5.3 Planten voeden zich dl 1 (1ga)

Nectar H5 Planten
Deze les: 
  • Herhaling §5.2 Planten groeien
  • Start §5.3 Planten voeden zich
  • PO Bruine boon

Huiswerk: 
Opdracht 3 t/m 15 van §5.3
SO §5.1 t/m §5.4 op vrijdag 21 april

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Nectar H5 Planten
Deze les: 
  • Herhaling §5.2 Planten groeien
  • Start §5.3 Planten voeden zich
  • PO Bruine boon

Huiswerk: 
Opdracht 3 t/m 15 van §5.3
SO §5.1 t/m §5.4 op vrijdag 21 april

Slide 1 - Tekstslide

Organen van de plant
Even oefenen!

a. Benoem organen 1 t/m 6
b. In welk orgaan worden zaden gemaakt? 
c. In welk(e) orgaan/organen vindt fotosynthese plaats?
Bloem
1
Vrucht
2
Zaad
3
Blad
4
Stengel
5
Wortel
6

Slide 2 - Tekstslide

Hiernaast staat een plantencel, benoem onderdelen 1 t/m 7

Slide 3 - Open vraag

In de tekening van de binnenzijde van de bruine boon zijn de delen 1, 2 en 3 aangegeven. Bij het ontkiemen van een plantje uit een bruine boon worden bepaalde delen van een zaad groter.
Eén deel wordt dan juist kleiner.
Wat wordt bij de ontkieming groter en wat wordt er kleiner?

A
Groter: 1 en 3 Kleiner: 2
B
Groter: 1 en 2 Kleiner: 3
C
Groter: 2 en 3 Kleiner: 1

Slide 4 - Quizvraag

In welke fasen van ontkieming vindt fotosynthese plaats?
A
1, 2, 3 en 4
B
2, 3 en 4,
C
3 en 4
D
alleen 4

Slide 5 - Quizvraag

Leerdoelen §5.2
  • Je leert hoe uit een zaadje een plantje komt;
  • Je leert hoe het plantje verder groeit;
  • Je leert hoe een boom groeit.

Slide 6 - Tekstslide

De levenscyclus van een plant.

De ontwikkeling van een plant: 
  • Zaad ontkiemt;
  • Plant groeit uit en krijgt bloemen;
  • Uit de bloemen ontstaan vruchten en zaden;
  • De zaden worden verspreid en de cyclus begint opnieuw.  




1
Een bruine boon is een zaad
2
Het zaadje neemt water op via het poortje. Het zaadje zwelt op en de zaadhuid breekt open.
3
Het worteltje komt naar buiten.
4
Het worteltje groeit de bodem in en de zaadlobben komen boven de grond.
5
Het kiemplantje groeit en gebruikt hierbij voedingsstoffen uit de zaadlobben.
6
Het kiemplantje wordt groter en krijgt meer bladeren.
7
Er is een volwassen tomatenplant ontstaan.
8
Aan de bonenplant ontstaan bloemen. Uit de bloemen ontstaan peulvruchten, met zaden. 
9
De bonen uit de peulvrucht zijn de zaden.

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen §5.3
  • Je kan uitleggen welke stoffen planten nodig hebben;
  • Je kan uitleggen welke stoffen een plant maakt en waar die stoffen in de plant opgeslagen worden.

Slide 8 - Tekstslide

Welke stoffen hebben planten nodig?
  • Water: via de wortels
  • Mineralen: via de wortels
  • Koolstofdioxide: via de huidmondjes gaat dit de bladeren in

Slide 9 - Tekstslide

Welke stoffen maakt een plant?
Zuurstof: in de bladgroenkorrels

Glucose: in de bladgroenkorrels

Slide 10 - Tekstslide

Nectar H5 Planten
Deze les: 
  • Herhaling §5.2 Planten groeien
  • Start §5.3 Planten voeden zich
  • PO Bruine boon

Huiswerk: 
Opdracht 3 t/m 15 van §5.3
SO §5.1 t/m §5.4 op vrijdag 21 april

Slide 11 - Tekstslide

PO Bruine boon
  1. Lees de opdracht in Classroom 
  2. Bedenk een onderzoeksvraag
  3. Maak per persoon 2 waarnemingstabellen 
  4. Plan een moment in de komende twee weken waarin jullie gaan werken aan de theorie en hypothese
Neem de ingevulde waarnemingstabellen, theorie en hypothese neem naar de volgende les!

Slide 12 - Tekstslide