HST 3 Water. Pgf 2. m2c

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

 Water 

  Paragraaf 2
Water in natte gebieden.

Programma vandaag

-Korte uitleg over het huiswerk.

-Pgf 2 uitleg 
-Zelfstandig werken paragraaf 3.2 op blz 66 van je werkboek

Wat moet je af hebben voor dat je vrijdag de les binnen komt: 

 §3.2 (vraag 1,3,4,5 ) en een samenvatting van  §3.2

Wat moet je af hebben?

 paragraaf 3.2 op blz 66 van je werkboek

Wat moet je af hebben voor dat je vrijdag de les binnen komt:

 §3.2 (vraag 1,3,4,5 ) en een samenvatting van §3.2

Leerdoelen

1: Je kan uitleggen wat de moesson is.
2: Je weet wanneer een piekafvoer plaatsvindt.
3: Je begrijpt waardoor overstromingen kunnen ontstaan en wat de gevolgen er van kunnen zijn. 

4: Je kunt in een grafiek de piekafvoer van een rivier weergeven.
5: Je begrijpt hoe een orkaan een gebied kan verwoesten.

Bekijk de bron

Als het in een korte periode hard regent, moet een rivier heel veel water afvoeren.

Een hoge afvoer noemen we een piekafvoer.

2

Hetzelfde gebied gefotografeerd op 2 momenten: hoogwater (piekafvoer) en laagwater.

Hiernaast zie je dat er bomen zijn gekapt. Wat kan er gebeuren als het een keertje hard regent?

Overstromingen en natuurrampen komen niet alleen door de natuur, maar de mens heeft er ook invloed op.

Zet de zinnen in de juiste volgorde.

Over de hele wereld worden bossen gekapt voor landbouwgrond.

Daardoor zijn er minder bomen en wortels zijn die regenwater kunnen opnemen en grond kunnen vasthouden.

Water kan niet meer infiltreren. 

Water vermengt zich met zand en er ontstaan modderstromen.

Bekijk deze bron

Vraag 1:
-Vergelijk de 2 grafieken. Wat kun je zeggen over het verschil in afvoer?

Vraag 2:
-Wat heeft piekafvoer met bebossing te maken?

(Deze vragen niet met je telefoon beantwoorden)

4

De conclusie is: als er geen bebossing is, dan zijn er dus geen bomen en plantenwortels die het water vast kunnen houden. Dus het water zakt niet de grond in. Water kan dan makkelijk naar over een oppervlakte stromen en alles meenemen wat hij tegen komt. 

Orkanen

Hiernaast zie je een orkaan.  Dat is een zware tropische storm die alleen boven warm zeewater van minimaal 27 graden kan ontstaan.

Vraag: 
-Waarom kennen we in Nederland geen orkanen?

5

(Deze vraag niet met je telefoon beantwoorden)

De doorsnede van een orkaan is 500 tot 1500 km groot. Pas na gemiddeld vijf tot tien dagen is de orkaan uitgeraasd. Orkanen komen vooral voor in de tropen en hebben ook andere benamingen zoals een cycloon, tyfoon of een hurricane. 

Naar schatting werden tussen 2010 en 2019 wereldwijd maar liefst 324 miljoen mensen geraakt door  zware stormen.

Bekijk het volgende filmpje van een orkaan.

(huiswerk)