkant van ‘buizen’ (plasbuis, luchtpijp, darm) en holtes (blaas). 
  • Dit dekweefsel aan de binnenzijde is slijmvlies (epitheel met kliercellen).


Slide 8 - Tekstslide

Dekweefsels
bedekt inwendige en uitwendige lichaamsoppervlakten
 
  • cellen vaak rechthoekig 
  • dicht tegen elkaar aan. 
  • bv huid of binnenkant longen


Slide 9 - Tekstslide

Tussencelstof
Stof tussen cellen in.

Verschilt van vorm naar functie weefsel.

Slide 10 - Tekstslide

Tussencelstof
In weefsels tussen cellen zit tussencelstof -> verschilt per weefsel

Botweefsel heeft stevige, harde tussencelstof
Spierweefsel heeft flexibele tussencelstof

Slide 11 - Tekstslide

Vorm en functie
Vorm van organismen aangepast aan de leefomgeving (functie).

Mens loopt rechtop (andere wervelkolom).
Dolfijn is gestroomlijnd voor waterweerstand.


De wetenschap kijkt vaak naar vorm in de natuur voor vormgeving van producten. Denk aan een dolfijn en een duikboot.

Slide 12 - Tekstslide

Vorm en functie aan de binnenkant
Waarom hebben je darmen deze vorm?

Slide 13 - Tekstslide

Welk orgaan is dit?
A
Alvleesklier
B
Lever
C
Long
D
Nier

Slide 14 - Quizvraag

Welk orgaan is dit?
A
Long
B
Hart
C
Aorta
D
Hersenen

Slide 15 - Quizvraag

Welk orgaan is dit?
(het gele deel)
A
Dikke darm
B
Holle ader
C
Galblaas
D
Alvleesklier

Slide 16 - Quizvraag

Welk orgaan is dit?
(het groene deel)
A
Aorta
B
Lever
C
Galblaas
D
Alvleesklier

Slide 17 - Quizvraag

Welk orgaan is dit?
A
Hart
B
Maag
C
Milt
D
Long

Slide 18 - Quizvraag

Leg in je eigen woorden uit wat de betekenis is van de term 'weefsel'.

Slide 19 - Open vraag

De tussencelstof bij botweefsel is stevig.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Bedenk zelf een ander voorbeeld van wetenschappers die inspiratie doen uit biologische vormen.

Slide 21 - Open vraag

weefsel
weefsel
weefsel
weefsel
weefsel
orgaanstelsel

orgaanstelsel

cel
cel
cel
cel
cel
orgaan
orgaan
orgaan
orgaan
organisme
organisme

Slide 22 - Sleepvraag

Sleep de afbeelding naar het juiste orgaanstelsel
Ademhalings-
stelsel
Spier
stelsel
Beenderstelsel
bloedvaten
stelsel

Slide 23 - Sleepvraag

Orgaanstelsel
Functie
Maakt stoffen klein
Verwijdert afvalstoffen
Verstuurt informatie van en naar organen
Vervoert zuurstof en voedingstoffen
Zet de orgaanstelsel op de juiste plek in de tabel
Zenuwstelsel
Bloedvatenstelsel
Verteringstelsel
Uitscheidingstelsel

Slide 24 - Sleepvraag

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video