V3A - Chapitre 7 - bron C & bron D

Wat kun je nu al doen?
- Pak jouw tekstboek en doe deze op op pagina 86
- Pak jouw werkboek B en doe deze op pagina 102
- Pak een pen
- Login op LessonUp (lessonup.app) met jouw
                    voornaam en achternaam
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat kun je nu al doen?
- Pak jouw tekstboek en doe deze op op pagina 86
- Pak jouw werkboek B en doe deze op pagina 102
- Pak een pen
- Login op LessonUp (lessonup.app) met jouw
                    voornaam en achternaam

Slide 1 - Tekstslide

Chapitre 7 : 
Le Maroc en fête !
Doel van de les:

  • Ik kan zinsdelen vervangen door y en en.
  • Ik kan in het Frans afspreken met vrienden.

Slide 2 - Tekstslide

We beginnen de les met een beetje herhaling 

Login op lessonup.app met jouw voornaam en achternaam om mee te doen.

We gaan zo een sleepvraag maken.

Slide 3 - Tekstslide

de
à
Sleep de voorzetsels naar de juiste plek in de tabel
Tip:
vrouwelijke woorden eindigen meestal op de letter e
mannelijk
enkelvoud
mannelijk
enkelvoud
vrouwelijk
enkelvoud
vrouwelijk
enkelvoud
mannelijk
meervoud
mannelijk
meervoud
vrouwelijk
meervoud
vrouwelijk
meervoud
de l'appartement
de l'école
des kiwis
de la plage
du cinéma
des oranges
à la piscine
à l'hôtel
à l'école
aux magasins
aux sorties
au souk

Slide 4 - Sleepvraag

Le pronom en
hoeveelheid
On va faire deux salades.
On va en faire deux.
de
Je n'ai pas envie d'aller au hammam.
Je n'en ai pas envie.
un/une
Je prends une tasse de thé.
J'en prends une.
Wat valt jou op? 

Slide 5 - Tekstslide

Wat valt je op bij
het voornaamwoord 'en'?

Slide 6 - Woordweb

Le pronom en
  • Je gebruikt het voor het vervangen van:
    - een hoeveelheid
    - de
    - un / une
  • Als er een cijfer in de zin staat dan blijft deze, net als in het Nederlands, staan:
    Heb je 1 dvd? - Ja, je hebt er 1.

Slide 7 - Tekstslide

Le pronom y
alle voorzetsels behalve de
(bijv.: à, dans, sur)
On va à la plage en voiture.
On y va en voiture.

Pense aux lumières !
Oui, je vais y penser.
  • Vervangt meestal een plaats
    à la plage, au cinéma
    dans le restaurant, en France
    sur la table

Slide 8 - Tekstslide

Les pronoms y eten
Let op!
y en en staan altijd voor de persoonsvorm
(persoonsvorm = eerste werkwoord in de zin)
Nous en achetons.
Uitzondering:
als er een heel werkwoord in de zin staat
(heel werkwoord eindigt op -er, -re en -ir)
dan staan y en en vóór het hele werkwoord
Nous voulons en acheter.

Slide 9 - Tekstslide

Les pronoms y et en
Kennistest:
Va à la page 98 dans ton livre d'exercices 
et fais les exercices 13c
Tu as 3 minutes.
timer
3:00
Tip: gebruik bron C op p.86 in jouw livre de textes 

Slide 10 - Tekstslide

Réponses ex. 13c
1. Ma mère a préparé des pâtes. On en mange une fois par semaine.
2. On devait aller dans un restaurant chinois. Mais, ma sœur ne veut pas y aller.
3. Mes parents ont d'abord choisi un restaurant marocain. Mais, apres ils en ont choisi un autre.
4. J'ai déjà goûté des plats marocains. Mais hier, je n'en avais pas envie. 
5. Ma sœur a beaucoup d'amis. Elle va en inviter une vingtaine pour son anniversaire. 
6. Mais, elle doit penser à envoyer les invitations à temps. Elle n'y pense jamais.



Hierna komt een sleepvraag op LessonUp.

Slide 11 - Tekstslide

Sommige Franse werkwoorden hebben een vast voorzetsel. Je kunt die niet vertalen uit het Nederlands, maar moet de vaste combinaties weten.
Sleep de werkwoorden naar het juiste voorzetsel.
Tip: alle werkwoorden die horen bij à en alle werkwoorden die horen bij de hebben een overeenkomst (=iets wat hetzelfde is)
à
de
avoir besoin
avoir envie
réfléchir
assister
répondre
avoir peur
participer

Slide 12 - Sleepvraag

Vervang het onderstreepte deel:
Tout le monde parle de ce concert.
A
Tout le monde y parle.
B
Tout le monde en parle.

Slide 13 - Quizvraag

Vervang het onderstreepte deel:
Ils ont peur des films d'horreur.
A
Ils y ont peur.
B
Ils en ont peur.

Slide 14 - Quizvraag

Vervang het onderstreepte deel:
Vous avez pensé à la lumière ?
A
Vous y avez pensé ?
B
Vous en avez pensé ?

Slide 15 - Quizvraag

Vervang het onderstreepte deel:
Elle a besoin de nouveaux vêtements ?
A
Elle y a besoin.
B
Elle en a besoin.

Slide 16 - Quizvraag

Vervang het onderstreepte deel:
Tu participes aux activités scolaires ?
A
Tu y participes ?
B
Tu en participes ?

Slide 17 - Quizvraag

Vervang het onderstreepte deel:
Ils vont réfléchir à ma proposition.
A
Ils vont y réfléchir.
B
Ils vont en réfléchir.

Slide 18 - Quizvraag

Met deze bron moet je op jouw PO een T1/T2-opdracht maken.
Geef een voorbeeld van een T1/T2-opdracht bij Frans.

Slide 19 - Open vraag

Manon en Malika gaan samen afspreken. 
Zet het gesprek in de juiste volgorde. Gebruik Bron D (p.87)
1
2
3
4
5
6
Allô ! Je peux parler à Malika ?
Ne quitte pas ! La voilà !
Tu as envie d'aller à la plage cet après-midi ?
Je suis désolée, cet après-midi, je ne peux pas.
Et samedi prochain, on va à la boum de Samira ?
Oui, allons-y ensemble !

Slide 20 - Sleepvraag

PO
Deze week ga jij werken aan jouw PO Frans. Zorg dat je vóór de volgende les de eerste 4 opdrachten klaar hebt. 
Dit zijn:
  • 1. (R) vocabulaire
  • 2. (R) vocabulaire
  • 3. (T1/T2) bron C
  • 4. (R/T1) bron D

Zijn er vragen over de praktische opdracht?

Slide 21 - Tekstslide

Ik begrijp hoe ik in het Frans delen van de zin kan vervangen door 'y' en 'en'.
A
Ja, dit lukt al goed.
B
Ja, maar ik vind het nog moeilijk.
C
Nee, ik heb extra hulp/uitleg nodig.

Slide 22 - Quizvraag

Devoirs
Apprendre: 
Bron C & Bron D

Faire: 
Opdracht 1, 2, 3 en 4 van de praktische opdracht.

Slide 23 - Tekstslide