hoofdstuk 3.2 water

 Water 
  Paragraaf 2
Water in natte gebieden.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

 Water 
  Paragraaf 2
Water in natte gebieden.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je onthouden van de vorige aardrijkskundeles?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

3.2 Leerdoelen
1: Je kunt uitleggen wat de moesson is.
2: Je begrijpt waardoor overstromingen plaatsvinden. 
3: Je kunt in een grafiek de piekafvoer van een rivier weergeven.
4: Je begrijpt hoe een orkaan een gebied kan verwoesten.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn gebieden met te veel water...
Bangladesh                                 India

Slide 4 - Tekstslide

In welk werelddeel liggen deze twee landen?
In Nederland valt gemiddeld 830 mm neerslag per jaar.
In bijv. India ligt een stad, Cherrapunji. Hier valt per jaar 11 440 mm regen. 
Alleen al in de maand juli bijna 2900 mm per maand. Dat is in één maand bijna 4x zoveel als in de maand juli in deze stad. 



Waardoor komt dat?
Landen dichtbij de evenaar kennen ieder jaar een regentijd door de moesson.  

Dit is een wind die vanuit één windrichting waait. In natte gebieden is de wind aanlandig. De wind waait  van zee naar het land.  
1

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke problemen kunnen er ontstaan als een gebied overstroomt?

Slide 6 - Open vraag

Antwoord:
-Mensen en dieren kunnen verdrinken.
-drinkwater vervuild.
-oogsten mislukken.
-ziektes breken uit.
-wegen worden onbereikbaar.
-huizen worden onbewoonbaar.


Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de bron
Als het in een korte periode hard regent, moet een rivier heel veel water afvoeren.

Een hoge afvoer van water heet  de piekafvoer.
2

Slide 9 - Tekstslide

Hetzelfde gebied gefotografeerd op 2 momenten: hoogwater (piekafvoer) en laagwater.
Rivieren zetten altijd een laag slib af die de rivier ondieper maken. Hierdoor moeten dijken verhoogd worden.



3

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Hiernaast zie je dat er bomen zijn gekapt. Wat kan er gebeuren als het een keertje hard regent?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk deze bron
Vraag 1:
-Vergelijk de twee  grafieken. 
Beschrijf het verschil in waterafvoer. (Zoek de verschillen)

Vraag 2:
-Verklaar (leg uit) wat piekafvoer en bebossing te elkaar te maken hebben?



4

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Orkanen
Hiernaast zie je een orkaan.  Dat is een zware tropische storm die alleen boven warm zeewater van minimaal 27 graden kan ontstaan.

Vraag: 
-Waarom kennen we in Nederland geen orkanen?
5
(Deze vraag niet met je telefoon beantwoorden)

Slide 14 - Tekstslide

De doorsnede van een orkaan is 500 tot 1500 km groot. Pas na gemiddeld vijf tot tien dagen is de orkaan uitgeraasd. Orkanen komen vooral voor in de tropen en hebben ook andere benamingen zoals een cycloon, tyfoon of een hurricane. 
Naar schatting werden tussen 2010 en 2019 wereldwijd maar liefst 324 miljoen mensen geraakt door  zware stormen.


Bekijk het volgende filmpje van een orkaan.
(huiswerk)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies