Rangtelwoorden en data

Teach me
  • Tweetallen
  • Alles wat je nog weet van de vorige les
  • We bespreken het daarna klassikaal
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Teach me
  • Tweetallen
  • Alles wat je nog weet van de vorige les
  • We bespreken het daarna klassikaal

Slide 1 - Tekstslide

Aufgabe 1 Seite 29
1: Es ist Viertel vor acht                         8: Die Helfte
2: Sie hat zei Tagen gearbeitet          9:Viertel nach zehn
3: In anderthalb Tagen                          10: Halb neun
4: Mehr als anderthalb Tage
5: Fünfeinhalb Jahre
6: Anderthalb Stunden
7: Es ist zwei Uhr

Slide 2 - Tekstslide

Aufgabe 2 Seite dreißig
1: vier Uhr fünfundzwanzig
2: zwei Uhr vierzig
3:  elf Uhr siebenundvierzig
4: zwölf Uhr fünfunddreißig
5: drei Uhr fünfundfünfzig

Slide 3 - Tekstslide

Aufgabe 3 Seite dreißig
1: Es ist fünf vor fünf                    8: Es ist fast drei Uhr nachmittags
2: Es ist zwanzig Uhr fünfzehn  9: Es ist genau zwei Uhr
3: Es ist halb vier                  10: Um sechzehn Uhr sechsundfünfzig
4: Es ist Viertel nach eins
5: Es ist neun Uhr
6: Es ist zwölf Uhr
7: Es ist elf Uhr abends

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Zielen
  • Jullie kunnen de rangtelwoorden correct schrijven
  • Jullie kunnen data correct schrijven



Slide 6 - Tekstslide

Rangtelwoorden

Slide 7 - Woordweb

Rangtelwoorden
Als getal geschreven:

Bij alle getallen wordt er een punt achter het getal geschreven om aan te geven dat het een rangtelwoord is:
1.=erste
17.=siebzehnte
23.=dreiundzwanzigste

Slide 8 - Tekstslide

Rangtelwoorden
Voluitgeschreven:
  • Bij 1 t/m 19 wordt het rangtelwoord met gevormd -te achter het getal: vierte-fünfte
  • Pas op!: 1.-3.-7.-en 8. wijken af: erste-dritte-siebte-achte

  • Vanaf 20 wordt het rangtelwoord gevormd met -ste achter het getal: zwanzigste-dreißigste

Slide 9 - Tekstslide

Rangtelwoorden
  • Met z'n tweeën, drieën, vieren-> zu zweit, zu dritt, zu viert-> zu+rangtelwoord-e
  • Ten eerste, tweede, derde-> erstens, zweitens, drittens-> rangtelwoord+ns
  • Eén derde, vijfde, achtste-> drittel, fünftel ->rangtelwoord+l

Slide 10 - Tekstslide

vijftiende (als getal)
A
15
B
15.
C
fünfzehnte
D
fünfzehn

Slide 11 - Quizvraag

7.(voluitgeschreven)
A
Siebte
B
siebente

Slide 12 - Quizvraag

Juist of onjuist: Vanaf 20 wordt het rangtelwoord gevormd met -ste achter

Slide 13 - Open vraag

Data
In het Duits worden data ook als rangtelwoord geschreven:
4. Dzember    vierte Dezember
2. Oktober     zweite Oktober
In het Duits worden data soms ook afgekort. In het Nederlands gebeurt dit met streepjes, in het Duits als rangtelwoord met puntjes: 19.12.1996- neunzehnte zwölfte 1996 - de negentiende van de twaalfde

Slide 14 - Tekstslide

2. Oktober
A
zwei Oktober
B
zweite Oktober

Slide 15 - Quizvraag

Zielen
  • Jullie kunnen de rangtelwoorden correct schrijven
  • Jullie kunnen data correct schrijven



Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Hausaufgaben
Seite 24 ,25, 26

Slide 18 - Tekstslide